Home

Rechtbank Noord-Nederland, 25-10-2022, ECLI:NL:RBNNE:2022:4182, 8716635 CV EXPL 20-5415

Rechtbank Noord-Nederland, 25-10-2022, ECLI:NL:RBNNE:2022:4182, 8716635 CV EXPL 20-5415

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Datum uitspraak
25 oktober 2022
Datum publicatie
21 november 2022
ECLI
ECLI:NL:RBNNE:2022:4182
Formele relaties
Zaaknummer
8716635 CV EXPL 20-5415

Inhoudsindicatie

Consumentenrecht: informatieplichten bij koop op afstand. Eindvonnis na prejudiciële vragen aan de Hoge Raad. Eiseres heeft voldoende onderbouwd dat is voldaan aan de precontractuele informatieplichten. Niet gebleken is echter dat de wijze en termijn van levering en het herroepingsrecht op de in artikel 6:230v lid 7 BW voorgeschreven manier aan gedaagde zijn bevestigd. Het niet bevestigen van het herroepingsrecht wordt door de kantonrechter aangemerkt als een voldoende ernstige schending. De Richtlijn sanctiemodel essentiële informatieplichten hanteert als uitgangspunt dat dit leidt tot een vermindering van de hoofdsom met 25%. Eiseres heeft niet beargumenteerd dat die sanctie in dit geval niet passend is. De kantonrechter zal het gefactureerde bedrag dan ook met dat percentage verminderen.

Wat betreft de bewoordingen op de bestelknop: de kantonrechter is van oordeel dat het voor gedaagde - uitgaande van de normaal geïnformeerde en redelijk omzichtige en oplettende gemiddelde consument - voldoende duidelijk was dat zij met het indrukken van de knop met de woorden "Bestelling plaatsen", aanvaardde dat haar een product zou worden bezorgd waarvoor zij moet betalen. De kantonrechter acht een sanctie wegens (een voldoende ernstige) schending van artikel 6:230v lid 3 BW daarom in dit geval niet op zijn plaats.

Uitspraak

Afdeling Privaatrecht

Locatie Leeuwarden

zaak-/rolnummer: 8716635 \ CV EXPL 20-5415

vonnis van de kantonrechter d.d. 25 oktober 2022

inzake

ARVATO FINANCE.NL, handelend onder de naam AFTERPAY,

gevestigd te Heerenveen,

eiseres,

gemachtigde: Bosveld Incasso,

tegen

[A] ,

wonende te [adres] ,

gedaagde,

die niet is verschenen.

Partijen zullen hierna eiseres en gedaagde worden genoemd.

1 Procesverloop

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- het tussenvonnis van 26 juli 2022,

- de akte van eiseres.

1.2.

Daarna is vonnis bepaald.

2 De verdere beoordeling

Is voldaan aan de essentiële informatieplichten?

2.1.

In het tussenvonnis van 29 september 2020 heeft de kantonrechter geconstateerd dat

eiseres niet heeft gesteld dat de handelaar, Badplaats B.V., gedaagde voor het sluiten van de overeenkomst op duidelijke en begrijpelijke wijze heeft gewezen op de bijkomende verzendkosten (artikel 6:230m, lid 1 onder e BW) en dat ook niet is vermeld of Badplaats B.V. in die precontractuele fase informatie heeft verstrekt over haar geografische adres (artikel 6:230m, lid 1 onder c BW). Verder is niet duidelijk of alle in artikel 6:230m lid 1 BW opgesomde informatie die niet in de door eiseres verzonden bevestiging is vermeld - zoals de wijze en termijn van levering (artikel 6:230m, lid 1 onder g BW) en het herroepingsrecht (artikel 6:230m, lid 1 onder h BW) - eerder al aan gedaagde is verstrekt op een duurzame gegevensdrager als bedoeld in artikel 6:230v lid 7 BW.

In het vonnis van 26 juli 2022 is eiseres in de gelegenheid gesteld stukken over te leggen waaruit genoegzaam blijkt dat aan die informatieplichten is voldaan. De kantonrechter heeft opgemerkt dat daaruit tevens dient te blijken of uit de bewoordingen op de bestelknop of soortgelijke functie waarmee de gedaagde het aanbod van Badplaats B.V. heeft aanvaard, op niet voor misverstand vatbare wijze blijkt dat haar bestelling een betalingsverplichting zou inhouden.

Tot slot is eiseres verzocht om in haar akte ook in te gaan op de toe te passen sanctie indien één of meer essentiële informatieplichten niet correct zijn nageleefd.

Precontractuele informatie

Bijkomende (verzend)kosten

2.3.

Bij gedaagde is een bedrag van € 19,95 aan verzendkosten in rekening gebracht. Eiseres heeft een schermafbeelding overgelegd waaruit blijkt dat tijdens haar bestelproces, vlak voordat de bestelling wordt geplaatst, een overzicht van de totale kosten wordt gegeven. In dat overzicht wordt een aparte regel opgenomen voor de kosten van "Verzending". Hiermee is voldoende onderbouwd dat aan de informatieplicht van artikel 6:230m lid 1 onder e BW is voldaan.

Geografische adres

2.4.

Eiseres heeft met de overgelegde schermafbeeldingen voldoende onderbouwd dat het geografische adres op de website van Badplaats B.V. is vermeld op onder kopje "Algemene voorwaarden".

Bevestiging informatie op een duurzame gegevensdrager

Wijze en termijn van levering

2.5.

Eiseres heeft - terecht - aangevoerd dat de in artikel 6:230m lid 1 BW genoemde informatie uitsluitend nogmaals in de bevestiging van de overeenkomst hoeft te worden herhaald voor zover de handelaar deze niet al voor het sluiten van de overeenkomst op een duurzame gegevensdrager heeft verstrekt. Zij heeft echter niet aangegeven dat dit met de wijze en termijn van levering het geval is geweest.

Vraag is of dit een voldoende ernstige schending is die gedeeltelijke vernietiging van de overeenkomst in de vorm van een prijsvermindering rechtvaardigt. Uit de beslissingen van de Hoge Raad volgt dat vermogensschade aan de kant van gedaagde geen vereiste is om te kunnen spreken over een voldoende ernstige schending, maar ook dat niet iedere schending van een essentiële informatieplicht als voldoende ernstig kwalificeert; de rechter die over de feiten oordeelt zal aan de hand van de omstandigheden die in een zaak aan de orde zijn moeten beoordelen of daarvan sprake is. De kantonrechter neigt ertoe die vraag ontkennend te beantwoorden. Zij neemt daarbij in aanmerking dat de leveringswijze en -termijn tijdens het bestelproces duidelijk zijn aangegeven, zodat gedaagde haar besluit om de overeenkomst met Badplaats B.V. aan te gaan daarop heeft kunnen baseren.

Herroepingsrecht

2.6.

Ten aanzien van het herroepingsrecht heeft eiseres het volgende aangevoerd:

"Gedaagde heeft de algemene voorwaarden, bij dagvaarding in het geding gebracht als link zijn https://www.afterpay.nl/nl/algemeen/betalen-met-afterpay/betalingsvoorwaarden, gedownload. Daarom hoeven deze niet nogmaals bij de bevestiging te worden overhandigd."

De kantonrechter overweegt dat het in dit geval gaat om het wettelijke recht van gedaagde om de overeenkomst met Badplaats B.V. te ontbinden; niet om de betalingsvoorwaarden van eiseres waarin - voor zover de kantonrechter kan nagaan - niet op dat herroepingsrecht wordt gewezen. Dat Badplaats B.V. hierover iets in háár algemene voorwaarden heeft staan en dat gedaagde die algemene voorwaarden tijdens het bestelproces heeft gedownload, is gesteld noch gebleken.

Uit de schermafbeeldingen die eiseres bij haar akte heeft gevoegd blijkt slechts dat op de website van Badplaats B.V. op het herroepingsrecht wordt gewezen. Dat die informatie bij (af)levering van het product is verstrekt, is niet naar voren gebracht. De kantonrechter gaat er dan ook van uit dat deze niet op een duurzame gegevensdrager aan gedaagde is bevestigd.

De kantonrechter acht dit een voldoende ernstige schending van die informatieplicht. Zij neemt daarbij in aanmerking dat het gaat om de voorwaarden, de termijn en de modaliteiten waaronder gedaagde haar recht om de overeenkomst te ontbinden kan uitoefenen. Die informatie is - juist na aankoop - essentieel voor een consument om een weloverwogen besluit te nemen over de vraag of hij het product wil behouden en om zijn eventuele keus om dat niet te doen tijdig en op de juiste manier (kenbaar) te maken. Het is daarom van belang dat die informatie op de in artikel 6:230v lid 7 BW voorgeschreven wijze wordt verstrekt, zodat wat voor de betrokken consument geldt duidelijk tussen partijen vastligt.

Bestelknop

2.7.

Artikel 6:230v lid 3 BW bepaalt dat een handelaar het elektronische bestelproces zo moet inrichten dat de consument een aanbod pas kan aanvaarden als hem op niet voor misverstand vatbare wijze duidelijk is gemaakt dat zijn bestelling een betalingsverplichting inhoudt. De tekst van dat artikel, dat zijn oorsprong vindt in artikel 8 lid 2 van de Richtlijn 2011/83 EU betreffende Consumentenrechten (hierna: de richtlijn), luidt als volgt:

"3. De handelaar richt zijn elektronische bestelproces op zodanige wijze in dat de consument een aanbod niet kan aanvaarden dan nadat hem op niet voor misverstand vatbare wijze duidelijk is gemaakt dat de bestelling een betalingsverplichting inhoudt. Indien de aanvaarding geschiedt door gebruik van een knop of soortgelijke functie, is aan de vorige volzin voldaan indien bij het plaatsen van de bestelling in niet voor misverstand vatbare termen op goed leesbare wijze blijkt dat de aanvaarding een betalingsverplichting voor de consument inhoudt. Een knop of een soortgelijke functie wordt daartoe op goed leesbare wijze aangemerkt met een ondubbelzinnige formulering waaruit blijkt dat het plaatsen van de bestelling een betalingsverplichting jegens de handelaar inhoudt. De enkele zinsnede "bestelling met betalingsverplichting" wordt aangemerkt als een dergelijke ondubbelzinnige verklaring. Een overeenkomst die in strijd met dit lid tot stand komt, is vernietigbaar."

In overweging 39 van de richtlijn is toegelicht dat het van belang is dat de consument het tijdstip kan vaststellen waarop hij de verplichting op zich neemt om de handelaar te betalen. Daarom dient de aandacht van de consument door middel van een ondubbelzinnige formulering specifiek te worden gevestigd op het feit dat het plaatsen van de bestelling de verplichting tot het betalen van de handelaar met zich meebrengt.

2.8.

Als de tekst op de bestelknop niet duidelijk is, geeft de wet aan de consument het recht om de overeenkomst te vernietigen. Dit is gebaseerd op de richtlijnbepaling dat de consument in zo'n geval niet aan de overeenkomst gebonden is. In de memorie van toelichting bij artikel 6:230v lid 3 BW staat dat de bevoegdheid tot vernietiging betekent dat het aan de consument is om te kiezen of hij aan de bestelling gebonden is wanneer de website niet voldoet aan de eisen die dit lid stelt (Implementatiewet richtlijn Consumentenrechten, Kamerstuk 33520, nr.3). Uit deze toelichting en de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het HvJEU) en de Hoge Raad, leidt de kantonrechter af dat dit recht niet tegen de wil van de consument kan worden toegepast.

Vernietiging van de overeenkomst heeft niet alleen tot gevolg dat de consument niet hoeft te betalen, maar ook dat hij moet teruggeven wat hij op grond van de overeenkomst heeft ontvangen. Vernietiging zal dus niet altijd in het belang zijn van de consument. De kantonrechter concludeert daarom dat wanneer de consument een product heeft gekregen en gehouden en er geen aanwijzingen zijn dat hij (toch) niet aan de overeenkomst gebonden wil zijn, ambtshalve vernietiging van de hele overeenkomst in een verstekzaak niet aan de orde is.

Dat neemt niet weg dat het gebruik van een ondeugdelijke tekst op de bestelknop ook een schending van een essentiële informatieplicht oplevert. Als die schending voldoende ernstig is, kan de rechter deze ambtshalve sanctioneren met een gedeeltelijke vernietiging van de overeenkomst. De "Richtlijn sanctiemodel essentiële informatieplichten" die de rechtbanken naar aanleiding van de prejudiciële beslissing van de Hoge Raad hebben opgesteld (hierna: het Sanctiemodel), gaat in dat geval uit van een prijsvermindering van 25%.

2.9.

Artikel 6:230v lid 3 BW vereist niet dat op de knop waarmee de bestelling wordt geplaatst met zoveel woorden de zinsnede "bestelling met betalingsverplichting" staat. Die zinsnede, die letterlijk is overgenomen uit de Nederlandse vertaling van de richtlijn, dient slechts als voorbeeld van een tekst die daaraan in ieder geval voldoet. Andere teksten kunnen ook volstaan, mits ze voldoende duidelijk en ondubbelzinnig zijn. De rechter zal dat dan moeten beoordelen.

Het HvJEU heeft in zijn arrest van 7 april 2022 (ECLI:EU:C:2022:269, [naam] ) bevestigd dat de handelaar de bestelknop van een andere tekst mag voorzien. Het ging in die zaak om een Duitse consument die via de website www.booking.com hotelkamers had geboekt door een knop met de woorden "Ik ga boeken" en vervolgens - na het invullen van zijn persoonlijke gegevens - "Voltooi boeking" in te drukken en toen hij niet in het hotel verscheen annuleringskosten in rekening gebracht kreeg. De Duitse rechter heeft aan het HvJEU gevraagd (samengevat) of de rechter, om te bepalen of er sprake is van een ondubbelzinnige formulering waaruit blijkt dat het plaatsen van de bestelling een betalingsverplichting inhoudt, rekening moet houden met alle omstandigheden van het bestelproces en met name de opzet ervan, of uitsluitend moet uitgaan van de vermelding op de bestelknop zelf. De verwijzende rechter heeft daarbij opgemerkt dat het woord "boeking” in de Duitse omgangstaal niet noodzakelijkerwijs in verband wordt gebracht met het aangaan van een betalingsverplichting, maar ook vaak wordt gebruikt als synoniem voor een "gratis bestelling vooraf" of "reservering”.

2.10.

Op de schermafbeeldingen die eiseres heeft overgelegd is te zien dat in de laatste fase van het bestelproces van Badplaats B.V. wordt getoond hoeveel er voor de producten die in een winkelmandje zijn gelegd moet worden betaald, dat de klant vervolgens op een knop kan drukken met de tekst "Doorgaan met afrekenen", dat hij daarna op een webpagina komt waarop hij het "Factuuradres" en zijn persoonlijke gegevens moet invullen en moet aanvinken op welke manier hij wil betalen ("Betaalwijze") en dat hij het bestelproces daarna kan afronden met een knop waarop de tekst "Bestelling plaatsen" staat.

2.11.

Vraag is of de tekst "Bestelling plaatsen" aan het door het HvJEU geformuleerde criterium voldoet. Het Van Dale Groot woordenboek van de Nederlandse taal schrijft het volgende over de betekenis van het woord "bestellen": "(…) 2. iets laten komen dat je wilt kopen of huren: een boek online kopen; een biertje bestellen (…)". Wikipedia geeft als omschrijving: "Bestellen is een opdracht om een goed of dienst te leveren. Een bestelling maakt vaak deel uit van het koopproces na het opstellen van een koopovereenkomst." Op de website www.woorden.org (een online woordenboek voor de Nederlandse taal) wordt de vraag: "Wat betekent bestellen?" als volgt beantwoord: "1. vragen om iets te brengen waarvoor je betaalt." In deze belangrijke informatiebronnen over de betekenis van woorden in de Nederlandse (omgangs)taal, wordt het "bestellen" van een product - anders dan bij de definities van bijvoorbeeld "reserveren", "boeken" en "aanvragen" het geval is - dus steeds in verband gebracht met het ontstaan van een betalingsverplichting. Het is de kantonrechter bekend dat in andere zaken is geoordeeld dat de formulering "Bestelling plaatsen" niet ondubbelzinnig is. Zij heeft zelf echter geen aanwijzingen dat een normaal geïnformeerde en redelijk omzichtige en oplettende Nederlandse consument dat verband niet steeds legt en zich niet realiseert dat hij op het moment dat hij een knop met de tekst "Bestelling plaatsen" indrukt, aanvaardt dat hem iets bezorgd gaat worden waarvoor hij aan de handelaar (en in dit geval eiseres) een bedrag moet voldoen. Toevoeging van het woord "betalen" zal dat mogelijk extra 'inscherpen', maar van belang is of de gemiddelde consument dat nodig heeft om zich hiervan bewust te zijn en misverstanden daarover te voorkomen.

2.12.

De kantonrechter overweegt verder dat uit de tekst "Bestelling plaatsen" op de bestelknop van Badplaats B.V. in samenhang met de direct rondom die knop zichtbare informatie en het bestelproces dat gedaagde voor het bereiken van die knop heeft moeten doorlopen, voldoende duidelijk blijkt dat door op die bestelknop te drukken een betalingsverplichting wordt aangegaan. Tot het [naam] -arrest werd er ook in de rechtspraak vanuit gegaan dat daarmee aan de vereisten van artikel 6:230v lid 3 BW werd voldaan. Dit past bij uitgangspunt in het Nederlandse recht dat bij uitleg van overeenkomsten alle omstandigheden van het geval in aanmerking moeten worden genomen. Badplaats B.V. heeft er tot voor kort dan ook niet op bedacht hoeven te zijn dat de rest van haar bestelproces (waaronder een knop met de tekst "Doorgaan naar afrekenen" en een functie waarbij de klant moet aanvinken op welke wijze hij wil betalen) bij de beoordeling van de vraag of die informatieplicht is nageleefd buiten beschouwing moet worden gelaten en dat de woorden "Bestelling plaatsen" op de knop waarmee dat bestelproces wordt voltooid dan wellicht ontoereikend zouden zijn. Daarom acht de kantonrechter een prijsvermindering wegens een voldoende ernstige schending van artikel 6:230v lid 3 BW, of deze nu wordt benaderd als remedie voor de consument of als sanctie voor de handelaar, in dit geval niet passend en gerechtvaardigd.

Gedeeltelijke vernietiging door prijsvermindering

2.13.

Uit het voorgaande volgt dat Badplaats B.V. de precontractuele informatieplichten correct heeft nageleefd, maar dat niet is gebleken dat de informatie over de wijze en termijn van levering en het herroepingsrecht aan gedaagde is bevestigd op een vaste gegevensdrager als bedoeld in artikel 6:230v lid 7 BW. Het niet bevestigen van het herroepingsrecht wordt aangemerkt als een voldoende ernstige schending die ambtshalve moet worden gesanctioneerd met een prijsvermindering. Het Sanctiemodel hanteert als uitgangspunt dat het ontbreken van (een deel van) de essentiële informatie in de duurzame gegevensdrager leidt tot een vermindering van de hoofdsom met 25%. Nu eiseres niet stelt en onderbouwt dat en waarom die sanctie in dit geval niet passend kan worden geacht, zal de kantonrechter dat percentage aanhouden. Dat betekent dat van de aan gedaagde gefactureerde koopsom plus verzendkosten (zijnde: € 168,95), € 126,71 zal worden toegewezen.

Wettelijke rente

2.14.

Nu het gefactureerde bedrag met 25% wordt verminderd, zal ook de gevorderde wettelijke rente tot 23 juli 2020 ad € 3,94 met dat percentage worden aangepast. Hiervoor wordt € 2,96 toegewezen. Over de (verminderde) koopprijs plus verzendkosten van € 126,71 zal wettelijke rente worden toegekend vanaf 23 juli 2020.

Buitengerechtelijke incassokosten

2.15.

De buitengerechtelijke incassokosten ad € 40,00 zijn op de wet gegrond en toewijsbaar.

Proceskosten

2.16.

Gedaagde zal als grotendeels in het ongelijk gestelde partij de proceskosten moeten dragen. Voor salaris gemachtigde wordt 1 punt gerekend.

3 Beslissing

De kantonrechter:

3.1.

veroordeelt gedaagde om aan eiseres te betalen € 169,67, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 126,71 vanaf 23 juli 2020 tot de dag der algehele voldoening;

3.2.

veroordeelt gedaagde in de kosten van deze procedure, tot heden aan de zijde van eiseres vastgesteld op:

€ 124,00 aan griffierecht;

€ 107,22 aan dagvaardingskosten;

€ 37,00 als salaris gemachtigde;

3.3.

verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;

3.4.

wijst het meer of anders gevorderde af.

Aldus gewezen door mr. M.E. van Rossum, kantonrechter, en uitgesproken door

de rolrechter ter openbare terechtzitting van 25 oktober 2022 in tegenwoordigheid van de griffier.

C 779/MER