Rechtbank Midden-Nederland, 13-02-2019, ECLI:NL:RBMNE:2019:1995, C/16/474148 / JE RK 19-146 en C/16/474149 / JE RK 19-147
Rechtbank Midden-Nederland, 13-02-2019, ECLI:NL:RBMNE:2019:1995, C/16/474148 / JE RK 19-146 en C/16/474149 / JE RK 19-147
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Midden-Nederland
- Datum uitspraak
- 13 februari 2019
- Datum publicatie
- 8 mei 2019
- ECLI
- ECLI:NL:RBMNE:2019:1995
- Zaaknummer
- C/16/474148 / JE RK 19-146 en C/16/474149 / JE RK 19-147
Inhoudsindicatie
De kinderen zitten te lang op een gesloten plek. Er is onvoldoende voortvarend gewerkt door de GI (Leger des Heils).
(ZIE OOK: ECLI:NL:RBMNE:2018:6795. ECLI:NL:RBMNE:2018:6794. ECLI:NL:RBMNE:2019:1993. ECLI:NL:RBMNE:2019:1980)
Uitspraak
beschikking
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Afdeling Familierecht
Zittingsplaats: Utrecht
Zaakgegevens: C/16/474148 / JE RK 19-146 (machtiging gesloten jeugdhulp [voornaam van minderjarige 1])
Zaakgegevens: C/16/474149 / JE RK 19-147 (machtiging gesloten jeugdhulp [voornaam van minderjarige 2])
Datum uitspraak: 13 februari 2019
Beschikking machtiging gesloten jeugdhulp
In de zaak van
de gecertificeerde instelling Leger Des Heils Jeugdbescherming & Reclassering, hierna te noemen de GI,
gevestigd te [vestigingsplaats] . (C/16/474148 / JE RK 19-146 & C/16/474149 / JE RK 19-147)
Betreffende
[minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum] 2001 te Italië, hierna te noemen [voornaam van minderjarige 1]
en
[minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum] 2003 te Italië, hierna te noemen [voornaam van minderjarige 2] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[belanghebbende 1] , hierna te noemen de vader (naar eigen zeggen),
thans verblijvende in de [verblijfplaats 1] ,
[belanghebbende 2] , hierna te noemen de moeder (naar eigen zeggen),
thans verblijvende in de [verblijfplaats 2] .
De Raad voor de Kinderbescherming is op grond van artikel 810 lid 1, Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, gevraagd van advies te dienen.
Bijzondere toegang is verleend aan mevrouw [A] , begeleidster/mentor van de kinderen vanuit [stichting 1] .
1 Het procesverloop
De kinderrechter verwijst voor het procesverloop tot 29 januari 2019 naar beschikkingen van die datum. De kinderrechter heeft bij die beschikking de beslissing op het verzoek van de GI omtrent de aansluitende machtiging gesloten jeugdhulp van drie maanden betreffende de minderjarigen aangehouden tot 13 februari 2019. Daarbij is bepaald dat de GI de kinderrechter uiterlijk 11 februari 2019 schriftelijk informeert zoals beschreven in de beschikking van 29 januari 2019.
De kinderrechter heeft daarna kennis genomen van:
- schriftelijke informatie van de GI ten aanzien van de vervolgplaatsing van de kinderen van 11 februari 2019, ingekomen bij de griffie op 12 februari 2019.
Op 13 februari 2019 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- de minderjarigen [voornaam van minderjarige 1] en [voornaam van minderjarige 2] , bijgestaan door mr. R. Wouters en in het bijzijn van een tolk; mevrouw M. Russo,
- de ouders, bijgestaan door mr. J. Wouters en in het bijzijn van een tolk; mevrouw W.J. Deelen,
- de heer [B] namens de Raad,
De GI heeft schriftelijk tevoren laten weten niet aanwezig te kunnen zijn op de zitting.
2 De feiten
Bij beschikking van 23 oktober 2018 zijn [voornaam van minderjarige 1] en [voornaam van minderjarige 2] voor de duur van drie maanden onder voorlopige voogdij gesteld van het Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering.
[voornaam van minderjarige 1] en [voornaam van minderjarige 2] verblijven bij [stichting 1] in [vestigingsplaats] .
Bij beschikking van 22 januari 2019 is er een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp verleend tot 19 februari 2019. Hierbij werd de behandeling van het verzoek tot het verlenen van een aansluitende machtiging gesloten jeugdhulp voor de duur van drie maanden aangehouden. Bij beschikking van 29 januari 2019 is de beslissing op de aansluitende verzoeken machtiging gesloten jeugdhulp betreffende de minderjarigen voor de duur van drie maanden opnieuw aangehouden.
3 Het verzoek
De GI heeft een machtiging verzocht om [voornaam van minderjarige 1] en [voornaam van minderjarige 2] in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van drie maanden. In de schriftelijke aanvulling van 11 februari jl. van de GI staat beschreven dat er twee mogelijkheden van plekken zijn waar [voornaam van minderjarige 1] en [voornaam van minderjarige 2] kunnen worden geplaatst. Zo is de plek [naam organisatie] besproken, [naam organisatie] heeft echter aangegeven dat er wachtlijsten zijn op de reguliere groep. De tweede mogelijkheid is [stichting 2] . [stichting 2] is een onderdeel van [naam organisatie] en begeleidt alleenstaande minderjarige vluchtelingen. De mentor van de kinderen vanuit [stichting 1] zou in dit traject bij [stichting 2] zijdelings betrokken kunnen blijven bij de kinderen. Andere locaties zoals [locatie 1] en [locatie 2] hebben aangegeven vooralsnog geen plek te hebben.