Home

Rechtbank Midden-Nederland, 29-01-2019, ECLI:NL:RBMNE:2019:1993, C/16/474148 / JE RK 19-147 en C/16/474149 / JE RK 19-147

Rechtbank Midden-Nederland, 29-01-2019, ECLI:NL:RBMNE:2019:1993, C/16/474148 / JE RK 19-147 en C/16/474149 / JE RK 19-147

Gegevens

Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Datum uitspraak
29 januari 2019
Datum publicatie
8 mei 2019
ECLI
ECLI:NL:RBMNE:2019:1993
Zaaknummer
C/16/474148 / JE RK 19-147 en C/16/474149 / JE RK 19-147

Inhoudsindicatie

De kinderen zitten te lang op een gesloten plek. Er is onvoldoende voortvarend gewerkt door de GI (Leger des Heils).

(ZIE OOK: ECLI:NL:RBMNE:2018:6795. ECLI:NL:RBMNE:2018:6794. ECLI:NL:RBMNE:2019:1995. ECLI:NL:RBMNE:2019:1980)

Uitspraak

beschikking

Afdeling Familierecht

Zittingsplaats: Utrecht

Zaakgegevens: C/16/474148 / JE RK 19-147 ( [voornaam van minderjarige 1] ) C/16/474149 / JE RK 19-147 ( [voornaam van minderjarige 2] )

Datum uitspraak: 29 januari 2019

Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering, hierna te noemen de Gecertificeerde Instelling (GI),

gevestigd te [vestigingsplaats] ,

betreffende

De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

thans verblijvende in de [verblijfplaats 1] ,

thans verblijvende in de [verblijfplaats 2] .

Het procesverloop

De kinderrechter verwijst voor het procesverloop tot 22 januari 2019 naar de beschikkingen van die datum. De kinderrechter heeft bij die beschikking een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp voor [voornaam van minderjarige 1] en [voornaam van minderjarige 2] verleend voor de duur van vier weken, te weten tot 19 februari 2019. De beslissing is voor het overige aangehouden.

De kinderrechter heeft daarna kennisgenomen van:

- de brief van mr. R. Wouters van 25 januari 2019.

Op 29 januari 2019 heeft de kinderrechter de behandeling van de zaak ter zitting met gesloten deuren voortgezet.

Gehoord zijn:

- de minderjarigen [voornaam van minderjarige 1] en [voornaam van minderjarige 2] , bijgestaan door mr. R. Wouters,

- de ouders, bijgestaan door mr. J. Wouters,

- de heer V.F.M. Cantalamessa, de tolk van de ouders,

- de heer [A] en mevrouw [B] , vertegenwoordigers van de GI.

Het verzoek

De GI heeft een machtiging verzocht om [voornaam van minderjarige 1] en [voornaam van minderjarige 2] in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van drie maanden.

De standpunten

Namens de GI is het volgende naar voren gebracht. [C (voornaam)] (de schoonzus van de kinderen) verblijft momenteel bij [naam stichting] in een pleeggezin. De GI heeft contact gehad met [naam stichting] en uit dit contact is naar voren gekomen dat de moeder daar ook kan verblijven als zij de PI mag verlaten met voorwaarden. Er is bij dit pleeggezin echter geen plek voor [voornaam van minderjarige 1] en [voornaam van minderjarige 2] . Op dit moment verblijven [voornaam van minderjarige 1] en [voornaam van minderjarige 2] in een gesloten setting. De GI acht een open setting meer passend bij hen. De GI is hier dan ook naar opzoek en zal hierbij haar best doen om de kinderen op dezelfde plek te plaatsen. Op dit moment lijkt een plek op de open groep bij [naam organisatie] te [vestigingsplaats] de meest passende verblijfplek te zijn waar wellicht op korte termijn plaats is voor de kinderen. Hier dient op korte termijn meer duidelijkheid over te komen. Ten aanzien van het DNA-onderzoek heeft de GI verklaard dat zij bij het Openbaar Ministerie opnieuw een verzoek hebben neergelegd om het DNA van de ouders en de meisjes te mogen gebruiken voor een verwantschapsonderzoek. De GI merkt hierbij wel op dat de twijfel over het verwantschap naarmate de tijd vordert steeds meer afneemt.

Namens [voornaam van minderjarige 1] en [voornaam van minderjarige 2] is eveneens verweer gevoerd tegen het verzoek van de GI. De advocaat van [voornaam van minderjarige 1] en [voornaam van minderjarige 2] heeft verzocht om de machtiging gesloten jeugdhulp te verlenen voor een maand en heeft daarbij verzocht om de beslissing op het overige deel aan te houden. Op deze manier wordt er druk op de ketel gehouden en worden er de meeste stappen gezet. Positief is dat het gezin en de hulpverlening het met elkaar eens zijn over een overplaatsing van [voornaam van minderjarige 1] en [voornaam van minderjarige 2] naar een open setting en dat vooral voor [voornaam van minderjarige 2] belangrijk is dat de meisjes op dezelfde plek dienen te worden geplaatst. De kinderen hebben geen baat bij de gesloten setting waar zij nu verblijven. Een open setting is tevens belangrijk zodat de moeder hen regelmatig kan bezoeken.

Door en namens de ouders is verweer gevoerd tegen het verzoek van de GI. De ouders hebben verzocht om het verzoek van de GI wegens gebrek aan belang af te wijzen. Het is in het belang van het gezin dat de moeder zo spoedig mogelijk met de kinderen wordt herenigd. De moeder mist de kinderen enorm en de kinderen hebben haar nodig. Het belang van deze hereniging en een plaatsing van de kinderen in een open instelling dienen voorop te worden gesteld. [voornaam van minderjarige 1] en [voornaam van minderjarige 2] kunnen niet bij het pleeggezin van [naam stichting] terecht omdat dit anders te druk wordt voor de pleegouders die overigens zelf drie kinderen thuis hebben wonen. Zodra [voornaam van minderjarige 1] en [voornaam van minderjarige 2] op een open plek worden geplaatst, zal de situatie voor moeder ook veranderen, in die zin dat zij dan waarschijnlijk met voorwaarden de PI mag verlaten.

De beoordeling

De beslissing