Rechtbank Midden-Nederland, 10-04-2019, ECLI:NL:RBMNE:2019:1980, C/16/474148 / JE RK 19-146 en C/16/474149 / JE RK 19-147
Rechtbank Midden-Nederland, 10-04-2019, ECLI:NL:RBMNE:2019:1980, C/16/474148 / JE RK 19-146 en C/16/474149 / JE RK 19-147
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Midden-Nederland
- Datum uitspraak
- 10 april 2019
- Datum publicatie
- 8 mei 2019
- ECLI
- ECLI:NL:RBMNE:2019:1980
- Zaaknummer
- C/16/474148 / JE RK 19-146 en C/16/474149 / JE RK 19-147
Inhoudsindicatie
De kinderen zitten te lang op een gesloten plek. Er is onvoldoende voortvarend gewerkt door de GI (Leger des Heils).
(ZIE OOK: ECLI:NL:RBMNE:2018:6795. ECLI:NL:RBMNE:2018:6794. ECLI:NL:RBMNE:2019:1993. ECLI:NL:RBMNE:2019:1995)
Uitspraak
beschikking
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Familierecht
Locatie Utrecht
Zaakgegevens: C/16/474148 / JE RK 19-146 en C/16/474149 / JE RK 19-147
Datum uitspraak: 10 april 2019
beschikking machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaken van
Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering, hierna te noemen de gecertificeerde instelling (de GI), gevestigd te [vestigingsplaats] ,
betreffende
[minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum] 2001 te Italië, hierna te noemen [voornaam van minderjarige 1] ,
en
[minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum] 2003 te Italië, nader te noemen [voornaam van minderjarige 2] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[belanghebbende 1] , hierna te noemen de vader (naar eigen zeggen),
thans verblijvende in de [verblijfplaats 1] ,
[belanghebbende 2] , hierna te noemen de moeder (naar eigen zeggen),
thans verblijvende in de [verblijfplaats 2] .
De Raad voor de Kinderbescherming is op grond van artikel 810, eerste lid, Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering gevraagd de rechtbank van advies te dienen.
1 Het procesverloop
De kinderrechter verwijst voor het procesverloop tot 13 februari 2019 naar de beschikking van die datum. De kinderrechter heeft bij die beschikking een machtiging gesloten jeugdhulp verleend, met ingang van 19 februari 2019 tot 13 april 2019, en de beslissing op het verzoek voor het overige aangehouden. De kinderrechter heeft daarbij bepaald dat de GI verzocht wordt om uiterlijk 5 april 2019 aan de rechtbank en de advocaten een update te geven en te laten weten of zij haar verzoeken handhaaft of intrekt.
De kinderrechter heeft daarna kennisgenomen van:
- de brief d.d. 4 maart 2019 van de Raad, inhoudende informatie over de voortgang van het DNA verwantschapsonderzoek en het vinden van een open plek voor [voornaam van minderjarige 1] en [voornaam van minderjarige 2] ;
- de brief van de GI d.d. 4 april 2019, ingekomen bij de griffie op 8 april 2019, inhoudende een wijziging van het verzoek.
Op 8 april 2019 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld. Gehoord zijn:
- [voornaam van minderjarige 1] ,
- [voornaam van minderjarige 2] ,
- mr. R. Wouters, advocaat van [voornaam van minderjarige 1] en [voornaam van minderjarige 2] ,
- de vader (naar eigen zeggen),
- de moeder (naar eigen zeggen),
- mr. J. Wouters, advocaat van de ouders,
- de heer [A] , namens de GI,
- mevrouw [B] , namens de Raad voor de Kinderbescherming,
- mevrouw M. Russo en mevrouw J. Dubois, tolken.
2 De feiten
Bij beschikking van 23 oktober 2018 zijn [voornaam van minderjarige 1] en [voornaam van minderjarige 2] onder voogdij gesteld van het Leger des Heils Jeugdbescherming en Reclassering voor de duur van drie maanden. Daarbij is bepaald dat deze maatregel van rechtswege vervalt na expiratie van voormelde termijn, tenzij voor het einde van die termijn aan de rechter een voorziening in het gezag over [voornaam van minderjarige 1] en [voornaam van minderjarige 2] is verzocht.
De Raad voor de Kinderbescherming heeft op 14 januari 2019 bij de rechtbank een verzoek ingediend betreffende de benoeming van een (tijdelijke) voogd. Ter zitting van 13 februari 2019 is de beslissing op dit verzoek aangehouden.
[voornaam van minderjarige 1] en [voornaam van minderjarige 2] verblijven bij [stichting 1] in [vestigingsplaats] .
De kinderrechter heeft bij beschikking van 13 februari 2019 een machtiging gesloten jeugdhulp verleend, met ingang van 19 februari 2019 tot 13 april 2019, en de beslissing op het verzoek voor het overige aangehouden.
3 De (gewijzigde) verzoeken
De GI heeft ter zitting van 8 april 2019 de op 14 januari 2019 ingediende verzoeken tot het verlenen van een machtiging gesloten jeugdhulp (bekend onder het kenmerk C/16/473759 / JE RK 19-91) ingetrokken, zodat daarop niet meer hoeft te worden beslist.
De kinderrechter dient nog te beslissen op het bij beschikking van 13 februari 2019 aangehouden deel van het verzoek tot het verlenen van een machtiging gesloten jeugdhulp.
Voorts dient de kinderrechter te beslissen op het verzoek van de GI van 4 april 2019 om ten aanzien van [voornaam van minderjarige 1] en [voornaam van minderjarige 2] een voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdhulp te verlenen voor de duur van zes maanden, met ingang van 13 april 2019.