De personen, werkzaam in de functie van assistent Intake en Service B en medewerker Intake en Service in dienst van de regionale eenheid Oost-Nederland, zijn aangewezen als buitengewoon opsporingsambtenaar.
Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Intake & Service bij de regionale eenheid Oost-Nederland 2019
Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Intake & Service bij de regionale eenheid Oost-Nederland 2019
Opschrift
Aanhef
De Minister voor Rechtsbescherming,
Gelezen het verzoek van de regionale eenheid Oost-Nederland van 14 mei 2019 en de adviezen van de hoofdofficier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland en de korpschef als bedoeld in artikel 27 van de Politiewet 2012;
Gelet op:
- –
artikel 142, eerste lid, aanhef en onder b en derde lid, van het Wetboek van Strafvordering;
- –
artikel 36, eerste lid, en artikel 41, tweede lid, van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar;
- –
artikel 17, eerste lid, aanhef en onder 2, van de Wet op de economische delicten;
- –
de regeling domeinlijsten buitengewoon opsporingsambtenaren;
- –
Besluit:
Artikel 1
In dit besluit wordt verstaan onder buitengewoon opsporingsambtenaar: de persoon als bedoeld in artikel 2.
Artikel 2
Aan de buitengewoon opsporingsambtenaar wordt op grond van het gestelde in het onderdeel Beperkte opsporingsbevoegdheden van bijlage H van de Beleidsregels Buitengewoon opsporingsambtenaar, ontheffing verleend van het bepaalde in artikel 16, eerste lid, van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar, onder de voorwaarde dat een certificaat is overgelegd, waaruit blijkt dat betrokkene met goed gevolg binnen een periode van vijf jaar voorafgaande aan de aanvraag heeft deelgenomen aan een op deze functie gerichte interne opleiding.
Artikel 3
De buitengewoon opsporingsambtenaar is bevoegd tot het opsporen van de strafbare feiten behorend tot het domein VI, Generieke Opsporing, zoals opgenomen in de bijlage bij de Regeling domeinlijsten buitengewoon opsporingsambtenaar.