Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 19-05-2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:1605, 200.238.760_01

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 19-05-2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:1605, 200.238.760_01

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
19 mei 2020
Datum publicatie
3 juni 2020
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2020:1605
Formele relaties
Zaaknummer
200.238.760_01

Inhoudsindicatie

onrechtmatig handelen

Uitspraak

Team Handelsrecht

Zaaknummer 200.238.760/01

Arrest van 19 mei 2020

in de zaak van

de stichting ONDERWIJSSTICHTING DE KEMPEN,

gevestigd te [vestigingsplaats 1] ,

appellante in principaal beroep,

geïntimeerde in incidenteel beroep,

hierna te noemen Onderwijsstichting,

advocaat: mr. G.J. Heussen te Baarn,

tegen

1 [geïntimeerde 1] ,

2. [geïntimeerde 2],

beiden voor zichzelf en in hun hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van hun minderjarige zoon

3. [de jongmeerderjarige],

allen wonende te [woonplaats] ,

geïntimeerden in principaal beroep,

appellanten in incidenteel beroep,

hierna gezamenlijk te noemen [geintimeerden c.s.] of (de) ouders,

advocaat: mr. W.D. Berkhout te Utrecht,

op het bij exploot van dagvaarding van 3 mei 2018 (onder intrekking van een eerdere dagvaarding van 30 april 2018) ingeleide hoger beroep van het vonnis van 14 februari 2018, door de rechtbank Oost-Brabant, Afdeling Civiel Recht, zittingsplaats Eindhoven, gewezen tussen [geintimeerden c.s.] als eisers en Onderwijsstichting als gedaagde. De aanduiding van partijen in de kop van het vonnis is aangepast bij herstelvonnis van 6 juni 2018.

1 Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/01/314895 / HA ZA 16-738)

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voornoemde vonnissen.

2 Het geding in hoger beroep

Het verloop van de procedure blijkt uit:

-

de dagvaarding in hoger beroep;

-

de brief van 22 mei 2018 van dit hof met uitnodiging van partijen voor een comparitie van partijen;

-

van Onderwijsstichting: de akte uitlating ex artikel 127a lid 2 Rv annex akte verzoek tot royement;

-

het arrest van 2 oktober 2018 waarbij de zaak is verwezen naar de rol van 13 november 2018 voor memorie van grieven in incidenteel hoger beroep aan de zijde van [geintimeerden c.s.] ;

-

de memorie van grieven in incidenteel appel met producties;

-

de memorie van antwoord in incidenteel beroep.

Het hof heeft daarna op verzoek van partijen een datum voor arrest bepaald. Het hof doet recht op bovenvermelde stukken en de stukken van de eerste aanleg.

3 De beoordeling

4 De uitspraak