Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 02-10-2018, ECLI:NL:GHSHE:2018:4182, 200.238.760_01

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 02-10-2018, ECLI:NL:GHSHE:2018:4182, 200.238.760_01

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
2 oktober 2018
Datum publicatie
3 juni 2020
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2018:4182
Formele relaties
Zaaknummer
200.238.760_01

Inhoudsindicatie

geen griffierecht betaald

Uitspraak

Afdeling civiel recht

zaaknummer 200.238.760/01

arrest van 2 oktober 2018

in de zaak van

Onderwijsstichting De Kempen,

gevestigd te [vestigingsplaats] ,

appellante,

hierna aan te duiden als appellante,

advocaat: mr. G.J. Heussen te Baarn,

tegen

1 [geïntimeerde 1] ,wonende te [woonplaats] ,

2. [geïntimeerde 2] ,wonende te [woonplaats] ,

3. [geïntimeerde 3] ,wonende te [woonplaats] ,

geïntimeerden,

hierna aan te duiden als [geintimeerden c.s.] ,

advocaat: mr. W.D. Berkhout te Utrecht,

op het bij exploot van dagvaarding van 3 mei 2018 ingeleide hoger beroep van het vonnis van 14 februari 2018, door de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats Eindhoven, gewezen tussen appellante als gedaagde en [geintimeerden c.s.] als eisers.

1 Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/01/314895/HA ZA 16-738)

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormeld vonnis.

2 Het geding in hoger beroep

2.1.

Appellante heeft bij voormeld exploot geïntimeerden opgeroepen om te verschijnen ter openbare terechtzitting van dit hof van 15 mei 2018, op welke datum appellante de zaak ook heeft aangebracht. Partijen hebben een advocaat doen stellen.

2.2.

Appellante is in de gelegenheid gesteld om het griffierecht binnen vier weken na aanbrengen, derhalve uiterlijk op 12 juni 2018 te voldoen. Geconstateerd is dat appellante het griffierecht niet tijdig heeft voldaan.

2.3.

Appellante heeft op de rol van 24 juli 2018 geen memorie van grieven genomen en aangegeven dat zij het hoger beroep wil intrekken. Geïntimeerden hebben vervolgens op de rol van 7 augustus 2018 bij H-formulier aangeven niet akkoord te gaan met doorhaling van de zaak en wensen dat appellante veroordeeld wordt in de kosten van het principaal hoger beroep. Tevens hebben zij aangegeven dat zij incidenteel hoger beroep willen instellen.

2.4.

Nadat appellante in de gelegenheid is gesteld om zich uit te laten ex artikel 127a lid 2 Rv, heeft zij op de rol van 21 augustus 2018 een akte genomen. Geïntimeerden hebben op diezelfde rol bij akte aangegeven dat zij incidenteel hoger beroep willen instellen.

2.5.

Hierna is bepaald dat arrest wordt gewezen.

3 De motivering

4 De uitspraak