Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 10-10-2022, ECLI:NL:RBZWB:2022:5857, AWB - 20 _ 9550
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 10-10-2022, ECLI:NL:RBZWB:2022:5857, AWB - 20 _ 9550
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 10 oktober 2022
- Datum publicatie
- 18 oktober 2022
- Annotator
- Zaaknummer
- AWB - 20 _ 9550
- Relevante informatie
- Art. 17 lid 2 Wet WOZ, Art. 22 Wet WOZ
Inhoudsindicatie
Voor deze uitspraak is geen samenvatting gemaakt.
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 20/9550
[belanghebbende 1], uit [plaats], belanghebbende
(gemachtigde: [gemachtigde]),
en
de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking West-Brabant (de heffingsambtenaar)
en de Staat der Nederlanden (de minister van Justitie en Veiligheid).
Inleiding
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van 2 oktober 2020.
De heffingsambtenaar heeft de waarde van de onroerende zaak [adres] te [plaats] (de woning) op 1 januari 2019 (de waardepeildatum) vastgesteld op € 350.000 (de WOZ-beschikking). Met deze waardevaststelling zijn aan belanghebbende voor het jaar 2020 (onder andere) ook de aanslag in de onroerendezaakbelastingen van de gemeente [plaats] (de aanslag OZB) en de aanslag watersysteemheffing eigenaren van het Waterschap Brabantse Delta opgelegd.
Bij brief van 17 maart 2020 heeft de heffingsambtenaar de WOZ-waarde van de woning ambtshalve vastgesteld op € 343.000 en de aanslagen OZB en watersysteemheffing eigenaren dienovereenkomstig verlaagd.
De heffingsambtenaar heeft het bezwaar van belanghebbende ongegrond verklaard.
De heffingsambtenaar heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
De rechtbank heeft het beroep op 16 september 2022 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: plaatsvervangend gemachtigde van belanghebbende, [gemachtigde], en [gemachtigde] en [taxateur] (taxateur) namens de heffingsambtenaar.