Home

Rechtbank Zutphen, 18-08-2010, BN4454, 06/940174-10

Rechtbank Zutphen, 18-08-2010, BN4454, 06/940174-10

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zutphen
Datum uitspraak
18 augustus 2010
Datum publicatie
19 augustus 2010
ECLI
ECLI:NL:RBZUT:2010:BN4454
Zaaknummer
06/940174-10

Inhoudsindicatie

Tussenbeslissing in zaak verdachte A. De rechtbank heeft in een tussenbeslissing beslist op de verzoeken van de advocaten van de drie verdachten. De drie worden verdacht van betrokkenheid bij een vechtpartij aan de Den Elterweg in Zutphen op 9 mei 2010 die uiteindelijk leidde tot de dood van een 18-jarige jongen. De verzoeken werden gedaan op de pro-formazitting op woensdag 4 augustus. Zie voor de tussenbeslissingen van de twee andere verdachten LJN BN4459 en LJN BN4457.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN

Sector Straf

Meervoudige kamer

Parketnummer 06/940174-10

Uitspraak d.d. 18 augustus 2010

Tegenspraak / dip

TUSSENBESLISSING

in de zaak tegen:

[verdachte A],

geboren te [plaats, 1994],

wonende te [adres],

thans gedetineerd in het JPC 'De Sprengen' te Zutphen.

Raadsman mr. C.L. Kranendonk, advocaat te Beverwijk.

Onderzoek van de zaak

Deze beslissing is gegeven naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting

van 4 augustus 2010. Deze (regie)zitting was gepland om de procesdeelnemers in de gelegenheid te stellen mogelijke onderzoekswensen en eventuele andere verzoeken aan de orde te stellen.

Onderzoeksvragen1

De raadsman heeft ter terechtzitting een aantal onderzoekwensen voorgelegd, onder het voorbehoud van nadere onderzoeksvragen naar aanleiding van onder meer het nog uit te brengen NFI-rapport en het definitieve sectierapport.

Horen getuigen [verdachte C] en [getuige A]

De rechtbank wijst toe het verzoek van de raadsman om (medeverdachten) [verdachte C] en [getuige A] door de rechter-commissaris te horen als getuigen. Het horen van deze getuigen, waartegen de officier van justitie zich niet heeft verzet, kan namelijk relevant zijn voor enige door de rechtbank in deze strafzaak te nemen beslissing.

Horen getuigen [getuige B], [getuige C] en [getuige D]

Door de raadsman is verzocht om deze ooggetuigen door de rechter-commissaris (nader) te horen, met name in verband met de door [getuige B] afgelegde -gedetailleerde- verklaring over de aard en omvang van het geweld dat door verdachte op [slachtoffer] (verder te noemen: het slachtoffer) uitgeoefend zou zijn.

De officier van justitie heeft zich verzet tegen het horen van deze getuigen, in verband met hun jonge leeftijd en omdat zij reeds uitgebreid zijn gehoord bij de politie. De vraag of [getuige B] gehoord moet worden, kan volgens de officier van justitie bovendien pas beantwoord worden nadat de aanvullende rapporten gereed zijn. De rechtbank is van oordeel dat het horen van deze getuigen, door de rechter-commissaris, relevant kan zijn voor enige door de rechtbank in deze zaak te nemen beslissing. Er is in dit geval geen aanleiding het horen van ooggetuige [getuige B] afhankelijk te stellen van de uitkomst van een deskundigenonderzoek. De rechter-commissaris kan verder in de verhooromstandigheden rekening houden met het feit dat het om jonge getuigen gaat. Dit verzoek zal daarom worden toegewezen.

Nader horen van de getuige [getuige E]

De raadsman heeft verzocht om deze getuige - die kort na de mogelijke aanrijding met de personenauto dicht bij het slachtoffer is gebleven tot de ambulance kwam - nader te horen omtrent de positie waarin het slachtoffer op de weg lag en de mogelijke wijziging van die positie.

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat dit verzoek prematuur is en dat eerst de bevindingen van het NFI dienen te worden afgewacht.

De rechtbank is van oordeel dat het horen van deze getuige relevant kan zijn voor enige door de rechtbank in deze zaak te nemen beslissing. Het verzoek zal daarom worden toegewezen.

Reconstructie / mogelijke schouw

Door de raadsman is aangevoerd dat het van belang kan zijn aan de hand van het resultaat van de gevraagde getuigenverhoren een reconstructie (door de raadsman daarnaast ook wel "schouw" genoemd) nodig zou kunnen maken van het voorval, vanaf het moment dat het slachtoffer op de grond terecht is gekomen.

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat dit verzoek eveneens te vroegtijdig is gedaan en dat eerst de resultaten dienen te worden afgewacht van het NFI-onderzoek.

De raadsman heeft zich vervolgens bij die stellingname aangesloten.

Met partijen is de rechtbank van oordeel dat eerst de resultaten van het NFI-onderzoek bekend dienen te zijn, zodat het verzoek thans zal worden afgewezen.

Open verwijzing naar de rechter-commissaris

De raadsman heeft aangevoerd dat een open verwijzing naar de rechter-commissaris het meest op zijn plaats is, omdat - kort gezegd - de rechter-commissaris adequaat en snel kan beslissen op mogelijke nieuw opkomende vraagpunten.

De officier van justitie heeft aangevoerd dat een open verwijzing op dit moment te vroegtijdig is en dat de voorkeur verdient dat, in ieder geval zolang het definitieve rapport van het NFI en het definitieve sectierapport niet voorhanden zijn, de regie in handen blijft van de rechtbank.

Bij de huidige stand van het onderzoek is de rechtbank van oordeel dat een open verwijzing naar de rechter-commissaris niet in het belang is een doelmatige procesvoering. De rechtbank wil zelf de regie in handen houden, mede gericht op haar van belang voorkomende vraagstellingen en andere mogelijke onderzoekshandelingen.

De rechtbank zal in dat verband - op voorstel van de officier van justitie - bepalen dat een nadere (regie)zitting zal worden gehouden, ten behoeve van mogelijke (nadere) onderzoeksvragen.

Vooralsnog zal de rechtbank het onderzoek schorsen voor onbepaalde tijd, in afwachting van de naar verwachting medio oktober 2010 voorhanden zijnde NFI-rapportage en het definitieve sectierapport.

Ambtshalve beslissing met betrekking tot de getuigenverhoren

Om redenen van een doelmatige procesvoering zal de rechtbank bepalen dat de processen-verbaal van de in de zaak van deze verdachte te houden getuigenverhoren worden gevoegd in de dossiers van de medeverdachten [verdachte B] en [verdachte C]. In de zaken van die medeverdachten zal bij tussenbeslissing van heden bepaald worden dat de processen-verbaal van de in die zaken te bevelen getuigenverhoren worden gevoegd in het dossier van verdachte.

Deze beslissing brengt mee dat de rechter-commissaris verzocht wordt te bevorderen dat de raadslieden van de medeverdachten in de gelegenheid worden gesteld de in de zaak van deze verdachte opgedragen verhoren bij te wonen en die getuigen zonodig vragen te stellen, terwijl de raadsman van verdachte in de gelegenheid zal worden gesteld de verhoren in de zaken van die medeverdachten bij te wonen en vragen te stellen.

Schorsing van het onderzoek

Vooralsnog zal de rechtbank het onderzoek schorsen voor onbepaalde tijd, in afwachting van de naar verwachting medio oktober 2010 voorhanden zijnde NFI-rapportage en het definitieve sectierapport. Het gaat dan om een schorsing van langer dan één maand. De klemmende redenen daarvoor zijn dat de onderzoeksresultaten niet binnen de termijn van één maand beschikbaar zullen zijn.

Beslissing

De rechtbank:

stelt de stukken in handen van de rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank, opdat als getuigen worden gehoord:

- (medeverdachte) [verdachte C], wonende te [adres];

- [getuige A], wonende te [adres];

- [getuige B], wonende te [adres];

- [getuige C], wonende te [adres];

- [getuige D], wonende te [adres];

- [getuige E], wonende te [adres];

- bepaalt dat de processen-verbaal van deze verhoren worden gevoegd in de dossiers van de medeverdachten [verdachte B] en [verdachte C];

- bepaalt dat de bij de rechter-commissaris afgelegde (getuigen)verklaringen in de zaken van de medeverdachten worden gevoegd in de onderhavige zaak;

* wijst de overige door de raadsman gedane verzoeken af;

* schorst het onderzoek voor onbepaalde tijd - dat wil zeggen voor langer dan één maand, maar niet langer dan drie maanden na heden - en beveelt de oproeping van verdachte tegen de nader te bepalen (regie)terechtzitting, met kennisgeving daarvan aan zijn raadsman;

De klemmende redenen dat de schorsing langer dan één maand is, is gelegen in de omstandigheid dat de NFI-rapportage niet binnen die termijn gereed zal zijn, terwijl ook de andere onderzoekshandelingen naar verwachting niet binnen dat tijdsbestek afgerond kunnen zijn;

* beveelt voorts de oproeping van de moeder van verdachte en de gezinsvoogdes.

Deze beslissing is gegeven door mrs. Kleinrensink, voorzitter tevens kinderrechter, Van Valderen en Van der Mei, rechters, in tegenwoordigheid van Van Bun, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 18 augustus 2010.

Mr. Van der Mei voornoemd is buiten staat mede te ondertekenen.

Eindnoot

1 Brief raadsman gedateerd 3 augustus 2010, kenmerk 1004024A/CK/jh