Home

Rechtbank Rotterdam, 15-03-2012, BV9315, AWB 11/1638 WOB – T2

Rechtbank Rotterdam, 15-03-2012, BV9315, AWB 11/1638 WOB – T2

Gegevens

Instantie
Rechtbank Rotterdam
Datum uitspraak
15 maart 2012
Datum publicatie
20 maart 2012
ECLI
ECLI:NL:RBROT:2012:BV9315
Formele relaties
Zaaknummer
AWB 11/1638 WOB – T2

Inhoudsindicatie

De verklaring van verweerder dat hij niet beschikt over de informatie en dat deze met het verouderde automatiseringssysteem ook niet eenvoudig te genereren is, komt de rechtbank niet onaannemelijk voor.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Sector Bestuursrecht

Meervoudige kamer

Reg.nr.: AWB 11/1638 WOB – T2

Uitspraak in het geding tussen

X, wonende te Eindhoven, eiser,

en

de algemeen directeur Gemeentebelastingen Rotterdam, verweerder.

1 Ontstaan en loop van de procedure

Bij besluit van 8 februari 2011 (hierna het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiser tegen het besluit van 23 december 2010 ongegrond verklaard.

Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 31 januari 2012. Eiser is met kennisgeving niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. J. Lankhaar.

2 Overwegingen

2.1 Bij brief van 24 november 2010 heeft eiser het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: WOB) verzocht mee te delen welk aantal van de in 2009 bij de gemeente Rotterdam ingediende bezwaarschriften in het kader van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: WOZ) is afgewezen dan wel toegewezen, alsmede met welk bedrag de WOZ-waarde in de uitspraken op bezwaar gemiddeld is verminderd.

Bij besluit van 23 december 2010, zoals gehandhaafd bij het bestreden besluit, heeft verweerder op het verzoek beslist. Voor gegevens inzake de aantallen bezwaarschriften heeft verweerder verwezen naar het op internet gepubliceerde Burgerjaarverslag 2009. Wat betreft de verzochte gegevens over de gemiddelde vermindering van de WOZ-waarde in bezwaar heeft verweerder meegedeeld dat deze niet worden geregistreerd en dus niet kunnen worden verstrekt.

2.2 Eiser betoogt dat de door hem verzochte informatie over de gemiddelde vermindering van de WOZ-waarde in uitspraken op bezwaar eenvoudig te genereren is en dus ten onrechte niet is verstrekt.

Deze stelling leidt niet tot gegrondverklaring van het beroep. Verweerder heeft verklaard dat hij niet beschikt over de door eiser gevraagde informatie en dat deze evenmin eenvoudig te genereren is. Desgevraagd heeft de gemachtigde van verweerder ter zitting uitdrukkelijk bevestigd dat het – verouderde - automatiseringssysteem waarin de gemeente de gegevens over de toepassing van de WOZ registreert, daartoe (nog) niet de mogelijkheid biedt, ook niet voor managementdoeleinden.

Deze verklaring van verweerder acht de rechtbank niet onaannemelijk.

2.3 Het beroep is ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling ziet de rechtbank geen aanleiding.

3 Beslissing

De rechtbank,

recht doende:

verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gedaan door mr. T. Damsteegt, voorzitter, en mr. E.R. Houweling en mr. D. Brugman, leden, in tegenwoordigheid van C.E. Delvaux, griffier.

De griffier: De voorzitter:

Uitgesproken in het openbaar op: 15 maart 2012.

Een belanghebbende - onder wie in elk geval eiser wordt begrepen - en verweerder kunnen tegen deze uitspraak hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA 's-Gravenhage. De termijn voor het indienen van het beroepschrift is zes weken en vangt aan met ingang van de dag na die waarop het afschrift van deze uitspraak is verzonden.

Afschrift verzonden op: