Home

Rechtbank Limburg, 13-10-2020, ECLI:NL:RBLIM:2020:7847, C/03/282379 / KG ZA 20-364

Rechtbank Limburg, 13-10-2020, ECLI:NL:RBLIM:2020:7847, C/03/282379 / KG ZA 20-364

Gegevens

Instantie
Rechtbank Limburg
Datum uitspraak
13 oktober 2020
Datum publicatie
22 oktober 2020
ECLI
ECLI:NL:RBLIM:2020:7847
Zaaknummer
C/03/282379 / KG ZA 20-364

Inhoudsindicatie

Aanbestedingsrecht. Beoordelingssystematiek. Voorgeschreven theoretisch rekenmodel rendementsberekening.

Inschrijver manipuleert spreadsheet rekenmodel. Inschrijver had vooraf vragen dienen te stellen.

Uitspraak

vonnis

Burgerlijk recht

Zittingsplaats Maastricht

zaaknummer: C/03/282379 / KG ZA 20-364

Vonnis in kort geding van 13 oktober 2020

in de zaak van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

STEVACON BOUW B.V.,

gevestigd te Wessem, gemeente Maasgouw,

eiseres,

advocaat mr. C.M. van der Corput,

tegen

de publiekrechtelijke rechtspersoon

GEMEENTE MAASTRICHT,

zetelend te Maastricht,

gedaagde,

advocaat mr. H.C. Lejeune,

en

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid.

DURA VERMEER INFRA REGIONALE PROJECTEN B.V.,

gevestigd te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer,

tussenkomende partij,

advocaat mr. L. Mundt.

Partijen zullen hierna Stevacon, de Gemeente en Dura genoemd worden.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

-

de dagvaarding van 11 september 2020, met producties,

-

de incidentele conclusie houdende een verzoek tot tussenkomst (subsidiair voeging),

-

de brief van 25 september 2020 van de Gemeente, met productie,

-

de brief van 28 september 2020 van Dura, met productie,

-

de conclusie tevens akte wijziging eis van Stevacon, met productie,

-

de mondelinge behandeling van 29 september 2020, met de pleitnota van Stevacon, de pleitnota van de Gemeente en de pleitnota (inhoudende aanvulling van eis) van Dura.

1.2.

De voorzieningenrechter heeft ter kort gedingzitting beslist op de incidentele vordering tot tussenkomst van Dura. De overige partijen hadden geen bezwaren ter zake en de voorzieningenrechter is van oordeel dat Dura een voldoende belang heeft zich te mengen in het aanhangige geding met een eigen vordering in verband met de nadelige gevolgen die zij van de uitspraak in het hoofdgeding kan ondervinden (vgl. ECLI:NL:HR:2014:768) en ook overigens zijn er geen belemmeringen van processuele aard, zodat de tussenkomst ex artikel 217 Rv door de voorzieningenrechter is toegelaten.

1.3.

Ter kort gedingzitting is nog niet beslist op de vordering van Dura tot vergoeding van de kosten van het geding in het incident.

1.4.

De voorzieningenrechter heeft ter kort gedingzitting beslist dat de eiswijzigingen van Stevacon en Dura worden toegelaten. Partijen hadden over en weer geen bezwaren ter zake en de voorzieningenrechter is van oordeel dat er geen belemmeringen van processuele aard zijn die zich tegen de eiswijziging verzetten, zodat recht zal worden gedaan op basis van de gewijzigde eis.

1.5.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten

2.1.

De Gemeente heeft een niet openbare Europese aanbesteding in de markt gezet betreffende de “Randvoorziening Bosscherveld”. Het betreft het ontwerpen en realiseren van een bergbezinkbassin met een minimale capaciteit van 6.000 m³ op de locatie van het huidige bassin (3.000 m³) om zodoende de vuiluitstort uit de riolering te verlagen naar het niveau van de opgelegde basisinspanning. Er is voor het geheel een taakstellend budgetplafond in de offertefase van 4,5 miljoen euro (ex btw).

2.2.

De opdracht wordt gegund op basis van het EMVI-criterium (economisch meest voordelige inschrijving), waarbij de prijs voor 40% en de kwaliteit voor 60% meeweegt. Het subcriterium kwaliteit kent drie onderdelen: (1) aanpak van het werk en uitvoeringsrisico’s, (2) rendement en (3) planning, met de gewichten respectievelijk 25%, 25% en 10%.

2.3.

Inzake het onderdeel rendement is in paragraaf 6.2 (hoofdstuk D, paragraaf D.6, pagina 15 en 16 Gunningsleidraad, productie 2 bij dagvaarding) beschreven hoe de beoordelingssystematiek werkt.

“6.2 Rendement

Doelstelling:

De aanbesteder wil de ondernemers uitdagen een randvoorziening aan te bieden met een zo hoog mogelijk rendement tegen acceptabele kosten en binnen het taakstellend budget.

Achtergrond:

Het systeem dient een minimale capaciteit van zesduizend (6.000) m3 te bufferen en tot een reductie in vuiluitstoot te leiden met een maximale emissie van tienduizend negenhonderd (10.900) kg CSV/jaar of minder. De aanbesteder dient ervoor te zorgen dat de vuiluitworp gereduceerd wordt.

Het rendement van het aangeboden systeem dient te blijken uit de ingediende berekening conform vastgesteld rekenmodel “Model rendementsberekening BBB Bosscherveld 13122019” en hetgeen bepaald is in deze gunningsleidraad. Een hoge reductie is wenselijk voor de waterkwaliteit in de Zuid Willemsvaart.

Het rekenmodel ter bepaling van het rendement van de randvoorziening (bijlage Model

rendementsberekening BBB Bosscherveld 13122019) is gebaseerd op de Kluck-methode. De input voor het model zijn de rekenresultaten van de 10-jarige reeks (1956-1965) van Maastricht-West en betreft het scenario met vijf (5) % afkoppelen van verhard oppervlak en norm voor de afnamecapaciteit. Deze input is gebaseerd op het overstortende debiet per vijf (5) minuten over de interne overstortdrempel Zuid. Per eenheid van vijf (5) minuten wordt het bergings- en bezinkingsrendement berekend. Dit leidt uiteindelijk tot een gewogen rendement per jaar.

Beoordelingsmethodiek:

Voor een hoger rendement dan het maximum van tienduizend negenhonderd (10.900) kg worden punten toegekend. De te behalen waarde is in onderstaande tabel aangegeven.

Bij tussengelegen waardes wordt het aantal procenten recht evenredig berekend. Voorbeeld:

1. Inschrijver biedt een rendement aan van -500 kg en krijgt daardoor 5% kwaliteitsscore. Per kg in deze tweede staffel is 0,025% te behalen (10%/400 kg = 0,025%/kg) --> 200 kg (500 kg - 300 kg) * 0,025% = 5%.

2. Inschrijver biedt een rendement aan van -850 kg en krijgt daardoor 13,75% kwaliteitsscore. Per kg in deze derde staffel is 0,025% te behalen (7,5%/300 kg = 0,025%/kg) --> 150 kg (850 kg -700 kg) * 0,025% = 3,75% + 10% (eerste staffel) = 13,75%.

3. Inschrijver biedt een rendement aan van -1050 kg en krijgt daardoor de maximale kwaliteitsscore van 25,00%.”

2.4.

De volgende bijlagen zijn relevant voor de beoordeling.

Figuur 1: bovenaanzichttekening

Figuur 2: zijaanzichttekening (dwarsdoorsnede)

Figuur 3: cel 62 van het spreadsheet

2.5.

Op grond van de Algemene voorwaarden (hoofdstuk C, paragraaf C.2, pagina 6 Gunningsleidraad) geldt dat de ondernemer die zich inschrijft onvoorwaardelijk instemt met alle aanbestedingsdocumenten, inclusief bijlagen, en de inschrijving conform deze documenten en bijlagen dient te doen.

2.6.

Op grond van de gunningscriteria (hoofdstuk D, paragraaf D.6, pagina 13 Gunningsleidraad) mogen bijlagen worden opgenomen bij de beschrijvingen van de onderdelen van het subcriterium kwaliteit. De bijlagen mogen geen aanvullende informatie bevatten. Als daar toch sprake van is, zal deze informatie niet worden meegenomen. Voorts is bepaald dat de inschrijver daar waar hij afwijkt van de eisen en wensen van de aanbestedende dienst dit uitdrukkelijk en onderbouwd dient aan te geven in de beschrijving van de onderdelen. De aanbesteder behoudt zich het recht voor om de door de inschrijver ingediende afwijkingen naast zich neer te leggen en geen onderdeel uit te laten maken van deze aanbesteding.

2.7.

Stevacon heeft ingeschreven op het werk. Stevacon heeft de volgende toelichting gegeven op de rendementsberekening (§1.2. van productie 10).

“1.2. Wateren drempelpeilen

* Bodempeil bak bij interne overstort zuid (cel G52) uitgaande van:

o gemiddelde vloerpeil: 41.86 m+N.A.P.

o halve vloer lengte: (lengte BBB - lengte spoelcompartiment - lengte

verdiept gedeelte)/2 = (76.00-04.70-2.5)/2 = 34.40 m

o afschot van 0.5% (dit wijkt af van het vastgestelde getal in de

rekensheet, dit is voldoende voor het gevraagde spoelresultaat.

Bodempeil is dan 41.86 + 34.40 * 0.005 = 42.03 m+N.A.P.

* In cel G60 wordt het bergingsverlies door het bestaande harkrooster berekend.

Deze berekening is gebaseerd op een vast oppervlak van 50 m² en een

afschot van 1% andersom dan in ons ontwerp. Dit resulteert in 93 m³. Deze

waarde is voor ons ontwerp niet correct maar kan niet in de excel sheet

worden aangepast. Het oppervlak bedraagt in ons ontwerp 41.5 m² met een

diepte van (44.10-41.86 + 34.40 * 0.005) = 2.41 m hetgeen resulteert in 100

m³ bergingsverlies. Dit verschil van 7 m is verrekend bij (cel G62) “Extra

berging”.

* Extra berging (cel G62): Wij hebben hier een waarde ingevuld om zodoende

de berging die aanwezig is in de effluentgoot tussen de interne overstort noord

en de externe overstort mee te nemen in de berekening. De eis m.b.t. de

vuilemissie geldt immers voor de lozing op de Zuid-Willemsvaart en dus mag

alle berging bovenstrooms van de externe drempel worden meegerekend.

Gerekend is met een berging in de effluentgoot van (lengte x breedte x diepte

t.o.v. 44.10 m+N.A.P.) = circa 96 m x 2,0 m x 2,29 m = 440 m³. Deze

hoeveelheid is gecorrigeerd met het extra bergingsverlies uit de vorige bullet,

waarmee de extra berging uitkomt op 440—7 = 433 m. De ingevulde waarde

van 193.30 m² resulteert in de verrekening van deze hoeveelheid extra berging

(zie cel G63)”

2.8.

Bij brief van 25 augustus 2020 is Stevacon geïnformeerd dat gegund wordt aan Dura. Stevacon heeft maximaal gescoord op de prijs, maar heeft slechts 10% op het onderdeel rendement van het subcriterium kwaliteit.

2.9.

Bij brief van 7 september 2020 heeft Stevacon uitgebreid gereageerd op de voorlopige gunningsbeslissing. De Gemeente heeft daarin geen reden gezien om de gunningsbeslissing aan te passen.

3 Het geschil

3.1.

Stevacon vordert na wijziging van eis dat de voorzieningenrechter bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad

primair

1. de Gemeente gebiedt de voorlopige gunningsbeslissing van 25 augustus 2020 in te trekken,

2. de Gemeente verbiedt het werk te gunnen aan Dura op straffe van een dwangsom van€ 600.000, althans een bedrag dat de voorzieningenrechter in goede justitie bepaalt, te verbeuren nadat twee dagen zijn verstreken na betekening van het te wijzen vonnis en de Gemeente desondanks tot gunning aan Dura is overgegaan,

3. de Gemeente veroordeelt om, indien zij tot gunning van het werk, zoals beschreven in de dagvaarding, overgaat dit werk te gunnen aan Stevacon,

subsidiair

4. de Gemeente gebiedt tot heraanbesteding over te gaan van het werk dat in de dagvaarding is genoemd en dus niet te gunnen aan Dura,

zowel primair als subsidiair

5. de Gemeente veroordeelt in de kosten van de procedure.

3.2.

Stevacon legt aan de vordering ten grondslag dat de Gemeente het onderdeel rendement in de inschrijving van Stevacon niet goed heeft beoordeeld, omdat de Gemeente ten onrechte de effluentgoot tussen het bergbezinkbassin en de externe drempel uit de berekening van Stevacon heeft gehaald, terwijl de effluentgoot (eis E-00263) integraal deel uitmaakt van het systeem, gelet op de definitie van het systeem in de Gunningsleidraad en de vraagspecificatie van Tauw inzake de objectenboom (pagina 14/22, productie 5 bij dagvaarding). Dat de aangeleverde excel-spreadsheet, waar de rendementsgegevens ingevuld dienden te worden, niet expliciet de mogelijkheid biedt om de berging in de effluentgoot te verrekenen is een fout die toegerekend moet worden aan de Gemeente. Stevacon stelt dat zij haar correctie op rekentechnisch juiste wijze heeft gecorrigeerd met de in het spreadsheet aanwezige mogelijkheden en hiervan rekenschap heeft gegeven in de toelichting op haar berekening.

Stevacon stelt spoedeisend belang bij en recht op de gevorderde maatregelen te hebben.

3.3.

De Gemeente en Dura voeren gemotiveerd verweer.

3.4.

Dura concludeert na aanvulling van de eis tot niet-ontvankelijkverklaring van de vorderingen van Stevacon, althans tot afwijzing daarvan en vordert primair de Gemeente te veroordelen om, indien zij tot gunning van het werk wil overgaan, dit te gunnen aan Dura, en subsidiair de Gemeente te veroordelen om, indien zij de opdracht nog wenst te gunnen, deze opnieuw aan te besteden, een en ander met veroordeling van Stevacon en/of de Gemeente in de kosten van de procedure.

3.5.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4 De beoordeling

5 De beslissing