Home

Rechtbank Gelderland, 26-07-2016, ECLI:NL:RBGEL:2016:4160, 05/720320-14 en 05/840405-15

Rechtbank Gelderland, 26-07-2016, ECLI:NL:RBGEL:2016:4160, 05/720320-14 en 05/840405-15

Gegevens

Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum uitspraak
26 juli 2016
Datum publicatie
27 juli 2016
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2016:4160
Formele relaties
Zaaknummer
05/720320-14 en 05/840405-15

Inhoudsindicatie

Openlijk geweld; medeplegen; zwaar lichamelijk letsel.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Team strafrecht

Zittingsplaats Arnhem

Parketnummer : 05/720320-14 en 05/840405-15

Datum uitspraak : 26 juli 2016

Tegenspraak

vonnis van de meervoudige kamer

in de zaak van

de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland

tegen

[verdachte]

geboren op [geboortedatum] 1992 te [geboorteplaats] , wonende te [adres] , [woonplaats]

Raadsman: mr. O.N.J. Maatje, advocaat te Zaltbommel.

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 1 maart 2016 (politierechter) en 12 juli 2016.

1 De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is onder parketnummer 05/720320-14 ten laste gelegd dat:

hij in of omstreeks de nacht van 19 op 20 december 2014 te Tiel

ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om

tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,

opzettelijk [slachtoffer 1] van het leven te beroven,

- meermalen, althans eenmaal met (zeer veel) kracht die [slachtoffer 1] op/tegen

diens hoofd en/of in diens gezicht heeft/hebben geslagen en/of gestompt,

tengevolge waarvan deze ten val is gekomen, en/of

- ( terwijl die [slachtoffer 1] op de grond lag) deze met (zeer veel) kracht op/tegen

diens hoofd en/of in diens gezicht heeft/hebben geslagen en/of gestompt

en/of geschopt,

terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:

hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de nacht van 19 op 20 december

2014 te Tiel openlijk, te weten op of aan de openbare weg(en)

Varkensmarkt en/of Ruiterstraat , in elk geval op of aan een openbare weg in

vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 1] , welk geweld bestond uit het

- ( op de Varkensmarkt) meermalen, althans eenmaal met kracht) die [slachtoffer 1]

tegen diens lichaam schoppen en/of slaan en/of stompen en/of

- ( in de Ruiterstraat) meermalen, althans eenmaal met (zeer veel) kracht die

[slachtoffer 1] op/tegen diens hoofd en/of in diens gezicht slaan en/of stompen

tengevolge waarvan deze ten val is gekomen, en/of

- ( terwijl die [slachtoffer 1] op de grond lag) deze met (zeer veel) kracht op/tegen

diens hoofd en/of in diens gezicht slaan en/of stompen en/of schoppen

terwijl dit (door hem gepleegde) geweld zwaar lichamelijk letsel

(te weten een schedelbreuk en/of meerdere/een hersenkneuzing(en) en/of

meerdere/een slagaderlijke bloeding(en) in de hersenen ), en/of

enig lichamelijk letsel voor die [slachtoffer 1] ten gevolge heeft gehad;

meer subsidiair

hij in of omstreeks de nacht van 19 op 20 december 2014 te Tiel

tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,

opzettelijk aan [slachtoffer 1] zwaar lichamelijk letsel

(te weten een schedelbreuk en/of meerdere/een hersenkneuzing(en) en/of

meerdere/een slagaderlijke bloeding(en) in de hersenen )

heeft toegebracht, door

- meermalen, althans eenmaal met (zeer veel) kracht die [slachtoffer 1] op/tegen

diens hoofd en/of in diens gezicht te slaan en/of te stompen

tengevolge waarvan deze ten val is gekomen, en/of

- ( terwijl die [slachtoffer 1] op de grond lag) deze met (zeer veel) kracht op/tegen

diens hoofd en/of in diens gezicht slaan en/of stompen en/of schoppen;

Aan verdachte is onder parketnummer 05/840405-15 ten laste gelegd dat:

1.

hij op of omstreeks 14 april 2015 te Tiel

zijn levensgezel, [slachtoffer 2] ,

heeft mishandeld door deze:

- een knietje tegen/op het lichaam te gegeven en/of

- ( krachtig) bij de armen vast te pakken en/of

- één of meermalen tegen/op het lichaam te slaan en/of te stompen en/of te schoppen en/of te trappen en/of

- ten val te brengen;

2.

hij op of omstreeks 14 april 2015 te Tiel

[slachtoffer 2] heeft bedreigd

met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling

en/of met brandstichting en/of met enig misdrijf waardoor gevaar voor de

algemene veiligheid van personen of goederen ontstaat, immers heeft verdachte

opzettelijk voornoemde [slachtoffer 2] dreigend de woorden toegevoegd :"Ik maak je dood, ik vermoord je" en/of "Ik schiet je een kogel door je vaders hoofd heen" en/of "Ik steek je huis in de fik als jij alles vertelt" en/of Ik schiet je door je kop", althans woorden van gelijke

dreigende aard of strekking.

2 Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Ten aanzien van parketnummer 05/720320-14: 1

De feiten

Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.

In de nacht van 19 op 20 december 2014 vond op de Varkensmarkt in Tiel een vechtpartij plaats waar meerdere personen bij betrokken waren, waaronder aangever [slachtoffer 1] , [verdachte] (verdachte) en [medeverdachte] (de vader van verdachte). Daarbij werd [slachtoffer 1] door (in ieder geval) [verdachte] en [medeverdachte] geschopt, geslagen en gestompt.2

[medeverdachte 2] zag die vechtpartij van een afstand. Toen hij daarna ook een meisje hoorde schreeuwen, liep hij er naartoe.3

[slachtoffer 1] rende op dat moment de Ruiterstraat in. Niet veel later lopen [verdachte] en [medeverdachte 2] ook de Ruiterstraat in. Aan het begin van de Ruiterstraat praten ze tegen elkaar. Dan komt [slachtoffer 1] weer teruglopen richting de Varkensmarkt. [verdachte] rent als eerste op hem af. [slachtoffer 1] weet [verdachte] te ontwijken en rent verder richting de Varkensmarkt. Verderop in de Ruiterstraat komt hij [medeverdachte 2] tegen. [medeverdachte 2] doet een stap in zijn richting en slaat [slachtoffer 1] in zijn gezicht, waardoor deze op de grond valt.4 [medeverdachte 2] loopt de Ruiterstraat uit en kijkt nog een paar keer achterom. Intussen rent [verdachte] naar [slachtoffer 1] en slaat hem hard tegen zijn hoofd terwijl hij nog op de grond ligt.5

[slachtoffer 1] is naar het ziekenhuis in Tiel gebracht en daarna vanwege de ernst van de letsels overgeplaatst naar het UMC Utrecht. Daar is op een CT-scan gezien dat er sprake was van een forse bloeding tussen de schedel en het harde hersenvlies en van een hersenkneuzing met daarin een bloeding. Tevens was er een onderhuidse bloeding en een schedelbreuk, van het achterhoofdbot rechts doorlopend naar links. In verband met dit letsel is bij [slachtoffer 1] direct een hersenoperatie uitgevoerd en werd hij kunstmatig in coma gehouden.

[slachtoffer 1] had verder ook oppervlakkige huidbeschadigingen (schaafwonden bij de bovenste oogleden, bloeduitstorting onder het linkeroog, een huidbeschadiging bij de neusbrug en een schram aan de binnenzijde van de rechter onderarm. Deze huidbeschadigingen zijn letsels die veroorzaakt kunnen worden door schurend contact over of met een oppervlak.6

De huidwond (waarschijnlijk een scheurwond) aan de rechterkant van het hoofd kan volgens de radioloog zijn veroorzaakt door één plaatselijke geweldsinwerking. Vanwege de combinatie van een schedelbreuk met de meer uitgebreide weke delenzwelling links en de bloeduitstortingen links binnen in de schedel, is het meer waarschijnlijk dat deze het gevolg zijn van een geweldsinweking op het hoofd links van de middellijn, dan rechts. Aanwijzingen voor een val in de vorm van ‘contrecoup’ letsel ontbreken. Dit sluit echter een val als oorzaak voor het letsel niet uit en evenmin is daarmee een slag als oorzaak waarschijnlijker. De mogelijkheid van meerdere oorzakelijke geweldsinwerkingen kan niet worden uitgesloten.

Uit het voorgaande volgt dat het bij [slachtoffer 1] gediagnosticeerde letsel kan worden teruggevoerd op ten minste twee inwerkingen van uitwendig botsend mechanisch geweld, eenmaal rechts zijwaarts en een meer waarschijnlijk links zijwaarts op het hoofd dan vanaf de rechterzijde.

Dergelijke inwerkingen van uitwendig botsend mechanisch geweld, waardoor onder andere een schedelbreuk was ontstaan, kunnen bijvoorbeeld worden opgeleverd door met kracht slaan met een hard voorwerp of hard schoppen tegen het hoofd.

Gezien de relatief hoog aan de linkerzijde van het hoofd gelokaliseerde weke delen zwelling zou dit letsel ook kunnen worden verklaard door (zich) zeer hard stoten tegen een hard, verticaal oppervlak, zoals bijvoorbeeld een muur.

Bij het ontslag van [slachtoffer 1] uit klinische revalidatie op 10 maart 2015 waren er volgens de beschikbare klinische informatie nog verschijnselen van een ‘lichte’ afasie, zowel in een gesprek als bij schrijven. De kracht en de gevoelsfunctie van de rechterhand en de kracht van het rechterbeen waren ‘licht’ verminderd. Met betrekking tot de cognitieve functies waren er aanwijzingen voor verminderd tempo informatieverwerking, verminderd volhouden van aandacht, verminderde mentale belastbaarheid en problemen met de uitvoerende functies.7

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het subsidiair tenlastegelegde.

Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft vrijspraak bepleit van dit feit. Op onderdelen van het verweer wordt, voor zover nodig, hieronder ingegaan. De verdediging refereert zich aan het oordeel van de rechtbank voor wat betreft het openlijk geweld op de Varkensmarkt.

Beoordeling door de rechtbank

De rechtbank acht, in overeenstemming met de standpunten van de officier van justitie en de verdediging, niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte opzet had op de dood van [slachtoffer 1] en zal verdachte van het primair tenlastegelegde vrijspreken.

De rechtbank ziet zich vervolgens voor de vraag gesteld of er sprake is van het "in vereniging" plegen van geweld. De rechtbank stelt voorop dat daarvan sprake is, indien de betrokkene een voldoende significante of wezenlijke bijdrage levert aan het geweld, zij het dat deze bijdrage zelf niet van gewelddadige aard behoeft te zijn. De enkele omstandigheid dat iemand aanwezig is in een groep die openlijk geweld pleegt is niet zonder meer voldoende om hem te kunnen aanmerken als iemand die "in vereniging" geweld pleegt. Beoordeeld zal moeten worden of de door de verdachte geleverde – intellectuele en/of materiële – bijdrage aan het delict van voldoende gewicht is (HR 7 juli 2009, ECLI:NL:HR:2009:BH9029 en HR 13 oktober 2015, ECLI:NL:HR:2015:3029)

Door de verdediging is betoogd dat de verdachte van het tenlastegelegde moet worden vrijgesproken, aangezien er geen sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking tussen [verdachte] en [medeverdachte 2] .

De rechtbank stelt op grond van het procesdossier en het verhandelde ter terechtzitting de navolgende feiten en omstandigheden vast.

[verdachte] heeft eerst op de Varkensmarkt openlijk in vereniging geweld gepleegd tegen [slachtoffer 1] . [medeverdachte 2] was hiervan getuige en is daarna met [verdachte] in gesprek geraakt. [verdachte] heeft verklaard dat hij [medeverdachte 2] hoorde zeggen dat ze [slachtoffer 1] zouden gaan zoeken en hem zou gaan pakken.8 [medeverdachte 2] heeft op zijn beurt verklaard dat hij [verdachte] hoorde zeggen dat hij [slachtoffer 1] een paar klappen had gegeven en een pistool op zijn hoofd had gezet.9 Volgens [medeverdachte 2] wilde [verdachte] [slachtoffer 1] gaan pakken.10

[slachtoffer 1] rende vanuit de Varkensmarkt de Ruiterstraat in. [medeverdachte 2] en [verdachte] lopen samen de Ruiterstraat in en in het begin van die straat hebben zij nog een gesprek. Zodra [slachtoffer 1] weer ziet, rent hij op hem af. [slachtoffer 1] ontwijkt [verdachte] en komt verderop [medeverdachte 2] tegen. [verdachte] draait zich om en rent achter [slachtoffer 1] aan. [medeverdachte 2] doet een stap in de richting van [slachtoffer 1] en slaat hem in zijn gezicht, waardoor hij op de grond valt. [medeverdachte 2] loopt de Ruiterstraat uit en kijkt nog een paar keer achterom. Intussen rent [verdachte] naar [slachtoffer 1] en slaat hem hard tegen zijn hoofd terwijl hij nog op de grond ligt. [slachtoffer 1] blijft bewusteloos op de grond liggen.

De rechtbank overweegt dat zowel [medeverdachte 2] als [verdachte] hebben verklaard dat ze de ander hoorden zeggen dat die [slachtoffer 1] wilde pakken. Daarvoor was [verdachte] betrokken bij geweld tegen [slachtoffer 1] en [medeverdachte 2] heeft die vechtpartij gezien. Ze wisten dan ook dat geweld niet werd geschuwd. Desondanks lopen ze samen in de richting waarin [slachtoffer 1] is gevlucht en praten vooraf nog met elkaar. Ze proberen elkaar niet tegen te houden en geen van beiden onderneemt actie als ze zien dat de ander tracht geweld uit te oefenen tegen

[slachtoffer 1] . Integendeel, als [medeverdachte 2] ziet dat [slachtoffer 1] [verdachte] weet te ontwijken, stopt [medeverdachte 2] hem alsnog door hem een gerichte klap te geven, waarna het voor [verdachte] alsnog mogelijk wordt [slachtoffer 1] te slaan. Vooral deze actie laat een nauwe en bewuste samenwerking zien tussen [verdachte] en[medeverdachte 2] .Weliswaar is [medeverdachte 2] na de door hem gegeven klap weggelopen, maar daarmee heeft hij zich naar het oordeel van de rechtbank nog niet aan het geweld onttrokken. Hij heeft niet ingegrepen toen hij zag dat [verdachte] [slachtoffer 1] sloeg terwijl deze op de grond lag. Hij heeft zich op geen enkele wijze om het slachtoffer bekommerd. Het heeft er dan ook veel meer van weg dat [medeverdachte 2] probeerde te vluchten.

Op grond van de hiervoor genoemde feiten en omstandigheden staat voor de rechtbank vast dat verdachte door te handelen als hiervoor vermeld, opzet heeft gehad op de ten laste gelegde geweldshandelingen en daaraan een voldoende significante of wezenlijke bijdrage heeft geleverd. Daarmee wordt het verweer verworpen en komt de rechtbank tot een bewezenverklaring van het openlijk in vereniging geweld plegen tegen [slachtoffer 1] .

Nu de rechtbank van oordeel is dat [verdachte] en [medeverdachte 2] in vereniging geweld hebben gepleegd, acht de rechtbank hen beiden volledig verantwoordelijk voor het bij [slachtoffer 1] ontstane letsel. Uit het rapport van het NFI betreffende de letselinterpretatie blijkt dat het letsel van [slachtoffer 1] kan zijn ontstaan door ten minste twee geweldsinwerkingen. De rechtbank ziet geen aanleiding om onderscheid te maken in de toerekening van het letsel, nu zowel [verdachte] als [medeverdachte 2] beiden volledig verantwoordelijk zijn voor de gevolgen van het door hen in vereniging toegepaste geweld.

[medeverdachte 2] en zijn vriendin hebben nog verklaard dat [verdachte] [slachtoffer 1] niet alleen heeft gestompt, maar ook geschopt in de Ruiterstraat. Echter, die verklaringen worden niet ondersteund door de camerabeelden of door verklaringen van de personen die op dat moment bij [slachtoffer 1] stonden (waaronder de collega van [slachtoffer 1] , getuige [getuige 1] ). Nu [medeverdachte 2] een motief kan hebben om zijn eigen aandeel kleiner te laten lijken en dat van [verdachte] groter, en nu zijn vriendin op het moment van het incident zich in een auto aan het eind van de steeg bevond terwijl het donker was en het dus voor haar niet goed waarneembaar moet zijn geweest, gaat de rechtbank niet uit van deze verklaringen. De rechtbank acht daarom dit onderdeel van de tenlastelegging niet wettig en overtuigend bewezen en zal verdachte daarvan vrijspreken.

Ten aanzien van parketnummer 05/840405-15: 11

Feit 1

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gerekwireerd tot een bewezenverklaring van dit feit gelet op de bewijsmiddelen in het dossier.

Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft vrijspraak bepleit van dit feit wegens gebrek aan bewijs.

Beoordeling door de rechtbank

Aangeefster heeft verklaard dat zij op 14 april 2015 omstreeks 10.15 uur samen met verdachte richting Tiel liep. Ze wilde niet meer verder met hem lopen, omdat hij aan het schelden was. Hij greep haar arm hardhandig vast en gaf haar een knietje tegen haar bovenspier (de rechtbank begrijpt: bovenbeenspier). Ook schudde hij haar door elkaar. Ze probeerde af te weren, maar verloor daarbij haar evenwicht en viel achterover. Toen ze op de grond lag schopte hij haar nog drie keer op dezelfde plek. Het deed erg veel pijn en ze heeft nog steeds last bij het opstaan of gaan zitten.12

In een latere verklaring verklaart aangeefster dat verdachte haar door elkaar schudde en een knietje tegen haar bovenbeenspier gaf.13

Verdachte ontkent aangeefster te hebben mishandeld.

Op foto’s in het dossier14 zijn blauwe plekken zichtbaar.

Getuige [getuige 2] (locatiemanager [bedrijf] ) heeft het volgende verklaard. Op 14 april 2015 had aangeefster een afspraak in Tiel. Ze belde vlak daarvoor een collega en vertelde dat ze halverwege tussen Buren en Tiel stond en dat ze was mishandeld door haar vriend. In het bijzijn van getuige en twee collega’s vertelde aangeefster dat ze die ochtend was mishandeld door verdachte en fors was bedreigd omdat hij niet wilde dat zij naar de afspraak kwam. Aangeefster zei tegen een collega: “Weet je nog dat je mij vroeg hoe ik aan dat blauwe oog kwam? Dat was [verdachte] ook die mij had mishandeld.”. Aangeefster vertelde dat ze met grote regelmaat door verdachte werd mishandeld de laatste tijd. Getuige [getuige 2] zag bij aangeefster de volgende verwondingen: twee opgezwollen kaken, geel/blauw verkleurd, geel/blauwe striemen in haar hals, linker bil blauw, beide bovenbenen blauw verkleurd en enkele blauwe plekken op haar bovenarm.15

Getuige [getuige 3] heeft verklaard dat hij op 14 april 2015 bij de kruising Hogekornseweg met de Opstalstraat in Erichem, gemeente Buren, aan het werk was. Hij hoorde een harde klap en zag toen een man en een vrouw staan. Hij hoorde dat ze ruzie hadden; hij hoorde over en weer geschreeuw. Hij zag dat de man uithaalde naar de vrouw. De man schopte de vrouw en raakte haar op haar been. Hij hoorde dat de vrouw hard gilde. Hij zag dat de vrouw door de trap op de grond viel. De man sprong boven op de vrouw. De vrouw was flink aan het schreeuwen. Getuige en zijn collega riepen heel hard in de richting van de man. De man schrok en stond op. De vrouw stond op en liep weg. De man liep achter haar aan en probeerde haar meerdere keren vast te pakken en tegen te houden. Hij pakte haar verschillende keren daadwerkelijk vast. De vrouw rukte zich van hem los en liep door. Ze bleef maar dingen schreeuwen als “laat me los, laat me met rust”.16

Getuige [getuige 4] verklaarde dat hij op 14 april 2015 samen met [getuige 3] aan het werk was toen hij een schreeuw hoorde. Hij zag dat een jongen een meisje sloeg en dat het meisje daarna viel. De jongen ging door met slaan en ook schoppen. [getuige 4] kent het meisje. Ze heet [slachtoffer 2] en woont tegenover hem in de flat van de [bedrijf] in Buren. Hij kent de jongen ook; die heeft hij een paar keer gezien toen de jongen ruzie maakte met [slachtoffer 2] .17

De rechtbank acht op grond van de verklaringen van aangeefster, getuige [getuige 2] en de getuigen [getuige 3] en [getuige 4] wettig en overtuigend bewezen dat verdachte aangeefster op 14 april 2015 heeft mishandeld door haar een knietje te geven, krachtig bij haar arm te pakken en te schoppen.

Feit 2

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gerekwireerd tot een bewezenverklaring van dit feit gelet op de bewijsmiddelen in het dossier.

Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft vrijspraak bepleit van dit feit wegens gebrek aan bewijs.

Beoordeling door de rechtbank

De rechtbank acht dit feit niet wettig en overtuigend bewezen en overweegt daartoe het navolgende. Weliswaar heeft aangeefster verklaard dat verdachte wel eens agressief was en tegen haar zei: "Ik maak je dood, ik vermoord je" en "Ik schiet een kogel door je vaders hoofd heen", maar daarbij heeft ze niet gezegd wanneer en waar hij deze bedreigingen zou hebben geuit. Verder bevindt zich in het dossier de verklaring van getuige [getuige 2] , die heeft verklaard dat ze hoorde dat verdachte op 14 april 2015 via de telefoon tegen aangeefster zei: "Ik steek je huis in de fik als jij alles vertelt" en "Ik schiet je door je kop". Echter, hierover heeft aangeefster niet verklaard. In haar aangifte heeft ze niet gezegd dat verdachte op 14 april 2015 bedreigingen heeft geuit en als ze daar in haar tweede verklaring expliciet naar wordt gevraagd, verklaart ze uitdrukkelijk dat verdachte haar die betreffende dag niet had bedreigd.

De rechtbank zal verdachte daarom vrijspreken van dit feit.

3 Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder parketnummer 05/720320-14 subsidiair tenlastegelegde en het onder parketnummer 05/840405-15 tenlastegelegde feit 1 heeft begaan, te weten dat:

Ten aanzien van parketnummer 05/720320-14:

hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de nacht van 19 op 20 december

2014 te Tiel openlijk, te weten op of aan de openbare weg(en)

Varkensmarkt en/of Ruiterstraat, in elk geval op of aan een openbare weg in

vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 1] , welk geweld bestond uit het

- ( op de Varkensmarkt) meermalen, althans eenmaal met kracht) die [slachtoffer 1]

tegen diens lichaam schoppen en/of slaan en/of stompen en/of

- ( in de Ruiterstraat) meermalen, althans eenmaal met (zeer veel) kracht die

[slachtoffer 1] op/tegen diens hoofd en/of in diens gezicht slaan en/of stompen

tengevolge waarvan deze ten val is gekomen, en/of

- (terwijl die [slachtoffer 1] op de grond lag) deze met (zeer veel) kracht op/tegen

diens hoofd en/of in diens gezicht slaan en/of stompen en/of schoppen

terwijl dit (door hem gepleegde) geweld zwaar lichamelijk letsel

(te weten een schedelbreuk en/of meerdere/een hersenkneuzing(en) en/of

meerdere/een slagaderlijke bloeding(en) in de hersenen), en/of

enig lichamelijk letsel voor die [slachtoffer 1] ten gevolge heeft gehad.

Ten aanzien van parketnummer 05/840405-15:

1.

hij op of omstreeks 14 april 2015 te Tiel

zijn levensgezel, [slachtoffer 2] ,

heeft mishandeld door deze:

- een knietje tegen/op het lichaam te gegeven en/of

- ( krachtig) bij de armen vast te pakken en/of

- één of meermalen tegen/op het lichaam te slaan en/of te stompen en/of te schoppen en/of te trappen en/of

- ten val te brengen.

Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.

Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.

Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4 De kwalificatie van het bewezenverklaarde

5 De strafbaarheid van het feit

6 De strafbaarheid van de verdachte

7 Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

8 De toegepaste wettelijke bepalingen

9 De beslissing