Home

Rechtbank Den Haag, 03-03-2021, ECLI:NL:RBDHA:2021:2082, SGR 20/2704

Rechtbank Den Haag, 03-03-2021, ECLI:NL:RBDHA:2021:2082, SGR 20/2704

Gegevens

Instantie
Rechtbank Den Haag
Datum uitspraak
3 maart 2021
Datum publicatie
17 maart 2021
ECLI
ECLI:NL:RBDHA:2021:2082
Formele relaties
Zaaknummer
SGR 20/2704

Inhoudsindicatie

Deze zaak gaat over het zoekprofiel voor een verleende urgentieverklaring. Procesbelang. De rechtbank oordeelt dat verweerder aan het zoekprofiel terecht niet het woningtype ‘benedenwoning’ heeft toegevoegd. Beroep ongegrond.

Uitspraak

Bestuursrecht

zaaknummer: SGR 20/2704

(gemachtigde: mr. G.J. de Kaste),

en

(gemachtigde: M. de Weger).

Procesverloop

In het besluit van 12 augustus 2019 (primair besluit) heeft verweerder de aan eiseres verleende urgentieverklaring verlengd.

Bij mondelinge uitspraak van 7 november 2019 (zaaknummer: SGR 19/6647) heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen.

In het besluit van 13 februari 2020 (bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres tegen het primaire besluit ongegrond verklaard.

Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Beide partijen hebben aanvullende stukken overgelegd.

Het onderzoek ter zitting heeft, via een Skype-verbinding, plaatsgevonden op 16 februari 2021. Eiseres is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1.1.

Eiseres heeft last van verschillende lichamelijke beperkingen, waaronder een afgenomen rechterschouderfunctie als gevolg van een ongeluk. Zij heeft verder spier- en gewrichtsklachten in haar armen en benen en maakt gebruik van een rolstoel (binnenshuis) en een scootmobiel (buitenshuis). Eiseres woont momenteel in een seniorenwoning die is gelegen op de begane grond. Ondanks dat de woning deels is aangepast, ondervindt eiseres in toenemende mate problemen met het betreden en verlaten van de woning, evenals met het verplaatsen binnen de woning. Met name het gebruik van de badkamer en de keuken is steeds moeilijker voor haar.

1.2.

Bij besluit van 9 mei 2019 heeft verweerder een urgentieverklaring aan eiseres verleend voor de periode 10 mei 2019 tot 9 augustus 2019. Bij het primaire besluit heeft verweerder deze verklaring verlengd voor de periode 14 augustus 2019 tot en met 13 november 2019. Het zoekprofiel luidt als volgt: ‘flat met lift, seniorenwoning, MIVA-woning en rolstoelwoning’. Volgens eiseres moet het zoekprofiel echter worden uitgebreid met het woningtype ‘benedenwoning’.

2. Bij het bestreden besluit heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard. Verweerder heeft in het bestreden besluit uitgelegd dat het woningtype ‘benedenwoning’ niet is toegevoegd aan het zoekprofiel van eiseres, omdat niet alle woningen van dit type geschikt zijn voor eiseres. Zo zijn niet alle benedenwoningen rolstoeldoor- en toegankelijk en beschikken deze woningen niet (altijd) over een stalling voor een scootmobiel. Dit is echter wel nodig om het woonprobleem van eiseres op te lossen. Verder heeft eiseres niet aangetoond dat er een medische noodzaak bestaat voor haar om specifiek in een benedenwoning te wonen.

3. Eiseres is het niet eens met het bestreden besluit en voert in beroep aan dat het woningtype ‘benedenwoning’ wel toegevoegd moet worden aan haar zoekprofiel, nu dit woningtype wel degelijk geschikt is en de kans vergroot om zo snel mogelijk een geschikte woning te vinden. Volgens eiseres is aangetoond dat er een medische noodzaak bestaat voor een benedenwoning. Eiseres stelt dat uit het beleid van verweerder zelfs voortvloeit dat zij alleen al op basis van haar leeftijd recht heeft op de toevoeging van het woningtype ‘benedenwoning’ aan haar zoekprofiel. Met het zoekprofiel dat in de verleende en verlengde urgentieverklaring staat, is het eiseres tot op heden niet gelukt om een geschikte woning te vinden. Zij doet tot slot een beroep op de hardheidsclausule, nu zij meerdere keren ten val is gekomen in haar woning en onbetwist is dat haar huidige woning ongeschikt is.

4. Verweerder heeft gemotiveerd op de beroepsgronden gereageerd.

5. De rechtbank overweegt als volgt.

5.1.

Vaststaat dat eiseres belang heeft bij een inhoudelijke beoordeling van haar beroep.

5.2.

Niet in geschil is dat de huidige woning van eiseres niet geschikt is voor haar en dat deze woning voor problemen zorgt in het dagelijks leven van eiseres. De kern van het geschil is de vraag of verweerder het woningtype ‘benedenwoning’ aan het zoekprofiel van eiseres had moeten toevoegen bij de verlenging van de urgentieverklaring. De rechtbank gaat hieronder dan ook alleen in op de beroepsgronden die hiermee verband houden.

5.3.

De rechtbank overweegt dat uit artikel 3.1.1, tweede lid onder a, van de Beleidsregel urgentieverklaringen Rijswijk 2019 (hierna: de Beleidsregel) volgt dat het woningtype ‘benedenwoning’ kan worden opgenomen in het zoekprofiel indien er op basis van een bereikbaarheidsadvies een medische noodzaak bestaat voor een traploos of zonder lift te bereiken woning.

5.4.

De rechtbank stelt vast dat in het geval van eiseres geen bereikbaarheidsadvies is opgesteld. Van een medische noodzaak voor een traploos of zonder lift te bereiken woning, die blijkt uit een bereikbaarheidsadvies, is dan ook geen sprake. De beperkingen van eiseres maken voorts niet per definitie dat sprake is van een medische noodzaak voor een benedenwoning. De rechtbank merkt hierbij op dat ook uit het medisch advies van 7 mei 2019 niet blijkt dat er een medische noodzaak bestaat voor eiseres om in een benedenwoning te wonen en dat dit woningtype moet worden toegevoegd aan haar zoekprofiel. Alleen al gelet op het voorgaande heeft verweerder op goede gronden het woningtype ‘benedenwoning’ niet toegevoegd aan het zoekprofiel.

De beroepsgrond slaagt niet.

5.5.

De rechtbank volgt eiseres verder niet in haar betoog dat zij alleen al op grond van haar leeftijd recht heeft op de toevoeging van het woningtype ‘benedenwoning’ aan haar zoekprofiel. De rechtbank overweegt hiertoe dat dit op grond van het beleid alleen geldt voor zogenoemde ‘herstructureringskandidaten’ (zie artikel 3.1.1, tweede lid en onder c, van de Beleidsregel). Eiseres hoort niet tot deze groep.

De beroepsgrond slaagt niet.

5.6.

De rechtbank is voorts van oordeel dat verweerder in redelijkheid geen toepassing heeft gegeven aan de hardheidsclausule. Los van het feit dat er in dit geval geen sprake is van een bereikbaarheidsadvies, heeft verweerder in de omstandigheden van eiseres geen aanleiding hoeven zien om alsnog het gewenste woningtype toe te voegen aan haar zoekprofiel. Hiertoe acht de rechtbank van belang dat eiseres haar stelling dat een benedenwoning voor haar medisch noodzakelijk is, niet heeft onderbouwd.

Ook heeft verweerder het restrictieve beleid ten aanzien van urgentieverklaringen mogen betrekken in het kader van de hardheidsclausule. Dat dit niet in lijn is met de verlenging van de urgentieverklaring van eiseres volgt de rechtbank niet. Zoals verweerder ter zitting heeft toegelicht, zijn er veel mensen die in een benedenwoning willen wonen, terwijl er maar weinig van dit soort woningen beschikbaar zijn.

De beroepsgrond slaagt niet.

5.7.

Voor zover eiseres voor het overige heeft verwezen naar hetgeen zij in bezwaar naar voren heeft gebracht, overweegt de rechtbank dat verweerder in het bestreden besluit gemotiveerd is ingegaan op de gronden van bezwaar. Eiseres heeft niet gemotiveerd waarom het bestreden besluit op die punten onjuist zou zijn.

6. Het beroep is ongegrond.

7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan door mr. J.R.K.A.M. Waasdorp, rechter, in aanwezigheid van mr. J.F.A. Bleichrodt, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 3 maart 2021.

griffier

rechter

Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?