Rechtbank Den Haag, 22-07-2019, ECLI:NL:RBDHA:2019:7392, AWB - 19 _ 314
Rechtbank Den Haag, 22-07-2019, ECLI:NL:RBDHA:2019:7392, AWB - 19 _ 314
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Den Haag
- Datum uitspraak
- 22 juli 2019
- Datum publicatie
- 13 september 2019
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:RBDHA:2019:7392
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:GHDHA:2020:1201, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Zaaknummer
- AWB - 19 _ 314
Inhoudsindicatie
In geschil is of de aanslagen en de vergrijpboeten in stand kunnen blijven. Naar het oordeel van de rechtbank is van schending van enig beginsel van behoorlijk bestuur geen sprake, evenmin als van strijd met het nemo tenetur beginsel van het EVRM. Dat verweerder de cautie niet aan eiser heeft gegeven kan dan ook zonder gevolgen blijven. Wilsonafhankelijk materiaal kan gebruikt worden voor de belastingheffing en voor de boeteoplegging (zie HR 21 maart 2008, ECLI:NL:HR:2008:BA8179 en HR 29 mei 2015, ECLI:NL:HR:2015:1359). Van onrechtmatig verkregen bewijs acht de rechtbank geen sprake. Niet gesteld of gebleken is dat de aanslagen of boeten overigens naar te hoge bedragen zijn opgelegd. Het beroep is ongegrond.
Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
Team belastingrecht
zaaknummers: SGR 19/314, 19/316 en 19/317
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van
[EISER]", wonende te [PLAATS], eiser(gemachtigde: mr. P.W. Lenos),
en