Parket bij de Hoge Raad, 06-04-2021, ECLI:NL:PHR:2021:339, 19/05617
Parket bij de Hoge Raad, 06-04-2021, ECLI:NL:PHR:2021:339, 19/05617
Gegevens
- Instantie
- Parket bij de Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 6 april 2021
- Datum publicatie
- 7 april 2021
- ECLI
- ECLI:NL:PHR:2021:339
- Formele relaties
- Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2021:894
- Zaaknummer
- 19/05617
Inhoudsindicatie
Conclusie AG. Medeplichtigheid aan/tot medeplegen van opzettelijk buiten grondgebied van Nederland brengen van 21.000 (xtc-)pillen (4,3 kg) door het maken van een opbergruimte in het dashboardkastje van een auto en die te vullen met zwarte pakketjes, art. 2.A Opiumwet. Had verdachte (voorwaardelijk) opzet op de uitvoer van de xtc-pillen? De conclusie strekt tot verwerping van het beroep. Samenhang met 19/05611, 19/05598, 19/05600 P, 19/05498, 19/05687, 19/05738, 19/05777, 19/05732, 19/05967, 19/05773 en 19/05685.
Conclusie
PROCUREUR-GENERAAL
BIJ DE
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
Nummer19/05617
Zitting 6 april 2021
CONCLUSIE
F.W. Bleichrodt
In de zaak
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1980,
hierna: de verdachte.
Het cassatieberoep
-
De verdachte is bij arrest van 5 december 2019 door het gerechtshof 's-Hertogenbosch wegens “medeplichtigheid aan/tot medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder A van de Opiumwet gegeven verbod”, veroordeeld tot een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twee maanden, met een proeftijd van twee jaren en een taakstraf voor de duur van tachtig uren, subsidiair veertig dagen hechtenis.
-
De zaak hangt samen met de zaken tegen medeverdachten, met zaaknummers 19/05611 ([medeverdachte 1]), 19/05598 ([medeverdachte 2]), 19/05600 P ([medeverdachte 2]), 19/05498 ([medeverdachte 11]), 19/05687 ([medeverdachte 4]), 19/05738 ([medeverdachte 5]), 19/05777 ([medeverdachte 6]), 19/05732 ([medeverdachte 7]), 19/05967 ([medeverdachte 8]), 19/05773 ([medeverdachte 9]) en 19/05685 ([medeverdachte 10]).1 In deze zaken zal ik vandaag ook concluderen.
3. Het cassatieberoep is ingesteld namens de verdachte. Mr. M.J.J.E. Stassen, advocaat te Tilburg, heeft een middel van cassatie voorgesteld.
De zaak
4. Deze zaak maakt onderdeel uit van het onderzoek Kapel, waarin in totaal 28 personen als verdachten zijn aangemerkt. Het hof heeft het volgende vastgesteld.
5. Tussen diverse verdachten was sprake van een duurzaam en gestructureerd samenwerkingsverband dat het plegen van misdrijven tot oogmerk had. Met uitzondering van [betrokkene 1], kenden alle deelnemers elkaar uit de Tilburgse Turkse gemeenschap. Zij zijn vrienden en/of familie van elkaar. Volgens het hof had de organisatie (ten minste) vier prominente leden, te weten [betrokkene 1], [medeverdachte 11], [betrokkene 2] en (in het bijzonder in relatie tot het aan te wenden geweld) [medeverdachte 1]. Verder had de organisatie leden die vooral uitvoerend bezig waren: [betrokkene 3], [medeverdachte 4], [medeverdachte 2] en [medeverdachte 6] .
6. Het hof heeft vastgesteld dat de organisatie gedurende een lange periode met name in softdrugs heeft gehandeld. In verband met het onderzoek zijn op diverse plaatsen in werking zijnde hennepkwekerijen aangetroffen. Verder hield de organisatie zich bezig met het exporteren van harddrugs. Het gebruik van geweld werd niet geschuwd.
7. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte een faciliterende rol heeft gespeeld bij de uitvoer van harddrugs naar Turkije door het maken van een opbergruimte in het dashboardkastje van een Ford C-Max met kenteken [kenteken 1]. In de door de verdachte geprepareerde opbergruimte zijn xtc-pillen vervoerd die waren verpakt in zwarte pakketten. Opsporingsambtenaren hebben de drugs in Turkije in de opbergruimte aangetroffen. De verdachte heeft de zwarte pakketjes, waarin de drugs bleken te zitten, gezien. Het betreft een grote hoeveelheid van 21.000 xtc-pillen, oftewel 4,3 kilogram. Het hof gaat er dan ook van uit dat de pillen voor verdere verspreiding waren bedoeld.