Home

Parket bij de Hoge Raad, 30-01-2018, ECLI:NL:PHR:2018:226, 16/03004

Parket bij de Hoge Raad, 30-01-2018, ECLI:NL:PHR:2018:226, 16/03004

Gegevens

Instantie
Parket bij de Hoge Raad
Datum uitspraak
30 januari 2018
Datum publicatie
21 maart 2018
ECLI
ECLI:NL:PHR:2018:226
Formele relaties
Zaaknummer
16/03004

Inhoudsindicatie

(Gewoonte maken van) Opzetheling. Falende klachten over ontoereikende bewijsvoering en falende klacht over afwijzing (voorwaardelijk) getuigenverzoek. HR: art. 81.1. RO. Samenhang met 16/03003 en 16/03243.

Conclusie

Nr. 16/03004

Zitting: 30 januari 2018

Mr. B.F. Keulen

Conclusie inzake:

[verdachte]

  1. Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, vestigingsplaats Leeuwarden, heeft bij arrest van 4 mei 2016, met aanvulling van gronden, het vonnis van de rechtbank Noord-Nederland, vestigingsplaats Assen, van 4 augustus 2015, waarbij de verdachte ter zake 1 subsidiair “opzetheling” en 4 primair “een gewoonte maken van opzetheling” is veroordeeld, bevestigd. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden, met aftrek als bedoeld in art. 27 Sr. Voorts heeft de rechtbank beslissingen genomen ten aanzien van de vorderingen van benadeelde partijen. De benadeelde partij [betrokkene 1] heeft zich in hoger beroep wederom gevoegd en is door het hof niet-ontvankelijk verklaard.

  2. Er bestaat samenhang met de zaken 16/03003, 16/03243 en 16/06006. In de eerste twee zaken zal ik vandaag eveneens concluderen.1

3. Namens de verdachte is beroep in cassatie ingesteld. Mr. N. van Schaik, advocaat te Utrecht, heeft vier middelen van cassatie voorgesteld.

4. De eerste drie middelen klagen over de motivering van de bewezenverklaring van beide strafbare feiten,2 reden waarom ik eerst de bewezenverklaring, de bewijsmotivering alsmede de nadere bewijsoverweging uit het door het hof bevestigde vonnis van de rechtbank van 4 augustus 2015 weergeef.

5. Ten laste van de verdachte heeft het hof bewezenverklaard dat:

“1. hij in de periode van 21 juli 2014 tot en met 9 december 2014 te Hoogeveen, een hoeveelheid sieraden heeft verworven, voorhanden heeft gehad en heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die sieraden wist dat het door misdrijf verkregen goederen betrof;

4. hij in de periode van 3 maart 2012 tot en met 9 december 2014 in de arrondissementen Assen, Groningen en/of Noord-Nederland, een gewoonte heeft gemaakt van het plegen van opzetheling, immers heeft verdachte telkens een hoeveelheid sieraden, een of meer stuks gereedschap, een of meer tassen, een zonnebril, munten of een munitiedoosje afkomstig van woninginbraken/diefstallen waarvan de aangiften in het proces-verbaal zijn opgenomen op de bladzijden 2598, 2699, 2865, 2888, 2928, 3232, 3425, 3449, 3483, 3496, 3574, 3759 en 3815, verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die goederen wist dat het door misdrijf verkregen goederen betrof.”

6. Deze bewezenverklaring steunt, voor zover voor de beoordeling van de middelen van belang, op de volgende bewijsmotivering naar Promis-model (met weglating van voetnoten):

“De rechtbank baseert haar beslissing dat verdachte het tenlastegelegde onder 1 subsidiair en onder 4 primair heeft begaan op de feiten en omstandigheden die hierna in samenvattende vorm worden weergegeven en die voorkomen in de in de voetnoten weergegeven gebezigde bewijsmiddelen.

Ten aanzien van feit 1 subsidiair (opzetheling):

- de aangifte van [betrokkene 2] , van inbraak in zijn woning tussen 21 juli 2014 te 16:30 uur en 22 juli 2014 te 12:57 uur, inhoudende, kort en zakelijk weergegeven, dat men is binnengekomen door een raam aan de achterzijde van de woning te forceren, dat de hele woning is doorzocht en dat uit de woning onder meer is weggenomen een kluis met contant geld en sieraden, een andere kluis is geforceerd. Bij de aangifte is een bijlage gevoegd met alle ontvreemde goederen.

- een proces-verbaal herkenning goederen opgemaakt op 16 december 2014 door de verbalisant [verbalisant 1] , inhoudende, kort en zakelijk weergegeven, de herkenning door aangever [betrokkene 2] van een groot aantal inbeslaggenomen goederen. Deze goederen zijn inbeslaggenomen in de woning (verblijfplaats) van verdachte [verdachte] op het adres [a-straat 1] te Hoogeveen.

- het proces-verbaal inhoudende de verklaring van de getuige [betrokkene 3] , General Manager van [A] , inhoudende, kort en zakelijk weergegeven, dat hij verdachte [verdachte] kent, dat [verdachte] op 11 december 2012 voor het eerst gouden sieraden bij NTR heeft ingeleverd voor een bedrag van 2414,16 euro, dat [verdachte] op 21 november 2014 voor het laatst bij NTR is geweest en toen voor 2559,95 euro aan gouden sieraden heeft ingeleverd. Er wordt uitsluitend via de bank betaald. Getuige [betrokkene 3] herkent [verdachte] op camerabeelden gemaakt op 24 juli 2014 in het kantoor van [A] . Op voornoemde camerabeelden is te zien dat [verdachte] een hoeveelheid sieraden overhandigt aan een medewerker van [A] . Hierbij bevinden zich onder andere een gouden munt van Feyenoord en een gouden Davidster met het logo van Ajax. Uit de door getuige [betrokkene 3] overgelegde facturen blijkt dat op 25 juli 2014 een bedrag van 6.653,48 is overgemaakt (voor geleverd goudschroot) op de rekening van Cash Gold, het bedrijf van [verdachte] .

- het proces-verbaal herkenning sieraden [A] , opgemaakt door verbalisant [verbalisant 2] op 5 maart 2014, inhoudende, kort en zakelijk weergegeven, dat aangever [betrokkene 2] na het zien van de camerabeelden van [A] verklaart: De man die de sieraden komt brengen herken ik als [verdachte] uit Hoogeveen. De gouden sieraden die in de bak worden gegooid door de man van het bedrijf zijn vermoedelijk van mij afkomstig. De sieraden die ik in elk geval herken als mijn eigendom zijn: een munt van Feyenoord, een Davidster met het logo van Ajax erop, een slavenarmband, een brede armband, een bedeltje.

Ten aanzien van feit 4 primair (opzetheling):

(…)

Goederen afkomstig van de woninginbraak aan de [b-straat 1] te Hollandscheveld

- de aangifte van [betrokkene 4] , van inbraak in haar woning van 9 november op 10 november 2014, inhoudende, kort en zakelijk weergegeven, dat de voordeur geforceerd was, dat de woning was doorzocht, dat onder meer een kluis met inhoud in zijn geheel ontvreemd was en dat in die kluis onder andere diverse sieraden waren opgeborgen. Bij de aangifte is een bijlage gevoegd inhoudende een omschrijving van de ontvreemde goederen.

- een proces-verbaal inhoudende de weergave van een tapgesprek tussen verdachte en [A] in Amsterdam op 10 november 2014 om 14:05 uur en om 15:05 uur, inhoudende, kort en zakelijk weergegeven: [verdachte] vraagt of [betrokkene 3] de deur even los wil doen want hij staat er al een half uur. [betrokkene 3] belt [verdachte] terug en zegt dat hij [verdachte] er even voor heeft gedrukt omdat [verdachte] eerder bij de deur had gewacht. Na smelten is het 422.0, als [verdachte] nu wil verkopen is het € 7.722. [verdachte] gaat akkoord.

- de kennisgevingen van inbeslagneming van goederen in de woning aan [a-straat 1] te Hoogeveen, het erf en de aanpalende schuren met kavelaanduiding, alsmede de lijst met inbeslaggenomen goederen met kavelaanduiding.

- een proces-verbaal herkenning goederen door aangeefster, met fotobijlage en kavelaanduiding, opgemaakt op 22 december 2014 door verbalisant [verbalisant 3] , inhoudende, kort en zakelijk weergegeven: Ik herken verschillende sieraden die in de gestolen kluis lagen als mijn eigendommen, te weten het zilveren horloge van foto 1 en mijn zilveren slavenarmband en mijn broche van foto 2. De zilveren armband van diverse schakels heb ik van mijn moeder gekregen en veel gedragen. Ik toon u een foto waarop ik deze draag. Diverse schakeltjes waren stuk.

Goederen afkomstig van de woninginbraak aan de [c-straat 1] te Coevorden

- de aangifte van [betrokkene 6] , mede namens [betrokkene 7] , van inbraak in hun woning op 10 november 2014, inhoudende, kort en zakelijk weergegeven, dat een raam was opengebroken, dat de woning was doorzocht en dat onder andere diverse sieraden waren gestolen. Bij de aangifte is een bijlage gevoegd inhoudende een omschrijving van de ontvreemde goederen.

- de kennisgevingen van inbeslagneming van goederen in de woning aan [a-straat 1] te Hoogeveen, het erf en de aanpalende schuren met kavelaanduiding, alsmede de lijst met inbeslaggenomen goederen met kavelaanduiding.

- een proces-verbaal verhoor aangever inzake de herkenning, met fotobijlage en kavelaanduiding, opgemaakt op 30 december 2014 door verbalisant [verbalisant 2] , inhoudende, kort en zakelijk weergegeven: Ik herken een bedeltje met een kinderhoofdje die is gestolen als ons eigendom. Onze zoon [betrokkene 8] heeft dit bedeltje jaren geleden gedragen. Op de achterzijde staat de naam [betrokkene 8] .

Goederen afkomstig van de woninginbraak aan de [d-straat 1] te Coevorden

Goederen afkomstig van de woninginbraak aan de [e-straat 1] te Hoogeveen

Goederen afkomstig van de woninginbraak aan [f-straat 1] te Dedemsvaart

Goederen afkomstig van de woninginbraak aan de [h-straat 1] te Hoogeveen

Goederen afkomstig van de woninginbraak aan de [i-straat 1] te Ruinerwold

Goederen afkomstig van de diefstal uit een aanhangwagen te Hoogeveen

Goederen afkomstig van de inbraak aan de [k-straat 1] te Stuifzand

Goederen afkomstig van de woninginbraak aan de [l-straat 1] te Slagharen

Goederen afkomstig van de woninginbraak aan [m-straat 1] te Balkbrug