Home

Hoge Raad, 20-03-2018, ECLI:NL:HR:2018:388, 16/03004

Hoge Raad, 20-03-2018, ECLI:NL:HR:2018:388, 16/03004

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
20 maart 2018
Datum publicatie
21 maart 2018
ECLI
ECLI:NL:HR:2018:388
Formele relaties
Zaaknummer
16/03004

Inhoudsindicatie

(Gewoonte maken van) Opzetheling. Falende klachten over ontoereikende bewijsvoering en falende klacht over afwijzing (voorwaardelijk) getuigenverzoek. HR: art. 81.1. RO. Samenhang met 16/03003 en 16/03243.

Uitspraak

20 maart 2018

Strafkamer

nr. S 16/03004

IV/NA

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, van 4 mei 2016, nummer 21/004640-15, in de strafzaak tegen:

[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1989.

1 Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft N. van Schaik, advocaat te Utrecht, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

De Advocaat-Generaal B.F. Keulen heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De raadsman heeft daarop schriftelijk gereageerd.

2 Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3 Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.

Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en A.L.J. van Strien, in bijzijn van de waarnemend griffier A. El Mokhtari, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 20 maart 2018.