Hoge Raad, 15-09-2017, ECLI:NL:HR:2017:2384, 17/01218
Hoge Raad, 15-09-2017, ECLI:NL:HR:2017:2384, 17/01218
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 15 september 2017
- Datum publicatie
- 15 september 2017
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2017:2384
- Formele relaties
- Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:666, Gevolgd
- Zaaknummer
- 17/01218
Inhoudsindicatie
Art. 81 lid 1 RO. WSNP, procesrecht. Schuldenaar door rechter-commissaris bij brief opgeroepen voor verhoor (art. 105 Fw). Staat daartegen hoger beroep open? Art. 315 Fw, HR 6 oktober 2006, ECLI:NL:HR:2006:AX8295, NJ 2010/184.
Uitspraak
15 september 2017
Eerste Kamer
17/01218
LZ/IF
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[verzoekster],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKSTER tot cassatie,
advocaat: mr. J. van Weerden.
Verzoekster zal hierna ook worden aangeduid als [verzoekster].
1 Het geding in feitelijke instantie
Voor het verloop van het geding in feitelijke instantie verwijst de Hoge Raad naar het vonnis en de beschikking in de zaak met het insolventienummer C/01/16/130 R van de rechtbank Oost-Brabant van 14 juni 2016 respectievelijk 6 maart 2017.
2 Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van de rechtbank van 6 maart 2017 heeft [verzoekster] beroep in cassatie ingesteld.
Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van [verzoekster] heeft bij brief van 7 juli 2017 op die conclusie gereageerd.
3 Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.