Home

Hoge Raad, 05-02-2016, ECLI:NL:HR:2016:197, 14/05942

Hoge Raad, 05-02-2016, ECLI:NL:HR:2016:197, 14/05942

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
5 februari 2016
Datum publicatie
5 februari 2016
ECLI
ECLI:NL:HR:2016:197
Formele relaties
Zaaknummer
14/05942

Inhoudsindicatie

Art. 81 lid 1 RO. Procesrecht. Facturen voor accountantswerkzaamheden; welke partij is tot de vordering gerechtigd? Stellingen in appel onvoldoende toegelicht? Goede procesorde.

Uitspraak

5 februari 2016

Eerste Kamer

14/05942

EE/TT

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

in de zaak van:

[eiseres],gevestigd te [vestigingsplaats],

EISERES tot cassatie, verweerster in het voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep,

advocaat: mr. R.W. Keus,

t e g e n

1. [verweerster 1],gevestigd te [vestigingsplaats],

2. [verweerster 2],gevestigd te [vestigingsplaats],

3. [verweerder 3],wonende te [woonplaats],

VERWEERDERS in cassatie, eisers in het voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep,

advocaat: mr. H.J.W. Alt.

Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiseres] en [verweerder] c.s.

1 Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:

a. het vonnis in de zaak 98698/HA ZA 10-59 van de rechtbank Roermond van 4 januari 2012;

b. het arrest in de zaak 200.105.143/01 van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 5 augustus 2014.

Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

2 Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof heeft [eiseres] beroep in cassatie ingesteld. [verweerder] c.s. hebben voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep ingesteld. De cassatiedagvaarding en de conclusie van antwoord tevens houdende voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan deel uit.

Partijen hebben over en weer geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.

De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekt tot verwerping van het principaal cassatieberoep.

De advocaat van [eiseres] heeft bij brief van 11 december 2015 op die conclusie gereageerd.

3 Beoordeling van het middel in het principale beroep

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Nu het middel in het principale beroep faalt, komt het voorwaardelijk ingestelde incidentele beroep niet aan de orde.

4 Beslissing