Hoge Raad, 05-01-2016, ECLI:NL:HR:2016:13, 14/03477
Hoge Raad, 05-01-2016, ECLI:NL:HR:2016:13, 14/03477
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 5 januari 2016
- Datum publicatie
- 5 januari 2016
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2016:13
- Formele relaties
- Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:2472, Gevolgd
- In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2014:1007, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 14/03477
Inhoudsindicatie
HR: art. 81.1 RO.
Uitspraak
5 januari 2016
Strafkamer
nr. S 14/03477
CB
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 2 april 2014, nummer 20/001306-12, in de strafzaak tegen:
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1956.
1 Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. R.L.A. Klaassen, advocaat te Vught, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
2 Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en H.A.G. Splinter-van Kan, in bijzijn van de waarnemend griffier A.C. ten Klooster, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 5 januari 2016.