Hoge Raad, 13-02-2015, ECLI:NL:HR:2015:308, 14/01459
Hoge Raad, 13-02-2015, ECLI:NL:HR:2015:308, 14/01459
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 13 februari 2015
- Datum publicatie
- 13 februari 2015
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2015:308
- Formele relaties
- Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:2280, Gevolgd
- In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2010:BO5064, Bekrachtiging/bevestiging
- In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2013:CA0786, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 14/01459
Inhoudsindicatie
Art. 81 lid 1 RO. Onrechtmatige daad. Verkeersongeval. Letselschade; psychische klachten. Arbeidsongeschiktheid. Causaliteit. Waardering deskundigenbewijs. Omvang schade.
Uitspraak
13 februari 2015
Eerste Kamer
nr. 14/01459
LZ/EE
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
LONDON VERZEKERINGEN N.V,
gevestigd te Amsterdam,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. K. Teuben,
t e g e n
[verweerder],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
advocaat: mr. K. Aantjes.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als London en [verweerder].
1 Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak 80773/HA ZA 07-529 van de rechtbank Roermond van 15 oktober 2008;
b. de arresten in de zaak HD 200.040.924/01 van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 16 november 2010, 20 september 2011, 14 mei 2013 en 19 november 2013.
De arresten van het hof zijn aan dit arrest gehecht.
2 Het geding in cassatie
Tegen de arresten van het hof heeft London beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
[verweerder] heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten, voor London mede door mr. K.J.O. Jansen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Spier strekt tot verwerping van het beroep.
De advocaat van London heeft bij brief van 12 december 2014 op die conclusie gereageerd.
3 Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.