Home

Hoge Raad, 19-12-2014, ECLI:NL:HR:2014:3677, 13/05081

Hoge Raad, 19-12-2014, ECLI:NL:HR:2014:3677, 13/05081

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
19 december 2014
Datum publicatie
19 december 2014
ECLI
ECLI:NL:HR:2014:3677
Formele relaties
Zaaknummer
13/05081
Relevante informatie
Burgerlijk Wetboek Boek 2 [Tekst geldig vanaf 01-05-2023 tot 01-07-2026], Burgerlijk Wetboek Boek 2 [Tekst geldig vanaf 01-05-2023 tot 01-07-2026] art. 19

Inhoudsindicatie

Vennootschapsrecht. Herroeping van besluit tot ontbinding BV toelaatbaar? Vereisten. Tussenkomst rechter vereist; eisen van rechtszekerheid; bescherming van derden. Overeenkomstige toepassing art. 2:19 lid 2 BW. Terugwerkende kracht herroepingsbesluit? Verplichting tot stellen van zekerheid teneinde benadeling derden te voorkomen. Te verstrekken informatie. Oproeping belanghebbenden (art. 279 lid 1 Rv).

Uitspraak

19 december 2014

Eerste Kamer

nr. 13/05081

LZ/EE

Hoge Raad der Nederlanden

Beschikking

in de zaak van:

1. RODENSTAAL BALKAN d.o.o.,gevestigd te Kladovo, Servië,

2. [verzoekster 2],gevestigd te [vestigingsplaats],

VERZOEKSTERS tot cassatie,

advocaat: mr. L. Kelkensberg,

t e g e n

1. KLADOVO BEHEER B.V.,

2. SCHEEPVAARTONDERNEMING RIFGAT B.V.,beide gevestigd te Harlingen,

VERWEERSTERS in cassatie,

advocaat: mr. J.H.M. van Swaaij.

Verzoeksters zullen hierna ook afzonderlijk worden aangeduid als Rodenstaal Balkan en [verzoekster 2] en gezamenlijk als Rodenstaal c.s., en verweersters afzonderlijk als Kladovo en Rifgat en gezamenlijk als Rifgat c.s.

1 Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:

a. de beschikking in de zaak 117941/HA RK 12-19 van de rechtbank Leeuwarden van 14 maart 2012;

b. de beschikkingen in de zaak 200.108.267/01 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 28 augustus 2012 en 19 juli 2013.

De beschikking van het hof van 19 juli 2013 is aan deze beschikking gehecht.

2 Het geding in cassatie

Tegen de beschikking van het hof van 19 juli 2013 hebben Rodenstaal c.s. beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.

Rifgat c.s. hebben verzocht het beroep niet-ontvankelijk te verklaren, respectievelijk te verwerpen.

Rodenstaal c.s. hebben verzocht het beroep op niet-ontvankelijkheid te verwerpen.

De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman strekt tot vernietiging van de bestreden beschikking.

De advocaat van Rifgat c.s. heeft bij brief van 5 september 2014 op die conclusie gereageerd.

3 Beoordeling van het middel

3.1

In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.

(i) In 2008 is 1% van de aandelen in Rodenstaal Balkan, een vennootschap naar Servisch recht, overgedragen aan Rifgat. Het door Rifgat hiervoor verschuldigde bedrag heeft zij voldaan uit een geldlening tot een bedrag van € 5.750.000,-- die aan haar was verstrekt door [betrokkene]. Enig aandeelhouder van Rifgat was Kladovo. Bestuurder van Rifgat en Kladovo was [betrokkene].

(ii) Rodenstaal Balkan heeft een bedrag van € 675.000,-- geleend van Rifgat ten behoeve van de bouw van een scheepshal in Servië, tegen hypothecaire zekerheidstelling.

(iii) Rifgat is bij besluit van haar algemene vergadering van aandeelhouders van 21 december 2009 ontbonden. In de notulen is onder meer vermeld:

"Het volgende besluit wordt genomen:

1. De vennootschap draagt alle activa en passiva van de vennootschap voor de waarde zoals die is opgenomen in de balans per 31 december 2008 inclusief de mutaties tot en met heden, over aan [betrokkene] per 21 december 2009.

2. Het kapitaal en de reserves van de vennootschap worden per 21 december 2009 uitgekeerd aan de aandeelhouders van Kladovo Beheer B.V.

3. Omdat de vennootschap met ingang van 21 december 2009 geen baten meer heeft houdt hij vandaag op te bestaan zoals bedoeld in BW 2:19 lid 4. [betrokkene] zal daarvan opgaaf doen bij het Handelsregister bij de Kamer van Koophandel.

4. De bewaarder van boeken en bescheiden is [betrokkene]."

(iv) Ten tijde van het hiervoor onder (iii) genoemde besluit had Rifgat nog een aanzienlijke vordering op Rodenstaal Balkan.

(v) Aan de onderdelen 1 en 2 van het hiervoor onder (iii) genoemde besluit is geen uitvoering gegeven. In het handelsregister is per 21 december 2009 ten aanzien van Rifgat geregistreerd dat de ontbonden rechtspersoon is opgehouden te bestaan omdat geen bekende baten meer aanwezig zijn met ingang van 21 december 2009.

(vi) De algemene vergadering van aandeelhouders van Rifgat heeft op 9 februari 2012 besloten tot herroeping van de ontbinding van Rifgat.

3.2

Rifgat heeft de rechtbank verzocht voor recht te verklaren dat zij het op 21 december 2009 door haar genomen ontbindingsbesluit rechtsgeldig heeft herroepen. Zij stelt daarbij belang te hebben omdat zij haar vordering op Rodenstaal Balkan en de aandelen in die vennootschap anders niet kan overdragen aan [betrokkene], aangezien een ontbonden vennootschap volgens haar naar Servisch recht niet bestaat.

De rechtbank heeft het verzoek toegewezen. Het hof heeft het hoger beroep verworpen en daartoe als volgt, samengevat, overwogen.

Herroeping door een rechtspersoon van een eerder door hem genomen ontbindingsbesluit is in beginsel mogelijk als het belang van de (ontbonden) rechtspersoon dat meebrengt en derden door die herroeping niet in hun belangen worden geschaad. Met het oog op die bescherming van de belangen van derden alsook om praktische redenen dient, zolang de wetgever niet voorziet in een regeling, daarbij te worden gekozen voor controle van de herroeping door de rechter. (rov. 8)

Een ontbindingsbesluit kan slechts worden herroepen door een rechtspersoon die nog bestaat. De vraag of Rifgat nog bestaat, dient te worden beantwoord aan de hand van art. 2:19 lid 5 BW, waaruit volgt dat een ontbonden rechtspersoon blijft bestaan voor zover nodig voor het vereffenen van zijn vermogen. Rifgat beschikte na haar ontbinding nog over vermogen dat niet is vereffend en is in zoverre blijven bestaan. Daarbij is voor de beoordeling niet relevant of dit voortbestaan indruist tegen de Servische openbare orde. Voor een in Nederland zetelende rechtspersoon is ten aanzien van haar (voort)bestaan slechts van belang of sprake is van schending van de Nederlandse openbare orde. (rov. 9)

De herroeping van de ontbinding mag niet tot gevolg hebben dat derden die in gerechtvaardigd vertrouwen op de ontbinding en haar gevolgen zijn afgegaan in hun belangen worden geschaad. Of hiervan sprake is, hangt af van alle omstandigheden van het geval, waaronder het tijdsverloop sinds het moment van ontbinding. Er is geen grond hiervoor een vaste termijn te hanteren, ook niet als uitgangspunt, of aan te sluiten bij de vervaltermijn van art. 2:15 lid 5 BW. (rov. 10) Rodenstaal c.s. hebben als gevolg van de ontbinding van Rifgat geen voordeel gekregen in de vorm van verkregen rechten of bevrijding van schulden en zijn ook niet anderszins in een voordeliger positie komen te verkeren. Zij zijn niet in hun belangen geschaad door de herroeping van de ontbinding. (rov. 11-15)

4 Beoordeling van het belang bij het beroep

5 Beoordeling van het middel

6 Beslissing