Home

Hoge Raad, 04-11-2014, ECLI:NL:HR:2014:3114, 13/03345

Hoge Raad, 04-11-2014, ECLI:NL:HR:2014:3114, 13/03345

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
4 november 2014
Datum publicatie
6 november 2014
ECLI
ECLI:NL:HR:2014:3114
Formele relaties
Zaaknummer
13/03345
Relevante informatie
Wetboek van Strafrecht [Tekst geldig vanaf 01-01-2025], Wetboek van Strafrecht [Tekst geldig vanaf 01-01-2025] art. 266

Inhoudsindicatie

Vervolg op HR ECLI:NL:HR:2011:BP0291 en HR ECLI:NL:HR:2012:BW9978. Art. 266 en 267 Sr. Beledigen individuele politiefunctionaris door dragen van jack met daarop het opschrift "A.C.A.B.", met de, ook aan verdachte bekende, betekenis “All Cops Are Bastards”? Het antwoord op deze vraag hangt af van de concrete omstandigheden van het geval. Daarbij zal, indien de beledigende uitlating of feitelijkheid, zoals hier, betrekking heeft op een categorie mensen in een bepaalde hoedanigheid, de enkele omstandigheid dat deze uitlating of feitelijkheid wordt waargenomen door een persoon die tot deze categorie behoort, niet voldoende zijn om te kunnen aannemen dat het opzet van de verdachte op belediging van die specifieke persoon is gericht. Gelet op de door het Hof vastgestelde f&o geeft het oordeel dat de verdachte in de gegeven omstandigheden bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat hij deze politiefunctionaris zou beledigen niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is het ook niet onbegrijpelijk.

Uitspraak

4 november 2014

Strafkamer

nr. 13/03345

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 24 juni 2013, nummer 20/004165-12, in de strafzaak tegen:

[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1985.

1 Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. J.Y. Taekema, advocaat te 's-Gravenhage, een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

De Advocaat-Generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De raadsman heeft daarop schriftelijk gereageerd.

2 Beoordeling van het middel

2.1.

Het middel klaagt onder meer over de motivering van de bewezenverklaring, waartoe naar de kern wordt aangevoerd dat het in de publieke ruimte dragen van een jack met het opschrift A.C.A.B. (hetgeen staat voor All Cops Are Bastards) niet beledigend is voor een individuele politieambtenaar.

2.2.

Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat:

"hij op 16 maart 2007 in de gemeente Goes opzettelijk een ambtenaar, te weten de hoofdagent van politie [verbalisant], gedurende en ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, in diens tegenwoordigheid door een feitelijkheid heeft beledigd door daar toen opzettelijk beledigend zichtbaar voor voornoemde ambtenaar een bomberjack te dragen met daarop de opdruk/tekst "A.C.A.B."."

2.3.

Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:

"1. Een proces-verbaal van politieregio Zeeland, team Goes Noord, dossiernummer PL195C/07-902052, pag. 2-3, d.d. 26 maart 2007, dat - zakelijk weergegeven - inhoudt als eigen waarneming of ondervinding van verbalisant [verbalisant], hoofdagent van politie Zeeland, team Goes noord:

Op vrijdag 16 maart 2007, omstreeks 23.17 uur, zag ik, [verbalisant], een groepje van zeven jongeren uit de binnenstad van Goes komen lopen. Ik zag dat een van de jongeren een zwart bomberjack aan had met op de rugzijde het opschrift "A.C.A.B". Dit opschrift heeft als betekenis "All Cops Are Bastards". Ook op de voorzijde van het jack stond deze opdruk. Verdachte liep op de openbare weg, de Houtkade, te Goes, gelegen in het centrum van Goes. Deze persoon werd op heterdaad aangehouden ter zake belediging van een ambtenaar in functie.

Het voornoemde bomberjack met opdruk "A.C.A.B" werd door mij, verbalisant, in beslag genomen. Een foto van het voornoemde bomberjack is bij dit proces-verbaal gevoegd.

2. Een proces-verbaal van aanhouding van politieregio Zeeland, team Goes centrum-west, mutatienummer PL 195A/07-026535 d.d. 16 maart 2007, dat deel uitmaakt van het dossier genummerd 07-902052, pag. 7-8, dat - zakelijk weergegeven - inhoudt als eigen waarneming of ondervinding van verbalisant [verbalisant]:

Verdachte: [verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1985.

De aanhouding werd verricht door [verbalisant], hoofdagent van politie Zeeland, team Goes Noord en vond plaats naar aanleiding van het volgende:

Verdachte liep op de openbare weg met een jack met daarop de beledigende tekst "A.C.A.B", wat betekent "All Cops Are Bastards".

3. Aanvullend proces-verbaal van politieregio Zeeland, Bureau team Goes Noord, mutatienummer PL 1950/07-026535 d.d. 1 november 2007, dat deel uitmaakt van het dossier genummerd 07-902052, dat inhoudt als eigen waarneming of ondervinding van verbalisant [verbalisant]:

Verdachte [verdachte] droeg een zogenaamd bomberjack met de opdruk "A.C.A.B". Verdachte liep hiermee op de openbare weg in het centrum, zijnde het uitgaanscentrum van de gemeente Goes. Door de opdruk "All Cops Are Bastards" voelde ik mij beledigd alsmede in mijn goede eer aangetast in de uitoefening van mijn bediening als politieagent.

4. Een proces-verbaal terechtzitting van de rechtbank Middelburg, sector strafrecht, politierechter, d.d. 6 juni 2008, welke inhoudt als verklaring van de verdachte:

Het weekend voordat ik werd aangehouden had ik al een waarschuwing gekregen van politieagenten omdat zij zich door de tekst op de achterkant van mijn jas beledigd voelden. Ik wist dat de afkorting "A.C.A.B" staat voor "All Cops Are Bastards".

5. Een proces-verbaal van verhoor van politieregio Zeeland, team Goes noord, mutatienummer PL195C/07-026535 op ambtsbelofte opgemaakt door hoofdagent [verbalisant] d.d. 16 maart 2007, dat deel uitmaakt van het dossier genummerd 07-902052, pag. 9, dat inhoudt als verklaring van de verdachte:

Ik droeg vanavond 16 maart 2007, omstreeks 23.15 uur, mijn zwart bomberjack met de opdruk "A.C.A.B". Dit staat op de rugzijde en op de voorzijde. Ik begrijp dat dit beledigend kan zijn voor de politie. Ik was vorige week al gewaarschuwd door collega's van u.

6. Een - alleen in verband met de inhoud van de andere bewijsmiddelen tot bewijs gebruikt - overzicht van foto's van de jas die de verdachte op 16 maart 2007 droeg, pag. 10 van het dossier genummerd 07-902052, waarop het hof het volgende waarneemt:

De jas is voorzien van de letters "A.C.A.B." (in zogenaamd Gotisch schrift), zowel op de voor- als de achterzijde van de jas, welke letters duidelijk zichtbaar zijn."

2.4.

Het Hof heeft ten aanzien van de bewezenverklaring voorts het volgende overwogen:

"Bijzondere overwegingen omtrent het bewijs

De beslissing dat het bewezen verklaarde door de verdachte is begaan, berust op de feiten en omstandigheden als vervat in de hierboven bedoelde bewijsmiddelen, in onderlinge samenhang beschouwd.

Namens verdachte zijn de navolgende verweren gevoerd.

(...)

B.1.

De verdediging heeft voorts vrijspraak bepleit op de volgende gronden.

De verdediging heeft aangevoerd dat de Engelse term "Cop" niet zonder meer betrekking heeft op Nederlandse politieagenten en voorts dat de Engelse term "Bastard" niet zonder meer beledigend is. Evenmin levert het dragen van een jack met opdruk niet zonder meer een feitelijkheid op. Bij belediging in tegenwoordigheid van een ander, zoals primair is ten laste gelegd, moet er een gedraging of een gebaar bijkomen waarmee de tekst een gerichtheid tot die ander krijgt. Dat de hoofdagent de verdachte met diens jack aan op enig moment in het vizier krijgt, is daarvoor onvoldoende.

B.2.

Het hof overweegt hieromtrent als volgt.

De vraag die moet worden beantwoord, is of de letters "A.C.A.B." in de betekenis die er volgens verdachte aan moest worden gegeven, beledigend waren, met andere woorden de strekking hadden een ander aan te randen in zijn eer en goede naam. Wat de gangbare, algemeen bekende betekenis van de gedane uitlating is, is dus niet beslissend voor de vraag welke betekenis die uitlating in concreto heeft. Volgens verdachte stonden deze letters voor "All Cops Are Bastards".

Naar het oordeel van het hof heeft de lettercombinatie "A.C.A.B." in de betekenis van 'All Cops Are Bastards" naar haar aard de strekking om de politie, wereldwijd, dus daar vallen ook individuele Nederlandse politiefunctionarissen onder, in diskrediet te brengen. De genoemde woordcombinatie drukt minachting uit voor elke politiefunctionaris als zodanig.

In het openbaar gebezigd, randt zij politiefunctionarissen aan in hun eer en goede naam en kan zij afbreuk doen aan hun gezag.

Verdachte wist dat politieambtenaren zich door deze uitdrukking beledigd konden voelen.

Hij was immers, zo blijkt uit bewijsmiddel 5, de voorafgaande week gewaarschuwd door politieambtenaren voor het beledigende karakter. Desondanks is hij het jack met opschrift in het openbaar blijven dragen. Het opzet van de verdachte op het beledigende karakter is hiermee komen vast te staan. Daaraan doet niet af dat de verdachte naar zijn zeggen niet de bedoeling had om de politie te beledigen.

Voorts is naar het oordeel van het hof de belediging in de vorm van het dragen van de bomberjack met opschrift "A.C.A.B." door de verdachte aan verbalisant [verbalisant] in diens tegenwoordigheid door een feitelijkheid aangedaan.

Immers de verdachte droeg deze jas op een uitgaansavond (vrijdagavond) in het centrum van Goes. De kans dat de verdachte daar en toen politieagenten zou tegenkomen die bezig waren met het uitoefenen van hun functie (zoals het surveilleren in het kader van de handhaving van de openbare orde in het uitgaanscentrum) was naar ervaringsregels aanmerkelijk te achten. Dat is een feit van algemene bekendheid, waar de verdachte derhalve ook bekend mee moet zijn geweest.

Desondanks heeft de verdachte zich met de jas waarop voor een ieder zichtbaar de afkorting "A.C.A.B." in het openbaar met een groep jongeren op vrijdagavond in het centrum van Goes begeven, wetende dat politieagenten zich door die afkorting beledigd kunnen voelen. Daarmee heeft de verdachte voornoemde aanmerkelijke kans welbewust aanvaard en is naar het oordeel van het hof de opzet van verdachte (in voorwaardelijke zin) op belediging van de agenten die hem zouden tegenkomen, in casu hoofdagent [verbalisant], gegeven. [verbalisant] zag de verdachte in de jas met voormeld opschrift, ging van dezelfde betekenis van dat opschrift uit als de verdachte, en voelde zich daardoor in zijn eer en goede naam aangetast.

Wat er ook zij van de door de raadsman gestelde vrijheid van keuze van te dragen kleding, deze vrijheid vindt in ieder geval haar beperking indien de strafwet daarmee wordt overtreden, in casu indien de op die kleding gedragen teksten beledigend van aard zijn.

Naar het oordeel van het hof is op grond van het vorenstaande komen vast te staan dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan belediging zoals bewezen verklaard.

De verweren worden mitsdien verworpen.”

2.5.

De klacht van het middel stelt de vraag aan de orde of het dragen van het jack met het opschrift A.C.A.B., welke afkorting naar het Hof heeft vastgesteld de, ook aan de verdachte bekende, betekenis "All Cops Are Bastards" heeft en naar zijn aard de algemene strekking heeft om politiefunctionarissen wereldwijd en ook in Nederland in diskrediet te brengen, kan worden aangemerkt als opzettelijke belediging aan de individuele politiefunctionaris [verbalisant] in zijn tegenwoordigheid aangedaan als bedoeld in art. 266, eerste lid, Sr.

Het antwoord op de vraag of in zo een geval het (voorwaardelijk) opzet van de verdachte op belediging van de individuele politiefunctionaris is gericht, zal afhangen van de concrete omstandigheden van het geval. Daarbij zal, indien de beledigende uitlating of feitelijkheid, zoals hier, betrekking heeft op een categorie mensen in een bepaalde hoedanigheid, de enkele omstandigheid dat deze uitlating of feitelijkheid wordt waargenomen door een persoon die tot deze categorie behoort, niet voldoende zijn om te kunnen aannemen dat het opzet van de verdachte op belediging van die specifieke persoon is gericht.

2.6.

Het Hof heeft geoordeeld dat de verdachte in de gegeven omstandigheden bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat hij politiefunctionaris [verbalisant] zou beledigen. Dat oordeel geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is ook niet onbegrijpelijk.

Daarbij wordt mede in aanmerking genomen dat het Hof feitelijk en niet onbegrijpelijk heeft vastgesteld dat de verdachte:

- wist dat politieagenten zich door die afkorting beledigd kunnen voelen;

- de week voorafgaande aan de dag waarop [verbalisant] waarnam dat hij het jack met het opschrift A.C.A.B. droeg, was gewaarschuwd door politieambtenaren voor het beledigende karakter van die uitdrukking;

- desondanks het jack met dat opschrift, voor ieder zichtbaar, in het openbaar met een groep jongeren is blijven dragen op een uitgaansavond in het centrum van Goes, en

- moet hebben geweten dat de kans dat hij daar en toen politieagenten zou tegenkomen die bezig waren met het uitoefenen van hun functie (zoals het surveilleren in het kader van de handhaving van de openbare orde in het uitgaanscentrum) aanmerkelijk was.

2.7.

De klacht faalt.

2.8.

Ook voor het overige kan het middel niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel in zoverre niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3 Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.

Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en Y. Buruma, in bijzijn van de waarnemend griffier S.C. Rusche, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 4 november 2014.