Hoge Raad, 13-06-2014, ECLI:NL:HR:2014:1387, 14/00896
Hoge Raad, 13-06-2014, ECLI:NL:HR:2014:1387, 14/00896
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 13 juni 2014
- Datum publicatie
- 13 juni 2014
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2014:1387
- Formele relaties
- Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:523, Gevolgd
- Zaaknummer
- 14/00896
Inhoudsindicatie
Art. 81 lid 1 RO. WSNP. Afwijzing toelatingsverzoek. Goede trouw; art. 288 lid 1 onder b Fw. Grenzen rechtsstrijd. Hardheidsclausule; art. 288 lid 3 Fw.
Uitspraak
13 juni 2014
Eerste Kamer
nr. 14/00896
EV/LH
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[verzoeker],wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. P.J.Ph. Dietz de Loos.
Verzoeker zal hierna ook worden aangeduid als [verzoeker].
1 Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak C/16/347762/FT RK 13/1665 van de rechtbank Midden-Nederland van 25 november 2013;
b. het arrest in de zaak 200.138.110 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 10 februari 2014.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2 Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [verzoeker] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest en aanvullend cassatierekest zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan deel uit.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman strekt tot verwerping van het cassatieberoep, zoals opgenomen in beide verzoekschriften tot cassatie.
De advocaat van [verzoeker] heeft bij brief van 8 mei 2014 op die conclusie gereageerd.
3 Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.