Home

Hoge Raad, 01-11-2013, ECLI:NL:HR:2013:1082, 12/05082

Hoge Raad, 01-11-2013, ECLI:NL:HR:2013:1082, 12/05082

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
1 november 2013
Datum publicatie
1 november 2013
ECLI
ECLI:NL:HR:2013:1082
Formele relaties
Zaaknummer
12/05082

Inhoudsindicatie

Art. 81 lid 1 RO. Vervangende toestemming rechtbank tot erkenning van kind, art. 1:204 lid 3 BW. Kosten van DNA-onderzoek.

Uitspraak

1 november 2013

Eerste Kamer

nr. 12/05082

RM/AS

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

in de zaak van:

[de vrouw],wonende op een geheim adres,

VERZOEKSTER tot cassatie,

advocaat: mr. J.F.M. van Weegberg,

t e g e n

[de man],wonende te [woonplaats],

VERWEERDER in cassatie,

advocaat: mr. R.K. van der Brugge,

Belanghebbende in cassatie:

Mr. R.N. Baldew, in haar hoedanigheid van bijzonder curator over de hierna te noemen minderjarige,

kantoorhoudende te ’s-Gravenhage,

niet verschenen.

Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de vrouw en de man.

1 Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:

a. de beschikking in de zaak 79659 / FA RK 09-7349 79662/FA RK 09-7350 en 79663 / FA RK 09-7351 van de rechtbank Dordrecht van 11 maart 2009;

b. de beschikkingen in de zaak 333543 FA RK 09-2290 van de rechtbank ’s-Gravenhage van 26 maart 2009, 14 september 2009, 17 mei 2010 en 20 juni 2011;

c. de beschikkingen in de zaak 200.091.102/01 van het gerechtshof te ’s-Gravenhage van 22 februari 2012 en 1 augustus 2012.

De beschikkingen van het hof zijn aan deze beschikking gehecht.

2 Het geding in cassatie

Tegen de beschikking van het hof van 1 augustus 2012 heeft de vrouw beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.

De man heeft verzocht het beroep te verwerpen. De bijzondere curator over de minderjarige [de minderjarige] heeft geen verweerschrift ingediend.

De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekt tot verwerping van het beroep.

3 Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4 Beslissing