Home

Hoge Raad, 19-11-2010, BN8061, 09/00229

Hoge Raad, 19-11-2010, BN8061, 09/00229

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
19 november 2010
Datum publicatie
19 november 2010
Annotator
ECLI
ECLI:NL:HR:2010:BN8061
Formele relaties
Zaaknummer
09/00229
Relevante informatie
Wet op de rechterlijke organisatie [Tekst geldig vanaf 01-07-2023] art. 81

Inhoudsindicatie

Verbintenissenrecht. Vordering tot vergoeding van schade door onder water gelopen polder. Onrechtmatig nalatig handelen van het Hoogheemraadschap? Stelplicht. (81 RO).

Uitspraak

19 november 2010

Eerste Kamer

09/00229

RM/TT

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

in de zaak van:

[Eiseres],

gevestigd te [vestigingsplaats],

EISERES tot cassatie, verweerster in het voorwaardelijk incidentele cassatieberoep,

advocaat: mr. P.J.L.J. Duijsens,

t e g e n

HET HOOGHEEMRAADSCHAP VAN SCHIELAND EN DE KRIMPENERWAARD,

zetelende te Rotterdam,

VERWEERDER in cassatie, eiser in het voorwaardelijk incidentele cassatieberoep,

advocaat: mr. B.T.M. van der Wiel.

Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiseres] en het Hoogheemraadschap.

1. Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:

a. het vonnis in de zaak 181415/HA ZA 02-1768 van de rechtbank Rotterdam van 8 juni 2005;

b. de arresten in de zaak met rolnummer (oud) 05/1047 en zaaknummer 105.003.441/01 van het gerechtshof te 's-Gravenhage van 29 maart 2007 (tussenarrest) en 30 september 2008 (eindarrest).

De arresten van het hof zijn aan dit arrest gehecht.

2. Het geding in cassatie

Tegen beide arresten van het hof heeft [eiseres] beroep in cassatie ingesteld. Het Hoogheemraadschap heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep en voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep ingesteld. [Eiseres] heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkheid van het incidenteel cassatieberoep, althans tot afwijzing daarvan. De cassatiedagvaarding en de conclusie van antwoord tevens houdende incidenteel cassatieberoep zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan deel uit.

De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.

De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Wuisman strekt tot verwerping van het principaal beroep en het onbesproken laten van het incidenteel beroep.

3. Beoordeling van het middel in het principaal beroep

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Nu het middel in het principale beroep faalt, komt het voorwaardelijk ingestelde incidentele beroep niet aan de orde.

4. Beslissing

De Hoge Raad:

verwerpt het principale beroep;

veroordeelt [eiseres] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van het Hoogheemraadschap begroot op € 384,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.

Dit arrest is gewezen door de raadsheren A. Hammerstein, als voorzitter, F.B. Bakels en C.E. Drion, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 19 november 2010.