Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 12-03-2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:978, 200.213.865_01

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 12-03-2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:978, 200.213.865_01

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
12 maart 2019
Datum publicatie
16 september 2019
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2019:978
Formele relaties
Zaaknummer
200.213.865_01

Inhoudsindicatie

geregistreerd partnerschap, PACT

Uitspraak

Team familie- en jeugdrecht

zaaknummer 200.213.865/01

arrest van 12 maart 2019

in de zaak van

[appellante] ,

wonende te [woonplaats] ,

appellante,

hierna aan te duiden als de vrouw,

advocaat: mr. L.G.P.A. van Putten-van den Heuvel te Oss,

tegen

[geïntimeerde] ,

wonende te [woonplaats] ,

geïntimeerde,

hierna aan te duiden als de man,

advocaat: mr. M. van Vliet te 's-Hertogenbosch,

als vervolg op het door het hof gewezen tussenarrest van 14 augustus 2018 in het hoger beroep van het door de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats 's-Hertogenbosch, onder zaaknummer C/01/301231 / HA ZA 15-799 gewezen vonnis van 23 november 2016.

5 Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- het tussenarrest van 14 augustus 2018 waarbij het hof een pleidooi heeft gelast;

- het pleidooi op 12 december 2018, waarbij partijen pleitnotities hebben overgelegd.

Het hof heeft daarna een datum voor arrest bepaald. Het hof doet recht op bovenvermelde stukken en de stukken van de eerste aanleg.

6 De beoordeling

In principaal appel en incidenteel appel:

6.1.

In dit hoger beroep kan worden uitgegaan van de volgende feiten.

  1. Partijen hebben vanaf 1986 een affectieve relatie gehad en met elkaar samengewoond.

  2. In 1988 heeft de man de woning aan [adres 1] te [woonplaats] gekocht voor € 180.000,--. Ter financiering van de aankoop van deze woning is de man een aflossingsvrije (hypothecaire) geldlening aangegaan ten bedrage van € 181.028,--.

  3. Partijen hebben op 2 december 1999 een samenlevingsovereenkomst gesloten die in een notariële akte is vastgelegd. Deze samenlevingsovereenkomst houdt onder meer het navolgende in:

“(…)ALGEMEEN

ARTIKEL 1

1. Noch het feit van samenleven noch het enkele bestaan van deze overeenkomst verschaft één van partijen enig recht op goederen die door de andere partij, ongeacht wanneer en krachtens welke titel, zijn verkregen.

2. Ieder van partijen is met uitsluiting van de ander aansprakelijk en draagplichtig voor de schulden die hij of zij alleen heeft aangegaan of die op andere wijze alleen in zijn of haar persoon zijn ontstaan, behoudens het bepaalde in lid 3 van dit artikel.

3. De kosten van de gemeenschappelijke huishouding, waaronder begrepen die van verzorging en onderhoud van elkaar en van hun kinderen, worden door partijen gedragen naar evenredigheid van elkaars besteedbaar inkomen en, als die inkomens daarvoor niet toereikend zijn, naar evenredigheid van elkaars vermogen.

Tot de kosten van de gemeenschappelijke huishouding behoren niet premies van levens- en ongevallenverzekering(en). Bedoelde premies komen voor rekening van degene die deze premie(s) verschuldigd is jegens de verzekeraar.

VERBREKING

ARTIKEL 2

1. Indien de samenleving anders dan door het overlijden van één der partijen eindigt, worden de gemeenschappelijke goederen verdeeld met toepassing van de beginselen van redelijkheid en billijkheid.

2. (…)

3. Ingeval partijen ten tijde van de verbreking van de samenleving gezamenlijk eigenaar zijn van de door hen bewoonde woning zal deze of de opbrengst ervan zodanig verdeeld worden dat beide partijen evenveel in het huis hebben geïnvesteerd, waarbij geen rekening wordt gehouden met hypotheekrente.

4. In geval tussen partijen een geschil bestaat omtrent de eigendom van een goed en geen van beiden haar recht op dit goed kan bewijzen, wordt het goed geacht aan beiden toe te behoren, ieder voor de helft. (…)”

Op 18 oktober 1999 hebben partijen gezamenlijk een woning aan de [adres 2] te [plaats ] (Frankrijk) in eigendom verkregen.

Op 10 juni 2005 zijn partijen in Vesoul (Frankrijk) met elkaar een Pacte Civil de Solidarité (PaCS) aangegaan. In de overgelegde vertaling staat onder meer:

Engagement des partenaires:

De partners ondernemen om wederzijds materiaal bijstand te verlenen. Ze besluiten tot een gemeenschappelijke overeenkomst met betrekking tot gemeenschappelijke kosten van het paar en hoe zij zullen bijdragen.

Noch het feit van samenwonen of het loutere bestaan van het gepresenteerde geven het recht – voor zover mogelijk – aan een van de partijen om zaken die zijn verworven door de andere partner op elk moment en elke reden dan ook, tot eigendom te maken, zonder daar van te voren een gezamenlijke rechtshandeling dan wel een afspraak over te hebben gemaakt, zoals een overeenkomst van koop en verkoop, de overname met betrekking tot een geschenk of bij successie.

Wijziging en ontbinding PACS:

Wijzigingen PACS:

Het PACS mag worden gewijzigd na gezamenlijke toestemming en inschrijving in het register van een nieuwe PACS

Ontbinding PACS:

Het PACS kan worden ontbonden door:

- een gezamenlijke schriftelijke verklaring omtrent de ontbinding

- verbreking door eenzijdige beslissing van een van de partners

- huwelijk van een van de partners, of het nu met een derde is of niet

- het overlijden van een van de partners

Verrekening Activa:

- Elke partner zal over de activa van eigen rekening beschikken

Vervreemding van onverdeelde eigendom:

In het geval van vervreemding van alle eigendommen dan wel een gedeelte daarvan, heeft de onverdeelde beneficiair (lees andere partner) het recht op vergoeding en substitutie, vastgelegd in art 815-14 en volgende van het Burgerlijk Wetboek.

Daarna volgt er bevestiging van de vastlegging en registratie van het PACS bij de rechtbank en dat het van kracht gaat op het moment dat het is ingeschreven.

Condition Suspensive – opschortende voorwaarde

De huidige overeenkomst wordt gesloten onder de voorwaarde van verklaring en inschrijving bij de griffie van de rechtbank van 70014 Vesoul, in de periode van 3 maanden na deze datum.

Wijziging van het Burgerlijke solidariteit PACT

Alle wijzigingen in de overeenkomst zullen in een gezamenlijke verklaring worden opgenomen en gedeponeerd in de rechtbank 70014 Vesoul (waar ook deze oorspronkelijke overeenkomst is geregistreerd).

Verklaring van bekwaamheid

Partners verklaren dat zij zich in geen geval onbevoegd zijn in de zin van artikel 515-2 van het Burgerlijk Wetboek, en dus gemachtigd zijn om een civiele solidariteit te ondertekenen in overeenstemming met de wet nr. 99-944 van 15 november 1999. (…)”

Begin 2014 is de relatie van partijen beëindigd. Sinds medio 2014 woont de vrouw niet meer in de woning te [woonplaats] . Bij brief van 3 mei 2015 heeft de man de vrouw laten weten dat hij de PACS wenst te beëindigen.

6.2.1.

In eerste aanleg heeft de vrouw – in conventie – gevorderd:

woning aan [adres 1] te [woonplaats] en hypothecaire schulden

-

de man te veroordelen alle benodigde medewerking te verlenen aan de Rabobank, waaronder begrepen de verkoop van de woning aan [adres 1] te[woonplaats] , teneinde te bewerkstelligen dat de vrouw wordt ontslagen uit de hoofdelijke aansprakelijkheid ten aanzien van alle aan deze woning verbonden hypothecaire geldleningen, op straffe van een dwangsom van € 500,-- per dag, met veroordeling van de man in de buitengerechtelijke kosten, de proceskosten en de nakosten;

-

de man te veroordelen om aan de vrouw te voldoen een bedrag van € 75.000,-- te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het vonnis tot de dag van algehele voldoening, althans een zodanige datum als de rechtbank juist acht;

woning aan de [adres 2] te [plaats ] (Frankrijk)

-

de man te veroordelen om aan de vrouw te voldoen een bedrag van € 1.880,98 uit hoofde van de achterstand in de maandelijkse kosten van de woning in Frankrijk, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van dagvaarding tot de dag van algehele voldoening;

-

de man te veroordelen om aan de vrouw te voldoen een bedrag van € 200,-- per maand uit hoofde van de lopende maandelijkse kosten van de woning in Frankrijk, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van dagvaarding tot de dag van algehele voldoening;

-

vervangende toestemming te verlenen voor de verkoop van de woning in Frankrijk voor een vraagprijs van € 125.000,-- en een laatprijs van € 100.000,-- bij makelaar [de makelaar] in Frankrijk.

gezamenlijke bankrekening met nummer [bankrekeningnummer 1]

-

de man te veroordelen het negatieve saldo op de gemeenschappelijke bankrekening van partijen aan te vullen, zodat deze rekening kan worden opgeheven;

-

vervangende toestemming te verlenen voor de opheffing van de gezamenlijke bankrekening;

met veroordeling van de man in de proceskosten.

6.2.2.

De man heeft in eerste aanleg – in reconventie – gevorderd:

hypothecaire schulden

- de vrouw te veroordelen om aan de man te voldoen een bedrag van € 150.854,83, zijnde de helft van de gezamenlijke hypothecaire schulden van partijen,

te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 november 2015 tot de dag van algehele voldoening;

-

de vrouw te veroordelen om aan de man te voldoen een bedrag van € 10.947,54, zijnde de achterstand in de betaling van de maandelijkse termijnen met betrekking tot de gezamenlijke hypothecaire schulden van partijen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 november 2014 tot de dag van algehele voldoening;

-

de vrouw te veroordelen om aan de man te voldoen de maandelijks lopende termijnen van € 475,98 per maand, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 november 2014 tot de dag van algehele voldoening;

woning aan de [adres 2] te [plaats ] (Frankrijk),

- vervangende toestemming te verlenen voor de verkoop van de woning in Frankrijk voor een vraagprijs van € 120.000,-- en een laatprijs van € 110.000,-- bij makelaar te [kantoorplaats] in Frankrijk;

gezamenlijke bankrekening met nummer [bankrekeningnummer 1]

- vervangende toestemming te verlenen voor de opheffing van de gezamenlijke rekening met nummer [bankrekeningnummer 1] ;

gezamenlijke bankrekening met nummer [bankrekeningnummer 2]

- de vrouw te veroordelen om aan de man te voldoen een bedrag van € 3.482,63, zijnde de verrekening van de opgenomen gelden van de rekening met nummer [bankrekeningnummer 2] ,

met veroordeling van de vrouw in de proceskosten.

6.2.3.

Partijen hebben over en weer verweer gevoerd. Dat verweer zal, voor zover in hoger beroep van belang, in het navolgende aan de orde komen.

6.2.4.

In het tussenvonnis van 9 maart 2016 heeft de rechtbank een comparitie van partijen gelast.

6.2.5.

In het eindvonnis van 23 november 2016 heeft de rechtbank in conventie:

- de man veroordeeld alle benodigde medewerking te verlenen aan de Rabobank teneinde te bewerkstelligen dat de vrouw wordt ontslagen uit de hoofdelijke aansprakelijkheid ten aanzien van de hypothecaire geldlening met nummer [hypothecaire geldlening] ;

- het vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad verklaard, de proceskosten gecompenseerd en het meer of anders gevorderde afgewezen.

In reconventie heeft de rechtbank de vorderingen afgewezen en de proceskosten gecompenseerd.

6.3.

De vrouw heeft in hoger beroep vier grieven aangevoerd. De vrouw heeft geconcludeerd tot vernietiging van het beroepen vonnis, tot het alsnog toewijzen van haar vorderingen en tot het alsnog afwijzen van de vorderingen van de man met veroordeling van de man in de kosten van het geding in beide instanties.

6.4.

De man heeft in hoger beroep twee grieven aangevoerd. De man heeft geconcludeerd tot vernietiging van het beroepen vonnis en tot het toewijzen van zijn vorderingen zijnde:

- de vrouw te veroordelen tot betaling van een bedrag ad € 150.854,83 zijnde de helft van de hypothecaire schuld van partijen te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 februari 2015 tot aan de dag der algehele voldoening;

- de vrouw te veroordelen tot betaling van een bedrag ad € 19.039,20 zijnde de helft van de maandelijkse lasten van de hypothecaire schuld van partijen te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 februari 2015 tot aan de dag der algehele voldoening, althans een zodanige vergoeding als het hof juist acht;

- de vrouw te veroordelen om, binnen vijf dagen na betekening van het te wijzen arrest, tegen behoorlijk bewijs van kwijting, het door het hof toe te wijzen bedrag aan de man te voldoen, te vermeerderen met de wettelijke rente ex art. 6:119a BW vanaf de dag der dagvaarding in eerste aanleg, althans een dag in goede justitie te bepalen, tot aan de dag der algehele voldoening;

- de vrouw te veroordelen om binnen 14 dagen na dagtekening van het arrest aan de man, tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen de kosten van de procedures in beide instanties.

6.5.

De grieven van de vrouw zien op de hypothecaire geldleningen (grief 1), de kosten van de woning in Frankrijk (grief 2), de en/of rekening (grief 3) en de vordering van € 75.000,-- (grief 4). De grieven van de man zien op hypothecaire geldleningen (incidentele grief 1) en de maandlasten van deze geldleningen (grief 2). Het hof zal eerst de internationale aspecten in deze zaak bespreken.

Rechtsmacht en toepasselijk recht

6.6.

Ingevolge art. 2 Rv komt aan de Nederlandse rechter rechtsmacht toe. De rechtbank heeft overwogen dat de vrouw uitsluitend een beroep heeft gedaan op het PaCS (het Franse partnerschapsvermogensregime) in het kader van de woning aan [adres 1] , te [woonplaats] . De rechtbank is, voor het overige, uitgegaan van de toepasselijkheid van Nederlands recht. Nu de vrouw in appel een veel ruimer beroep heeft gedaan op het PaCS (“Het PACS regelt de verdeling van de kosten van de gezamenlijke huishouding waaronder ook de kosten en lasten van de Franse vakantiewoning vielen”, pleitnota, p. 4 en, in dezelfde zin mvg, pt. 5.7), dient het hof zich eerst over de toepasselijkheid van het Franse partnerschapsvermogensregime uit te spreken (vgl. conclusie van AG Vlas voor HR 27 april 2012, ECLI:NL:PHR:2012:BV6684). Ingevolge art. 10:71 is het Franse recht van toepassing op het vermogensregime van partners als zij geen rechtskeuze vóór of tijdens het PaCS hebben uitgebracht. Dat van zo’n rechtskeuze sprake is, is gesteld noch gebleken. Dit betekent dat het hof van oordeel is dat in deze zaak het Franse partnerschapsvermogensregime van toepassing is. Het hof zal partijen in de gelegenheid stellen hun stellingen hieraan aan te passen, als nader in het dictum bepaald.

7 De uitspraak

Het hof:

op het principaal appel en incidenteel appel:

verwijst de zaak naar de rol van 9 april 2019 voor akte aan de zijde van de vrouw met de hiervoor in rov. 6.6 vermelde doeleinden, waarna de man in de gelegenheid zal worden gesteld hierop bij antwoordakte te reageren;

houdt iedere verdere beslissing aan.

Dit arrest is gewezen door mrs. M.J. van Laarhoven, G.J. Vossestein en M.A. Ossentjuk en is in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 12 maart 2019.

griffier rolraadsheer