Home

Gerechtshof Amsterdam, 03-02-2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:2688, 23-000682-16

Gerechtshof Amsterdam, 03-02-2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:2688, 23-000682-16

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
3 februari 2017
Datum publicatie
13 juli 2017
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2017:2688
Formele relaties
Zaaknummer
23-000682-16

Inhoudsindicatie

Bevestiging van het vonnis met aanpassing van een bewijsmiddel. Overtreden gebiedsverbod.

Uitspraak

Parketnummer: 23-000682-16

Datum uitspraak: 3 februari 2017

TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsvrouw)

Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 9 februari 2016 in de strafzaak onder parketnummer

13-109021-14 tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] (Suriname) op [geboortedag] 1982,

adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van

20 januari 2017 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.

Tegen voormeld vonnis is door de verdachte hoger beroep ingesteld.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsvrouw naar voren is gebracht.

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 30 uren, subsidiair 15 dagen hechtenis.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit daarom bevestigen met dien verstande dat het hof bewijsmiddel 3 aanpast zodat dit komt te luiden:

Een proces-verbaal van verhoor verdachte met nummer 2014117954-7 van 13 mei 2014, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [naam] van de politie, Eenheid Amsterdam, doorgenummerde pag. 8.

Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van de verdachte, zakelijk weergegeven:

Ik wist dat ik een gebiedsverbod op grond van de Voetbalwet had toen ik werd aangehouden. Ik weet dat het verbod drie maanden duurt. Ik wist ook de grenzen van het gebied.

BESLISSING

Het hof:

Bevestigt het vonnis waarvan beroep met inachtneming van het hiervoor overwogene.

Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M.F.J.M. de Werd, mr. R.D. van Heffen en mr. P.H.M. Kuster, in tegenwoordigheid van

J.M. van Riel, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van

3 februari 2017.

Mrs R.D. van Heffen en P.H.M. Kuster zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.

[..........]

.