Gerechtshof Amsterdam, 27-01-2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:5814, 23-001336-15
Gerechtshof Amsterdam, 27-01-2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:5814, 23-001336-15
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 27 januari 2016
- Datum publicatie
- 24 februari 2017
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:GHAMS:2016:5814
- Formele relaties
- Na prejudiciële beslissing van : ECLI:NL:HR:2010:BL2854
- Zaaknummer
- 23-001336-15
Inhoudsindicatie
Vrijspraak 197 Sr. De motivering van de oplegging van het inreisverbod is onvoldoende voor de conclusie dat in dit geval sprake is van een (ernstige) bedreiging van de openbare orde. Inreisverbod is evident in strijd met de Terugkeerrichtlijn.
Uitspraak
parketnummer: 23-001336-15
datum uitspraak: 27 januari 2016
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsvrouw)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 25 maart 2015 in de strafzaak onder parketnummer 13-701493-15 tegen de persoon gedagvaard als
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1971,
thans zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 17 december 2015 en 20 januari 2016 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 17 maart 2015 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, als vreemdeling heeft verbleven, terwijl hij wist of ernstige reden had te vermoeden dat hij op grond van artikel 67 van de Vreemdelingenwet 2000, in elk geval op grond van enig wettelijk voorschrift, tot ongewenst vreemdeling was verklaard of terwijl tegen hem een inreisverbod was uitgevaardigd met toepassing van artikel 66a, zevende lid, van de Vreemdelingenwet 2000, zulks terwijl tijdens het plegen van voornoemde misdrijf nog geen vijf jaren waren verlopen sedert een vroegere veroordeling van de verdachte/schuldige tot gevangenisstraf wegens een daaraan soortgelijk misdrijf welke in kracht van gewijsde was gegaan.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.
Vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de rechtbank.