Home

Gerechtshof Amsterdam, 22-11-2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:5060, 200.158.367/01

Gerechtshof Amsterdam, 22-11-2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:5060, 200.158.367/01

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
22 november 2016
Datum publicatie
6 februari 2017
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2016:5060
Zaaknummer
200.158.367/01

Inhoudsindicatie

Appel van ECLI:NL:RBAMS:2014:4977. Leverantie van personal computers c.a. met recht van retour. Vordering van leverancier gedeeltelijk niet toewijsbaar. Deels reeds voldaan, deels verrekend met aftersales-kosten.

Uitspraak

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I

zaaknummer : 200.158.367/01

zaak-/rolnummer rechtbank Amsterdam : C/13/542383 / HA ZA 13-575

arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 november 2016

inzake

KIJKSHOP B.V.,

gevestigd te Amsterdam,

appellante,

advocaat: mr. A. van Hees te Amsterdam,

tegen:

de vennootschap naar buitenlands recht

OLIDATA S.P.A.,

gevestigd te Pievesestina di Cessena (Italië),

geïntimeerde,

advocaat: mr. E. Albayrak te Leeuwarden.

1 Het geding in hoger beroep

Partijen worden hierna Kijkshop en Olidata genoemd.

Kijkshop is bij dagvaarding tevens memorie van grieven van 15 oktober 2014 in hoger beroep gekomen van een vonnis van de rechtbank Amsterdam, van 16 juli 2014, onder bovenvermeld zaak-/rolnummer gewezen tussen Olidata als eiseres en Kijkshop als gedaagde.

Ingevolge een tussenarrest van 4 november 2014 heeft op 19 februari 2015 ten overstaan van de daartoe benoemde raadsheer-commissaris een comparitie na aanbrengen plaatsgevonden. Tijdens de comparitie is geen minnelijke regeling tot stand gekomen. De zaak is verwezen naar de rol van 14 april 2015 voor beraad partijen.

Partijen hebben daarna de volgende stukken ingediend:

- akte uitlating voortgang procedure en indiening productie, met productie;

- memorie van antwoord;

- akte na memorie van antwoord;

- antwoordakte.

Ten slotte is arrest gevraagd.

Kijkshop heeft geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad de vorderingen van Olidata alsnog zal afwijzen en Olidata zal veroordelen tot terugbetaling van hetgeen Kijkshop krachtens het bestreden vonnis heeft voldaan, met veroordeling van Olidata in de kosten van beide instanties met nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.

Olidata heeft geconcludeerd tot bekrachtiging van het bestreden vonnis, met - uitvoerbaar bij voorraad - veroordeling van Kijkshop in de kosten van het hoger beroep met nakosten.

Beide partijen hebben in hoger beroep bewijs van hun stellingen aangeboden.

2 Feiten

De rechtbank heeft in het bestreden vonnis onder 2.1 tot en met 2.27 de feiten vastgesteld die zij tot uitgangspunt heeft genomen. Deze feiten zijn in hoger beroep niet in geschil en dienen derhalve ook het hof als uitgangspunt.

3 Beoordeling

3.1

Het gaat in deze zaak om het volgende.

( i) Olidata is producent van personal computers (pc’s) en daaraan gerelateerde producten. Olidata had enige tijd een vestiging in Sankt Ingbert, Duitsland.

(ii) Vanaf maart 2005 heeft Olidata ook producten verkocht aan een vennootschap die de handelsnaam IT Recoll Services Nederland voert (hierna: IRS). IRS verkocht de producten op haar beurt voor eigen rekening en risico aan Kijkshop. IRS ontving daarvoor (al dan niet op basis van een agentuurovereenkomst) ‘sales commission’ van Olidata.

(iii) Op enig moment in 2006 heeft Kijkshop contact opgenomen met de heer [Y] , destijds werkzaam bij Olidata, en gevraagd of zij rechtstreeks van Olidata kon afnemen. Olidata heeft daarmee ingestemd.

(iv) In oktober 2006 heeft Kijkshop contact opgenomen met de heer [X] van IRS over een actie met de Olidata Alicon DC925’-pc die zou gaan lopen in week 50/51 van 2006.

( v) [X] heeft Kijkshop bij e-mail van 27 oktober 2006 om 12.57 uur bericht:

“Wat betreft de PC promotie voor week 50/51, dit voornemen is door Olidata uiterst positief ontvangen en hiervoor krijg ik vanmiddag nog een voorstel op basis van een Intel Pentium 3GHz PC in de nieuwe luxe casing met de gratis upgrade voucher voor Windows Vista in 2007. De deal hierbij blijft gelijk aan de notebook, niet verkocht in een tijdsbestek van 4 tot 5 weken kan worden geretourneerd.”

(vi) [X] heeft bij e-mail van 27 oktober 2006 om 17.58 uur specificaties van de pc aan Kijkshop gestuurd en voorts (onder meer) geschreven:

“Bijgaand de datasheet van de Olidata P4 configuratie. (..) De netto prijs bedraagt Eur. 530,00 excl. BTW. Als je akkoord bent met deze configuratie dan ontvang ik graag even een mail terug met de gewenste levertijd en aantal dan zal ik per omgaande een artikel aanmeldt formulier opmaken en de foto toesturen voor folderpublicatie en internet.”

(vii) Kijkshop heeft [X] bij e-mail van 30 oktober 2006 bericht:

“Hierbij mijn akkoord op de specificaties, ziet eruit als een beste machine. Tevens bevestig ik hierbij dat we 400 stuks zullen bestellen met recht van retour, levering uiterlijk 11 december bij ons DC te Hedel, zodat we deze pc tijdig in de filialen kunnen krijgen voor de folder van week 51.”

(viii) [X] heeft daarop bij e-mail van 31 oktober 2006 bericht:

“Dank voor je mail en de opdracht. Ik heb e.e.a. in gang gezet en ga zo snel mogelijk het artikel formulier in orde maken zodat het artikel kan worden aangemaakt.”

(ix) Kijkshop heeft bij e-mail van 27 november 2006 aan [X] bericht:

“De pc voor de actie van week 51 hadden we afgesproken op basis van recht van retour, zou je deze recht van retour nog kunnen bevestigen. Dan kan ik de bestelling jouw kant op doen. Alvast bedankt.”

( x) In reactie daarop heeft [X] bij e-mail van 27 november 2006 aan Kijkshop bericht:

“Als gevraagd bevestig ik je hierbij het recht van retour op de Olidata PC’s bedoeld voor de actie week 51. De termijn voor retourlevering houden we vooralsnog op 4 weken. In overleg kunnen we deze termijn eventueel verlengen.”

(xi) Op 27 november 2006 heeft Kijkshop per fax een bestelformulier aan Olidata gezonden voor 400 pc’s ‘Olidata Alicon DC925 MC 3.0GHz’ voor een bedrag van

€ 212.000,- exclusief btw. De pc’s zijn op 8 december 2006 aan Kijkshop geleverd. Op 11 december 2006 heeft Olidata een factuur ad € 252.036,- gezonden aan Kijkshop met betrekking tot (onder meer) de geleverde pc’s.

(xii) Kijkshop wilde deze pc’s verkopen aan consumenten in Nederland. Daartoe is een verkoopactie opgezet. Kijkshop heeft 19 pc’s verkocht en 23 pc’s zijn gestolen uit Kijkshop-filialen (in totaal 42).

(xiii) Bij e-mail van 8 januari 2007 heeft Kijkshop aan [X] bericht:

“Op basis van de verkopen van de afgelopen weken denk ik dat we de pc het beste meteen weer naar jullie retour kunnen sturen, in totaal hebben we 19 apparaten verkocht en bijna evenveel pc’s zijn gestolen. (..) Wij willen de pc’s volgende week retour sturen naar jullie zodat jullie deze weer verder kunnen verkopen.”

(xiv) Op 26 januari 2007 heeft Kijkshop aan [X] bericht:

“Ik heb nog niet gehoord waar de retouren van de pc en de laptops heen moeten, je zou me dit uiterlijk deze week doorgeven. Ons boekjaar loopt eind deze maand af en ik wil ze van de voorraad af hebben voor het einde boekjaar. Graag asap je reactie zodat we ze 30 januari kunnen gaan verschepen zoals besproken. Het gaat om de volgende aantallen:

109290 Notebook Olidata 108 stuks

110625 Olidata alicon 358 stuks

Ik hoor graag van je.”

(xv) [X] heeft de hiervoor in 2.15 vermelde e-mail op 29 januari 2007 aan [Y] doorgezonden met de opmerking: “Please read the mail below from Alexander Kolhoop and respond to me a.s.a.p. Thanks.”

(xvi) [Y] heeft bij e-mail van 29 januari 2007 aan Kijkshop en cc aan [X] bericht:

“sorry for not replying earlier to you but we are still working on a solution for the PCs. No doubt that we agreed to help you in case you are not able to sell the PCs but it takes a few more days to find a solution without risking to losse too much on transportation and price. Therefore please find a way to keep the PCs until first or second week of February to allow us to find a local customer. (..)”

(xvii) Op 30 januari 2007 heeft Kijkshop een retourfactuur gezonden aan Olidata betreffende 358 pc’s, alsmede (de hiervoor in xiv vermelde) notebooks (van een eerdere actie) ter hoogte van € 250.112,00. Onderaan deze retourfactuur is vermeld: “Bovenstaande bedrag zal worden verrekend met openstaande facturen.”

(xviii) Op 12 februari 2007 heeft Kijkshop aan [X] bericht:

“Tot op heden heb ik geen adres gekregen waar de resterende laptops en pc’s naar retour gestuurd kunnen worden. Dit stelt mij teleur, dit te meer ik vanuit jullie de toezegging had uiterlijk het adres in week 4 a 5 te krijgen, zodat we de artikelen nog kwijt konden voor het einde van ons boekjaar. Wanneer ik eind deze week nog uitsluitsel heb m.b.t. de resterende laptops en pc’s ben ik genoodzaakt deze jouw kant op (..) te sturen tezamen met de bijbehorende credit factuur.”

(xix) Eveneens op 12 februari 2007 heeft Kijkshop aan Olidata een betalingsoverzicht gezonden waarin is vermeld dat de factuur van 11 december 2006 (zie xi) van

€ 252.036,00 waarbij (onder meer) de 400 pc’s zijn gefactureerd is verrekend met de retourfactuur van 30 januari 2007 van € 250.112,00 (zie xvii) en voorts met een aantal andere (met nummer en datum gespecificeerde) creditfacturen (van in totaal € 1.687,65), waarna een door Kijkshop te betalen bedrag van € 236,35 resteert. Dit laatste bedrag is door Kijkshop aan Olidata betaald.

(xx) Olidata heeft naar aanleiding van dit betalingsoverzicht contact opgenomen met [X] . [X] heeft - op verzoek van Olidata - bij e-mail van 7 maart 2007 aan Kijkshop bericht:

“Bijgaand doe ik je een overzicht toekomen wat ik van Olidata heb ontvangen met betrekking tot de facturen aan Kijkshop en vice versa facturen door Kijkshop aan Olidata. Omdat Kijkshop na een retour een factuur maakt voor het retour gestuurde goed, worden door Kijkshop bij de uitgevoerde betalingen de bedragen van deze facturen in mindering gebracht. Zoals echter destijds in het gesprek hierover op het kantoor in Zaltbommel is aangegeven dat Olidata pas kan verrekenen na het verzenden van een credit factuur door hen zelf.”

(xxi) Kijkshop heeft bij e-mail van 16 april 2007 aan [X] bericht:

“Kan jij me met het volgende helpen. Al sinds geruime tijd staan er retouren voor jullie klaar op ons DC. Ik krijg nu zelfs op MT nivo vragen wanneer deze weg gaan. Al kan alles al wel verrekend zijn dan nog is het raar dat ze zo lang blijven staan. Kan jij aangeven wanneer ze weg gaan. En nee ik heb daar niet veel ruimte (in tijd) meer voor.

Ik wacht op je antwoord.”

(xxii) [X] heeft bij e-mail van 18 april 2007 aan Kijkshop bericht:

“(..) Zoals je weet zit ik nu in China en heb gisteren contact gezocht met [Y] omtrent de retouren van de desktop PC’s hij was echter de gehele dag niet bereikbaar. Ik ga het zo nogmaals proberen want ik vind (samen met jou) dat dit nu echt moet worden opgelost. Ik zal je zodra ik bericht heb informeren.”

(xxiii) [Y] heeft bij e-mail van 23 april 2007 aan Kijkshop bericht:

“(..) 3. Desktop PCs

A while ago we discussed your issue on the 300pcs of desktop PCs that you have difficulties to sell and that you would like to return. Please note that there is no general return agreement between Kijkshop and Olidata and that any efforts to help you to reduce stock are based on goodwill and partnership. (..)”

(xxiv) Op 3 mei 2007 heeft Olidata aan Kijkshop nogmaals de 108 notebooks ad

€ 60.372,00 gefactureerd en daarbij vermeld “Your Credit Note (..) issued on 30/01/2007 has not been accepted by Olidata and it remains without authorization”. Kijkshop heeft dit bedrag van € 60.372,00 vervolgens alsnog betaald aan Olidata.

(xxv) De advocaat van Kijkshop heeft bij brief van 14 december 2007 onder meer aan Olidata bericht:

“Olidata is in breach of its obligation concerning the return of the 358 pc’s and this breach is causing damage for Kijkshop. The computers are stored in Kijkshop’s warehouse for almost a year now, and this is causing increasing storage and other costs. Given the nature of computers their value decreased very rapidly. In order to stop the increasing losses and damage for both Kijkshop and Olidata, Kijkshop will sell (as from the first week of 2008) the pc’s via the internet (Kijkshop’s online shop) for € 249 ex Vat a piece.

The proceeds of that sale will be paid to Olidata, after deduction/setting of of the costs and damages concerning storage as mentioned, the sale, and other outstanding issues with Olidata.”

(xxvi) Kijkshop heeft de pc’s vanaf de eerste week van 2008 via haar website verkocht voor € 249,- (inclusief btw) per stuk.

(xxvii) Olidata heeft Kijkshop bij brief van 2 april 2010 gesommeerd tot betaling van € 212.000,- exclusief btw.

3.2

Olidata vordert in deze procedure Kijkshop uitvoerbaar bij voorraad te veroordelen, primair tot betaling van € 212.000,- met wettelijke handelsrente, subsidiair betaling van € 111.402, met wettelijke handelsrente en primair en subsidiair tot betaling van € 2.512,15 vanwege buitengerechtelijke kosten, alsmede proceskosten met nakosten.

De rechtbank heeft een bedrag toegewezen van € 20.572,35, zijnde de koopprijs van de 42 pc’s die Kijkshop heeft verkocht of die zijn gestolen voordat Kijkshop een beroep deed op het recht van retour, verminderd met enkele creditfacturen. Daarnaast heeft de rechtbank een bedrag toegewezen van € 63.767,68, zijnde de door Kijkshop gerealiseerde verkoopopbrengst van de 358 pc’s van totaal € 74.907,92, verminderd met € 9.352,24 voor kosten van logistiek. Ten slotte heeft de rechtbank aan buitengerechtelijke kosten een bedrag toegewezen van € 1.788,-, het meer of anders gevorderde afgewezen en de proceskosten gecompenseerd. Tegen deze beslissing en de daaraan ten grondslag gelegde motivering komt Kijkshop met haar grieven op.

3.4

Met haar eerste grief bestrijdt Kijkshop het oordeel van de rechtbank dat Kijkshop geen feiten en omstandigheden heeft gesteld waaruit zou blijken dat Olidata een volmacht heeft verleend aan [X] en/of IRS om namens haar rechtshandelingen aan te gaan. Kijkshop heeft geen belang bij deze grief, nu de rechtbank heeft geoordeeld dat Kijkshop op grond van de vaststaande feiten en omstandigheden (in onderlinge samenhang bezien) erop mocht vertrouwen dat een toereikende volmacht aan Koëwas verleend, aangezien deze feiten en omstandigheden in de risicosfeer van Olidata liggen en daaruit naar verkeersopvatting de schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid kan worden afgeleid.

3.5

Met haar tweede grief betoogt Kijkshop dat het oordeel van de rechtbank dat Kijkshop aan Olidata een bedrag van € 20.572,35 inzake de 42 pc’s dient te voldoen onbegrijpelijk is, aangezien Kijkshop dit bedrag reeds had voldaan. Ter feitelijke onderbouwing van deze stelling heeft Kijkshop het volgende aangevoerd: Kijkshop was € 252.036,- verschuldigd aan Olidata ter zake van de 400 pc’s en enkele andere orders. Voor de 358 niet verkochte pc’s is door Kijkshop in verband met het recht van retour een retourfactuur opgesteld ter grootte van € 189.740,- en dit bedrag is verrekend met de vordering op Kijkshop van € 252.036,- waardoor nog een vordering op Kijkshop resteerde, na verrekening met enkele andere creditfacturen van in totaal € 1.687,65, van € 60.608,35. In eerste instantie is dat bedrag door Kijkshop verrekend met een retour van de 108 notebooks ten bedrage van € 60.372,-, waarna nog € 236,35 resteerde. Dit laatste bedrag is door Kijkshop aan Olidata betaald. Later bleek dat de verrekening in verband met de retour van de 108 notebooks ten onrechte heeft plaatsgevonden - de 108 notebooks heeft Kijkshop toch verkocht - waarna Kijkshop alsnog een bedrag van € 60.372,- aan Olidata betaald heeft (zie productie 27 met bijlagen bij akte uitlating voortgang procedure en indiening productie, in het bijzonder bijlagen 10 en 12). Uit de gestelde feiten, die Olidata onvoldoende gemotiveerd betwist, volgt naar het oordeel van het hof dat Kijkshop het bedrag inzake de 42 pc’s heeft voldaan. Dat Olidata het van Kijkshop ontvangen bedrag van € 60.372,-, zoals zij stelt, in mindering heeft gebracht op het totaal aan openstaande facturen (zie productie 19 bij akte van 8 januari 2014) maakt dat niet anders. De grief slaagt.

3.6

De rechtbank heeft in het bestreden vonnis onder 4.9 geoordeeld dat Olidata ten aanzien van de terugleveringsverplichting van Kijkshop in schuldeisersverzuim verkeerde (art. 6:58 BW). Met grief 3 voert Kijkshop aan dat aan de zijde van Olidata sprake is van schuldeiserswanprestatie. Olidata was volgens Kijkshop op grond van het overeengekomen recht van retour verplicht mee te werken aan de terug levering van de pc’s door een retouradres af te geven. Nu zij die verplichting niet is nagekomen is er sprake van een tekortkoming in de zin van art. 6:74 BW op grond waarvan Olidata gehouden is alle schade van Kijkshop te vergoeden. Kijkshop heeft echter geen belang bij de grief, omdat zij niet stelt welke schade bij schuldeisersverzuim niet en bij schuldeiserswanprestatie wel voor vergoeding in aanmerking zou komen.

3.7

Met grief 4 bestrijdt Kijkshop het oordeel van de rechtbank dat de gevorderde bijdrage in de kosten van de Kijkshop-organisatie van € 14.652,42 niet voor vergoeding in aanmerking komt. De rechtbank heeft de kosten die Kijkshop heeft gemaakt inzake logistiek van € 9.352,24 wel toegewezen. Dit betreft opslag-, handling-, administratie-, uitlever- en verzendkosten van de 358 verkochte pc’s. In het licht van het feit dat de 358 pc’s via de webshop zijn verkocht, heeft Kijkshop onvoldoende toegelicht dat de kosten van de Kijkshop-organisatie die zij aanvullend vordert speciaal in verband met die pc’s zijn gemaakt. De grief faalt.

3.8

Met grief 5 klaagt Kijkshop erover dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat de aftersales kosten van € 22.364,26 niet voor vergoeding in aanmerking komen. Anders dan de rechtbank is het hof van oordeel Olidata de stelling van Kijkshop dat zij aftersales kosten van € 22.364,26 heeft gemaakt onvoldoende gemotiveerd heeft betwist. Daarbij neemt het hof in aanmerking dat Kijkshop ter toelichting op haar stelling een offerte van Microtools Industries Europe Ltd. van 24 juni 2008 in het geding heeft gebracht betreffende reparatieservice en garantieafhandeling met betrekking tot Olidata Desktop pc’s (productie 19 bij conclusie van antwoord) die uitkomt op het bedrag van € 22.364,26 (352 à € 62,47), dat Kijkshop bij brief van 1 juli 2008 Olidata de gelegenheid heeft gegeven om zelf de garantie te verstrekken, onder aanzegging dat bij gebreke daarvan Kijkshop de garantie voor de wettelijke termijn van 24 maanden extern zal inkopen voor een bedrag van € 62,47 (productie 17 bij conclusie van antwoord), dat uit de e-mail van 16 augustus 2008 (productie 21 bij akte na comparitie) volgt dat Microtools aan Kijkshop een factuur betreffende ‘Olidata PC’s voor service afhandeling geleverd’ heeft gestuurd en dat gesteld noch gebleken is dat met de verkoop van de pc’s geen aftersales kosten waren gemoeid en dat Olidata de aftersales kosten voor haar rekening heeft genomen. De grief slaagt.

3.9

Grief 6 stelt aan de orde dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat enkel een forfaitair bedrag van € 1.788,- als buitengerechtelijke kosten voor vergoeding in aanmerking komt. Evenals de rechtbank is het hof van oordeel dat de juridische kosten voor advocatenbijstand die Kijkshop heeft gemaakt van € 14.005,78 blijkens de overgelegde specificaties (groten)deels betrekking hebben op het opstellen van processtukken, zodat deze kosten onder de proceskosten begrepen moeten worden geacht. Voor zover het buitengerechtelijke kosten betreft, komen deze binnen de grenzen van de redelijkheid voor vergoeding in aanmerking. Evenals de rechtbank sluit het hof voor het vaststellen van de redelijkheid van de kosten aan bij het forfaitaire tarief uit het rapport Voorwerk II, zodat inderdaad een bedrag van € 1.788,- voor vergoeding in aanmerking komt. Hetgeen Kijkshop in hoger beroep verder nog aanvoert over de gang van zaken voorafgaand aan de procedure maakt het vorenstaande niet anders. De grief slaagt niet.

3.10

Kijkshop heeft voorts een beroep op verrekening gedaan met een vordering van Kijkshop op Olidata vanwege niet verleende service ten aanzien van defecte notebooks ten bedrage van € 14.534,-. Met grief 7 stelt Kijkshop dat de rechtbank het beroep op verrekening ten onrechte heeft gepasseerd. De rechtbank heeft op goede gronden, die het hof overneemt, geoordeeld dat de gegrondheid van het verrekeningsverweer niet op eenvoudige wijze kan worden vastgesteld (art. 6:136 BW). Daarbij neemt het hof in aanmerking dat Olidata de tegenvordering van Kijkshop steeds gemotiveerd heeft betwist. De grief heeft geen succes.

3.11

Grief 8 bouwt voort op de eerdere grieven en behoeft daarom geen afzonderlijke bespreking.

3.12

Grief 9 strekt primair ten betoge dat Kijkshop niets aan Olidata verschuldigd is en derhalve ook geen buitengerechtelijke kosten. Uit het hiervoor overwogene volgt dat Kijkshop wel bedragen aan Olidata verschuldigd is. In zoverre faalt de grief. Subsidiair stelt Kijkshop dat de gevorderde buitengerechtelijke kosten niet redelijk zijn. Olidata heeft in eerste aanleg een bedrag van € 2.512,15 aan buitengerechtelijke kosten gevorderd. De rechtbank heeft de vordering toegewezen tot een bedrag gelijk aan twee punten van het (op het toewijsbare deel van de vordering) toepasselijke liquidatietarief, zijnde € 1.788,-. Nu Kijkshop niet stelt, laat staan nader toelicht, dat het toegewezen bedrag van € 1.788,- niet redelijk is, faalt de grief ook in zoverre.

3.13

Met grief 10 bestrijdt Kijkshop de beslissing van de rechtbank dat ieder van partijen de eigen kosten draagt. Kijkshop betoogt dat Olidata, gezien - zo begrijpt het hof - hetgeen in de memorie van grieven is aangevoerd, in eerste aanleg alsnog veroordeeld dient te worden tot betaling van de proceskosten aan de zijde van Kijkshop. Gezien de uitkomst van de procedure in eerste aanleg kan echter niet gezegd worden dat Olidata overwegend in het ongelijk is gesteld. Aan de vraag of een reële proceskostenveroordeling gerechtvaardigd is, hetgeen Kijkshop stelt en Olidata betwist, wordt derhalve niet toegekomen. Derhalve slaagt deze grief evenmin.

3.14

Beide partijen hebben bewijs van hun stellingen aangeboden. Nu door hen geen feiten zijn gesteld en/of voldoende gespecificeerd te bewijzen zijn aangeboden die tot een andere uitkomst van het geding kunnen leiden, zullen de bewijsaanbiedingen worden gepasseerd.

4 Slotsom en kosten

5 Beslissing