De Minister verstrekt ten behoeve van de in artikel 2, onder a, opgenomen doelstelling subsidie aan een consortium voor een onderzoeksproject dat past binnen het uitvoeringsprogramma Topsector Logistiek 2021–2023.
Tijdelijke subsidieregeling onderzoek Topsector Logistiek 2022–2026
Tijdelijke subsidieregeling onderzoek Topsector Logistiek 2022–2026
Opschrift
Aanhef
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
Gelet op artikel 3, eerste lid, 4, eerste en tweede lid, en 5, van de Kaderwet subsidies I en M en artikel 2, eerste lid, 4, eerste lid, 6, eerste en zesde lid, artikel 9, 10, tweede en vierde lid, 15, vijfde lid, 22, tweede lid, 24, eerste lid, en artikel 26, eerste lid, onder b, van het Kaderbesluit subsidies I en M;
Besluit:
Artikel 1. Begripsbepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
Bouwlogistieke keten: het geheel aan activiteiten van het inrichten van bouwplaatsen, inzet van mensen en materieel, en verplaatsing en opslag van goederen ten behoeve van bouwactiviteiten;
consortium: samenwerkingsverband tussen onafhankelijke partijen voor onderzoek dat minimaal bestaat uit een kennisinstelling en twee bedrijven;
daadwerkelijke samenwerking: daadwerkelijke samenwerking als bedoeld in artikel 2, onderdeel 90, van de algemene groepsvrijstellingsverordening;
experimentele ontwikkeling: experimentele ontwikkeling als bedoeld in artikel 2, onderdeel 86, van de algemene groepsvrijstellingsverordening;
fundamenteel onderzoek: fundamenteel onderzoek als bedoeld in artikel 2, onderdeel 84, van de algemene groepsvrijstellingsverordening;
Gezamenlijke Ambitie, Logistiek en goederenvervoer in 2050: gezamenlijk ambitiedocument van de Minister, de topsector Logistiek en de Logistieke Alliantie (Kamerstukken II 2018/19, 34 244, nr. 2, bijlage);
hogeschool: onder g van de bijlage van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek genoemde instelling voor hoger onderwijs;
industrieel onderzoek: industrieel onderzoek als bedoeld in artikel 2, onderdeel 85, van de algemene groepsvrijstellingsverordening;
Kennisinstelling: universiteiten en hogescholen in het Koninkrijk der Nederlanden, de kennisinstellingen voor toegepast onderzoek Deltares, Marin, NLR, TNO en Wageningen-Research (TO2), de onderzoeksinstituten die onderdeel uitmaken van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) en onderzoeksinstituten aangesloten bij de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW);
Minister: Minister van Infrastructuur en Waterstaat;
onderzoeksproject: project dat bestaat uit fundamenteel onderzoek, of uit industrieel onderzoek, of experimentele ontwikkeling, of een combinatie van beide;
private bijdrage: geldmiddelen of op geld waardeerbare inbreng in een samenwerkingsproject die niet direct of indirect afkomstig zijn van een onderzoeksinstelling met inbegrip van de NWO en de KNAW, of een openbaar lichaam;
TKI: Topconsortium voor Kennis en Innovatie;
Toegepast onderzoek: Industrieel onderzoek, experimentele ontwikkeling of een combinatie van beide;
universiteit: onder a of b van de bijlage van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek genoemde instelling voor hoger onderwijs;
VSNU: de vereniging van universiteiten van Nederland gevestigd in ’s-Gravenhage.
Artikel 2. Doel van de subsidieregeling
Doel van deze regeling is het verstrekken van financiële bijdragen aan onderzoeksprojecten die bijdragen aan:
de transitie naar duurzame, concurrerende en veilige logistieke ketens en goederenvervoer als onderdeel van de Gezamenlijke Ambitie, Logistiek en goederenvervoer in 2050: concurrerend, duurzaam en veilig; of
emissiereductie in de bouw door de ontwikkeling van effectieve bouwlogistieke ketens, de ontwikkeling van verdere digitalisering, of ketenregieactiviteiten als onderdeel van het programma Schoon en Emissieloos Bouwen (SEB).
Artikel 3. Subsidiabele projecten en steunpercentages
De Minister verstrekt ten behoeve van de in artikel 2, onder b, opgenomen doelstelling subsidie aan een consortium voor een onderzoeksproject dat past binnen het kennis- en innovatieprogramma Bouwlogistiek en Mobiele Werktuigen.