Home

Huishoudelijk Reglement van de Stichting Fonds voor Cultuurparticipatie 2019

Geldig vanaf 23 oktober 2019
Geldig vanaf 23 oktober 2019

Huishoudelijk Reglement van de Stichting Fonds voor Cultuurparticipatie 2019

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 24-08-2021]

Aanhef

Het bestuur van stichting Fonds voor Cultuurparticipatie,

gelet op artikel 10, vierde lid, van de Wet op het specifiek cultuurbeleid;

gelet op het Algemeen Subsidiereglement van het Fonds voor Cultuurparticipatie;

met goedkeuring van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 10 oktober 2019;

Besluit:

vast te stellen het Huishoudelijk Reglement van de Stichting Fonds voor Cultuurparticipatie.

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit reglement wordt verstaan onder:

  1. de wet: de Wet op specifiek cultuurbeleid;

  2. het Fonds: Stichting Fonds voor Cultuurparticipatie;

  3. raad van toezicht: de raad van toezicht als bedoeld in artikel 11 van de statuten;

  4. het bestuur: het bestuur van het Fonds, zoals bedoeld in artikel 5 van de statuten;

  5. de minister: de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

  6. statuten: de statuten van de Stichting Fonds voor Cultuurparticipatie;

Artikel 2. Inrichting van de organisatie

Het Fonds kent:

  1. een bestuur;

  2. een raad van toezicht;

  3. de medewerkers van het Fonds;

  4. (leden en voorzitters van) de adviescommissies;

  5. een bezwarenadviescommissie.

Artikel 3. Het bestuur

1.

Het Fonds wordt bestuurd door het bestuur, bestaande uit een door de raad van toezicht vast te stellen aantal van ten minste één en ten hoogste drie natuurlijke personen.

2.

Indien het bestuur uit één bestuurder bestaat, is die bestuurder met het gehele bestuur belast.

Indien het bestuur uit meer dan één persoon bestaat, stelt de raad van toezicht een voorzitter aan.

3.

Het bestuur stelt een regeling voor mandaat/volmacht op.

4.

In geval van ontstentenis of belet van een of meer leden van het bestuur, zullen de overblijvende leden van het bestuur met het gehele bestuur zijn belast.

5.

Indien het aantal leden van het bestuur daalt onder het door de raad van toezicht vast te stellen aantal, is de raad van toezicht verplicht zo spoedig mogelijk in de vacatures te voorzien.

6.

Ieder lid van het bestuur is bevoegd tot het uitbrengen van één stem. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter van het bestuur doorslaggevend.

7.

Het bestuur onderhoudt het contact met en is verantwoordelijk voor een goede omgang met de personeelsvertegenwoordiging en de stakeholders van de stichting.

8.

Het bestuur kan voor een bepaalde periode en opdracht een intendant aanstellen, zijnde iemand die op persoonlijke titel tijdelijk een budget ter beschikking krijgt om een beleidsdoelstelling van het Fonds te ontwikkelen, onverlet de bevoegdheid van het bestuur tot goedkeuring of vaststelling van de betreffende financiële verplichtingen.

9.

De raad van toezicht voert jaarlijks een functioneringsgesprek met de leden van het bestuur.

10.

Leden van het bestuur melden hun functies en nevenfuncties aan de raad van toezicht.

11.

In het Reglement directie/raad van bestuur Fonds voor Cultuurparticipatie zijn nadere bepalingen ten aanzien van het bestuur opgenomen.

Artikel 4. Raad van toezicht

Artikel 5. Transparantie en verantwoording

Artikel 6. De medewerkers van het Fonds

Artikel 7. Adviescommissies

Artikel 8. Leden van de adviescommissie

Artikel 9. Beoordeling subsidieaanvragen van instellingen en natuurlijke personen

Artikel 10. Integriteit

Artikel 11. Bezwarenadviescommissie

Artikel 12. Klachten

Artikel 13. Slotbepaling