In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
Onze Minister: Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;
cultuuruitingen: de cultuuruitingen op de terreinen van de cultuur waarover het beleid van Onze Minister zich uitstrekt;
fonds: een privaatrechtelijke rechtspersoon die is opgericht op grond van de machtiging van artikel 9;
de Raad: de Raad voor cultuur, bedoeld in artikel 2a.