Home

Regeling gebruik van frequentieruimte met meldingsplicht 2015

Geldig van 1 april 2017 tot 1 juli 2019
Geldig van 1 april 2017 tot 1 juli 2019

Regeling gebruik van frequentieruimte met meldingsplicht 2015

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-04-2017 tot 01-07-2019]

Aanhef

De Minister van Economische Zaken,

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  1. a.

    AIS (Automatic Identification System): automatisch identificatiesysteem gebaseerd op transponder technologie;

  2. b.

    ATIS (Automatic Transmitter Identification System): systeem dat automatisch de door Onze Minister toegewezen combinatie van letters of cijfers voor de identificatie van een schip of radioapparaat, als bedoeld in de Regionale Regeling, uitzendt;

  3. c.
  4. d.

    binnenvaart: scheepvaart op de binnenwateren;

  5. e.

    combi-marifoon: radioapparaat bestemd voor communicatie op de binnenwateren en op zee;

  6. f.

    EPIRB (Emergency Position Indicating Radio Beacon): radioapparaat bestemd voor noodalarmering in de 406 MHz frequentieband en voor het lokaliseren van het baken op de frequentie 121,5 MHz;

  7. h.

    frequentiegebruik met een primaire status: gebruik van frequentieruimte voor de uitoefening van een radiodienst die ingevolge het frequentieplan een primaire status heeft;

  8. i.

    frequentiegebruik met een secundaire status: gebruik van frequentieruimte voor de uitoefening van een radiodienst die ingevolge het frequentieplan een secundaire status heeft;

  9. j.

    frequentieplan: plan als bedoeld in artikel 3.1 van de wet;

  10. k.

    klasse van uitzending: klasse van uitzending als bedoeld in bijlage 1 van deel 2 van het Radioreglement;

  11. l.

    marifoon binnenvaart: radioapparaat bestemd voor communicatie op de binnenwateren in de maritieme VHF frequentieband met automatische vermogensreductie op de specifieke VHF kanalen;

  12. m.

    marifoon zeevaart: radioapparaat bestemd voor communicatie op zee in de maritieme VHF frequentieband;

  13. n.

    maritiem mobiele communicatie: radiocommunicatie tussen radiostations op schepen onderling, tussen radiostations op een schip en op het vaste land en tussen een radiostation op een schip en een satelliet;

  14. o.

    maritieme portofoon: draagbaar radioapparaat bestemd voor gebruik in de maritieme VHF en UHF frequentieband;

  15. p.

    MMSI (Maritime Mobile Service Identity): unieke combinatie van negen cijfers dat een radiostation of een groep van radiostations identificeert, zoals omschreven in paragraaf 6 van artikel 19 van het Radioreglement;

  16. q.

    pleziervaart: scheepvaart voor sportbeoefening of vrijetijdsbesteding;

  17. r.

    Radioreglement: Radioreglement 1979 met bijlagen, behorende bij de op 22 december 1989 te Nice tot stand gekomen Internationale Constitutie en Conventie van de Internationale Telecommunicatie Unie (Trb. 2013, 1);

  18. s.

    radiostation: een of meer radioapparaten met de daartoe behorende antenne-inrichtingen, noodzakelijk voor het op een locatie uitvoeren van een radiocommunicatiedienst als bedoeld in artikel 1.19 van het Radioreglement;

  19. t.

    radiozendamateur: degene die vanuit een persoonlijke belangstelling en zonder financieel oogmerk gebruik maakt van frequentieruimte ten behoeve van het opdoen van vaardigheden, het communiceren via de radio en het doen van technische onderzoekingen;

  20. u.

    Regionale Regeling: Regionale Regeling betreffende de radiocommunicatiedienst op de binnenwateren, tot stand gekomen in Boekarest op 18 april 2012;

  21. v.

    SAR (Search and Rescue) communicatie: radiocommunicatie ten behoeve van opsporings- en reddingoperaties.

Artikel 2

De artikelen 3 tot en met 10 zijn van toepassing op gebruik van frequentieruimte zonder vergunning als bedoeld in de artikelen 3 tot en met 5 van het besluit, met uitzondering van maritiem mobiele communicatie vanaf het land.

Artikel 3

Een rechtspersoon kan slechts gebruik maken van frequentieruimte die ingevolge het frequentieplan de bestemming ‘amateur´ of ‘amateursatelliet´ heeft, indien het betreft:

  1. een rechtspersoonlijkheid bezittende vereniging van radiozendamateurs waarvan het ledental en de samenstelling voldoende representatief zijn voor de door de vereniging te behartigen belangen;

  2. een rechtspersoon waarvan een onderwijsinstelling uitgaat die van rijkswege wordt gefinancierd of een onderwijsinstelling die door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is erkend, voor zover het doen van onderzoekingen met radioapparaten essentieel is voor het geven van onderwijs door deze instelling;

  3. een stichting die zich blijkens de statutaire doelstelling richt op het doen van onderzoekingen met radioapparaten en die de belangen van radiozendamateurs behartigt.

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 12

Artikel 13

Bijlagen