Home

Beleidsregels UWV opschorting betaling bij vertrek naar onbekende bestemming

Geldig van 31 maart 2018 tot 1 januari 2038
Geldig van 31 maart 2018 tot 1 januari 2038

Beleidsregels UWV opschorting betaling bij vertrek naar onbekende bestemming

Opschrift

Aanhef

Artikel 1. Definities

1.

In dit besluit wordt verstaan onder:

  1. UWV: het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, genoemd in hoofdstuk 5 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;

  2. uitkering: een uitkering ingevolge de Werkloosheidswet, de Ziektewet, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten, de Wet arbeid en zorg en de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen, alsook ziekengeld ingevolge de Ziektewet, inkomensvoorziening ingevolge de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten en toeslag ingevolge de Toeslagenwet;

  3. verzekerde: de aanvrager van een uitkering of de rechthebbende op een uitkering;

  4. opschorting: het tijdelijk niet uitbetalen van een lopende uitkering, alsook het tijdelijk niet uitbetalen van een uitkering die is toegekend, maar waarvan nog geen uitbetaling heeft plaatsgevonden;

  5. basisregistratie personen: de basisregistratie personen, bedoeld in artikel 1.2 van Wet basisregistratie personen.

Artikel 2. Afwijkende registratie binnen twaalf weken ongedaan maken

Als van de verzekerde bij UWV een adres in Nederland bekend is, terwijl in de basisregistratie personen ambtshalve is opgenomen dat hij is vertrokken naar een onbekend land van verblijf, dan verzoekt UWV de verzekerde schriftelijk de afwijkende registratie in de basisregistratie personen binnen twaalf weken ongedaan te laten maken.

Artikel 3. Geen opschorting en beëindiging opschorting

1.

Opschorting in verband met de afwijkende registratie, bedoeld in artikel 2, vindt niet plaats of wordt beëindigd, als:

  1. de uitkering of een deel van de uitkering niet of niet langer rechtstreeks aan de verzekerde zelf wordt uitbetaald; of

  2. is vastgesteld dat de verzekerde in het buitenland woont of verblijft; of

  3. de verzekerde aantoont dat hij bezwaar heeft gemaakt of beroep heeft ingesteld tegen een beslissing van het college van burgemeester en wethouders van de desbetreffende gemeente, bedoeld in artikel 2.60 van de Wet basisregistratie personen, die tot gevolg heeft dat de afwijkende registratie niet ongedaan wordt gemaakt.

2.

Voor de toepassing van het eerste lid onder a wordt de uitkering geacht rechtstreeks aan de verzekerde zelf te worden uitbetaald, als de uitkering of een deel van de uitkering wordt uitbetaald aan:

  1. een bewindvoerder, curator of andere vertegenwoordiger van de verzekerde;

  2. een schuldeiser van de verzekerde die beslag op de uitkering heeft laten leggen.

3.

Als de verzekerde na afloop van de bezwaar- of beroepsprocedure, bedoeld in het eerste lid onder c, in de basisregistratie personen ambtshalve opgenomen blijft met gegevens over het vertrek uit Nederland, vindt alsnog opschorting plaats tot verblijf in het buitenland kan worden vastgesteld of een adres in Nederland in de basisregistratie personen is opgenomen.

Artikel 4. Ingangsdatum opschorting

Artikel 5. Beleidsregels schorsing, opschorting, intrekking en herziening uitkeringen 2006

Artikel 6. Inwerkingtreding

Artikel 7. Citeertitel