Home

Regeling integriteitsbeleid EZ

Geldig van 30 april 2014 tot 10 december 2014
Geldig van 30 april 2014 tot 10 december 2014

Regeling integriteitsbeleid EZ

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 30-04-2014 tot 10-12-2014]
[Regeling ingetrokken per 01-01-2020]

Aanhef

De Minister van Economische Zaken,

Besluit:

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

1.

In deze regeling wordt verstaan onder:

  1. ministerie: het Ministerie van Economische Zaken en de daaronder ressorterende diensten;

  2. medewerker: degene die werkzaam is bij het ministerie of onder gezag van de Autoriteit Consument en Markt;

  3. hoofd van dienst:

    1. 1°.

      secretaris-generaal,

    2. 2°.

      een hoofd van dienst als bedoeld in het door de Minister van Economische Zaken vastgesteld besluit houdende regels inzake mandaat, volmacht en machtiging voor het ministerie,

    3. 3°.

      de Autoriteit Consument en Markt;

  4. hoofd van een organisatie-onderdeel: een hoofd van een onderdeel van de organisatie van het Ministerie van Economische zaken zoals vastgesteld in de bijlage behorende bij het door de Minister van Economische Zaken vastgesteld besluit houdende regels inzake mandaat, volmacht en machtiging voor het ministerie;

  5. nevenwerkzaamheden: hetgeen daaronder wordt verstaan in de artikelen 61 en 62 van het Algemeen Rijksambtenarenreglement;

  6. geschenk: een vergoeding, beloning, gift of belofte, in welke vorm dan ook, die aan een medewerker in zijn hoedanigheid van ambtenaar wordt aangeboden of gedaan door een derde en die strekt tot zijn privé-voordeel;

  7. standaard relatiegeschenk: een geschenk van geringe waarde dat door een derde routinematig aan zijn relaties pleegt te worden aangeboden;

  8. personeelsinformatiesysteem: een geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens over medewerkers ten behoeve van hun aanstelling, beloning en arbeidsvoorwaarden;

  9. compliance officer: een medewerker die is belast met de taken, genoemd in artikel 9, tweede lid, van deze regeling;

  10. meldingsplichtige: een medewerker die verplicht is tot het melden van zijn financiële belangen;

  11. restricted list: een lijst met één of meer benoemde financiële belangen of categorieën van financiële belangen die gelet op de functievervulling van een medewerker een risico kunnen vormen voor de integriteit van het ministerie of van een medewerker;

  12. koersgevoelige informatie: niet-openbare vertrouwelijke informatie die concreet is en die rechtstreeks of middellijk ziet op de rechtspersoon, vennootschap of instelling waarop de effecten betrekking hebben of op de handel in effecten, en waarvan openbaarmaking significante invloed zou kunnen hebben op de koers van de effecten of op de koers van daarvan afgeleide effecten;

  13. effect:

    1. 1°.

      effect in de zin van artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht, tenzij dit is uitgegeven door een beleggingsmaatschappij met veranderlijk kapitaal als bedoeld in artikel 1, tweede lid, van de Tweede Richtlijn Vennootschapsrecht van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 13 december 1976 (77/91/EEG), en tevens wordt verhandeld op een beurs waarop van overheidswege toezicht wordt uitgeoefend binnen de Europese Economische Ruimte;

    2. 2°.

      andere rechten, voortvloeiende uit contractsrelaties, voor zover deze rechten worden verhandeld op een beurs waarop van overheidswege toezicht wordt uitgeoefend binnen de Europese Economische Ruimte;

  14. gelieerde derden:

    1. 1°.

      de echtgenoot of partner van de meldingsplichtige, alsmede de personen met wie de meldingsplichtige een gemeenschappelijke huishouding voert;

    2. 2°.

      natuurlijke personen of rechtspersonen namens wie de meldingsplichtige financiële belangen beheert;

    3. 3°.

      rechtspersonen waarin de meldingsplichtige zeggenschap ten aanzien van concrete beleggingsbeslissingen toekomt;

  15. vrijehandbeheerovereenkomst: een schriftelijke overeenkomst, gesloten met een derde, niet zijnde een gelieerde derde, waarin de beslissingsbevoegdheid over afzonderlijke financiële belangen is overgedragen aan die derde, die derde slechts algemene instructies over spreiding van het risico en verdeling over verschillende soorten financiële belangen zal opvolgen, en die instructies niet vaker dan eenmaal per zes maanden kunnen worden gewijzigd;

  16. vertrouwenspersoon integriteit: een medewerker die is belast met de taken, genoemd in artikel 24, eerste lid, van deze regeling;

  17. vermoeden van een misstand: een vermoeden van een misstand als bedoeld in artikel 1 van het Besluit melden vermoeden van misstand bij Rijk en Politie;

  18. registratiepunt integriteit: het registratiepunt integriteit bedoeld in artikel 27.

2.

Onder het bezitten van financiële belangen wordt mede verstaan:

  1. het voor eigen rekening en risico doen houden van financiële belangen door een derde;

  2. het verrichten van effectentransacties.

§ 1a. Toepassingsbereik

Artikel 1a

§ 2. Eed en belofte

Artikel 2

§ 3. Nevenwerkzaamheden

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

§ 4. Financiële belangen en effectenbezit

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 12

Artikel 13

Artikel 14

Artikel 15

§ 5. Het aannemen van geschenken

Artikel 16

Artikel 17

Artikel 18

Artikel 19

Artikel 20

Artikel 21

§ 6. De vertrouwenspersoon integriteit

Artikel 22

Artikel 23

Artikel 24

Artikel 25

Artikel 26

§ 7. Het registratiepunt integriteit

Artikel 27

Artikel 28

Artikel 29

§ 8. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 30

Artikel 31

Artikel 32

Artikel 33

Artikel 34

Bijlage 1. , behorende bij artikel 8

Bijlage 2. , behorende bij artikel 14, tweede lid

Bijlage 3. behorende bij artikel 17, tweede lid