Home

Douane- en Accijnswet BES

Geldig vanaf 1 januari 2024
Geldig vanaf 1 januari 2024

Douane- en Accijnswet BES

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-01-2024]

Aanhef

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is maatregelen te treffen zodat voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba wordt voorzien in een belastingstelsel op het terrein van de accijnzen en het douanerecht en wordt voorzien in een regeling betreffende handels- en dienstenentrepots op het moment dat in het kader van de staatkundige vernieuwing van het Koninkrijk der Nederlanden deze eilanden als openbaar lichaam onderdeel gaan uitmaken van het land Nederland;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk I. Inleidende bepalingen

Artikel 1.1

In deze wet en de daarop gebaseerde bepalingen wordt, tenzij anders is bepaald, verstaan onder:

  1. a.

    aangever: persoon die op eigen naam een aangifte doet of de persoon in wiens naam een aangifte wordt gedaan;

  2. b.

    aangifte: de handeling waarbij een persoon, in de voorgeschreven vorm en op de voorgeschreven wijze het voornemen kenbaar maakt aan goederen een bepaalde douanebestemming te willen geven;

  3. c.

    carnet ATA: het bij het ATA-Verdrag (Trb. 1963, 128) vastgestelde internationale document dat wordt gebruikt ten behoeve van de tijdelijke in- en uitvoer van goederen;

  4. d.

    besloten terreinen: terreinen die door gebouwen dan wel door muren, schuttingen of dergelijke afsluitingen van de openbare weg zijn afgescheiden;

  5. e.

    brief: postzending in de betekenis die daaraan in het Algemeen Postverdrag (Trb. 1981, 75) wordt gegeven;

  6. f.

    ambtenaren: degenen die namens de inspecteur een taak uitoefenen;

  7. g.

    document: aangifte ten aanzien waarvan de inspecteur na registratie, binnen een bepaalde geldigheidsduur toestemming verleent tot het volgen van de daarin vermelde douanebestemming van goederen en die meer in het bijzonder dient ten geleide van goederen in doorgaand vervoer of ter dekking van de in-, op- of uitslag van goederen;

  8. h.

    inspecteur of ontvanger: functionaris die met de toepassing van deze wet is belast en als zodanig bij regeling van Onze Minister van Financiën, in voorkomend geval, in overeenstemming met Onze Minister wie het mede aangaat, is aangewezen;

  9. i.

    douaneformaliteiten: alle handelingen die de belanghebbenden en de inspecteur of de ontvanger dienen te verrichten om aan de wettelijke regelingen te voldoen;

  10. j.

    wettelijke regelingen: bij of krachtens wet vastgestelde regels inzake de in-, uit- en doorvoer van goederen;

  11. k.

    douanekantoor: elk overheidskantoor waar de in de wettelijke regelingen voorgeschreven douaneformaliteiten kunnen worden vervuld;

  12. l.

    douaneschuld: een op een persoon rustende verplichting tot betaling van het bedrag aan invoerrechten en kosten die uit hoofde van de douanewetgeving verschuldigd zijn;

  13. m.

    douanetoezicht: activiteiten die door de inspecteur worden ontplooid om te zorgen voor de naleving van de wettelijke regelingen;

  14. n.

    douaneverklaring: bij het Algemeen Postverdrag vastgesteld formulier CN22/23 ten behoeve van de in- en uitklaring en de aangifte van postzendingen bij de inspecteur;

  15. o.

    erf: het onmiddellijk aan een woning of ander gebouw gelegen, daarbij behorende en daarmee in gebruik zijnde terrein;

  16. p.

    gebouwen: bouwwerken alsmede onroerende tanks en de daarbij behorende leidingen;

  17. q.

    goederen: alle zaken die kunnen worden ingedeeld in het tarief van invoerrechten;

  18. r.

    douanewetgeving: de bepalingen van of krachtens de hoofdstukken I, II en III van deze wet;

  19. s.

    invoer van goederen: in het vrije verkeer van één van de BES eilanden brengen van goederen;

  20. t.

    goederen in het vrije verkeer: goederen die zijn ingevoerd dan wel goederen die op één van de BES eilanden zijn verkregen, of een combinatie van beide;

  21. u.

    invoerrechten: douanerechten die ter zake van de invoer van goederen verschuldigd zijn;

  22. v.

    persoon: natuurlijk persoon of rechtspersoon;

  23. w.

    schuldenaar: elke persoon die een douaneschuld verschuldigd is;

  24. x.

    verificatie: aan een onderzoek onderwerpen van de aangifte, van alle bij te voegen documenten alsmede van de goederen;

  25. y.

    woning: de ruimte waar een persoon zijn privé huiselijk leven leidt die gevormd wordt door een slaapplaats en alle vertrekken en overdekte ruimten die daarmee samen een geheel vormen, waarbij tot bewoning bestemde gedeelten van vervoermiddelen niet worden aangemerkt als woning;

  26. z.

    marktdeelnemer: persoon die zich in het kader van zijn bedrijfsvoering bezighoudt met activiteiten die onder de douanewetgeving vallen;

  27. aa.

    handels- en dienstenentrepot: een op grond van hoofdstuk V als zodanig op de BES eilanden aangewezen terrein of terreinen, gebouw of gebouwen, waar goederen kunnen worden opgeslagen, verwerkt, bewerkt, gemonteerd, verpakt, tentoongesteld en uitgeslagen dan wel andere behandelingen kunnen ondergaan, en waar of van waaruit diensten kunnen worden verleend;

  28. bb.

    Koninkrijk: het Koninkrijk der Nederlanden;

  29. cc.

    Rijk: het land Nederland, zijnde Nederland en de BES eilanden;

  30. dd.

    Nederland: het in Europa gelegen deel van het Rijk;

  31. ee.

    BES eilanden: de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;

  32. ff.

    accijnsgoed:

    1. 1°.

      op Bonaire: benzine, bier, wijn, overige alcoholhoudende producten en tabaksproducten;

    2. 2°.

      op Saba en Sint Eustatius: benzine;

  33. gg.

    accijnsgoederenplaats: iedere plaats op de BES eilanden waar op grond van de bepalingen van hoofdstuk IV accijnsgoederen onder schorsing van accijns mogen worden vervaardigd, mogen worden verwerkt, voorhanden mogen zijn, mogen worden ontvangen en mogen worden verzonden;

  34. hh.

    beschikking: een voor bezwaar vatbare schriftelijke beslissing, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling die niet van algemene strekking is en die door de inspecteur of ontvanger is genomen op grond van deze wet;

  35. ii.

    douanecontrole: door of namens de inspecteur verrichte specifieke handelingen voor de correcte toepassing van de wettelijke regelingen; dergelijke handelingen kunnen ondermeer inhouden verificatie, onderzoek van de boekhouding van personen of ondernemingen en onderzoek van andere bescheiden, controle van vervoermiddelen, controle van bagage en andere goederen die personen bij of op zich dragen;

  36. jj.

    douanevertegenwoordiger: iedere persoon die door een andere persoon is aangewezen voor het vervullen van de voorgeschreven douaneformaliteiten bij de inspecteur of ontvanger;

  37. kk.

    aanbrengen: mededeling aan de inspecteur in de vereiste vorm dat de goederen bij het douanekantoor of op enige andere, door de inspecteur aangewezen of goedgekeurde plaats zijn aangekomen en beschikbaar zijn voor douanecontrole;

  38. ll.

    inklaren: het vervullen van de voorgeschreven douaneformaliteiten bij het binnenbrengen en aanbrengen van goederen;

  39. mm.

    uitklaren: het vervullen van de voorgeschreven douaneformaliteiten om goederen uit te laten gaan;

  40. nn.

    USD: dollar van de Verenigde Staten van Amerika;

  41. oo.

    tijdelijke opslag: het opslaan van goederen in daarvoor door de inspecteur goedgekeurde ruimten in afwachting van het krijgen van een toegestane douanebestemming;

  42. pp.

    douane-entrepot: inrichting, andere dan een ruimte voor tijdelijke opslag, waar goederen onder douaneverband, in afwachting van het volgen van een nadere douanebestemming, zonder verschuldigdheid van invoerrechten kunnen worden opgeslagen;

  43. qq.

    denatureren: het voor menselijke consumptie en voor de vervaardiging van dranken ongeschikt maken van alcoholhoudende vloeistof.

Artikel 1.2

Deze wet is van toepassing op het grondgebied van de BES eilanden met inbegrip van hun luchtruim, hun maritieme binnenwateren en territoriale zeeën, en elk gebied buiten de territoriale zeeën grenzend aan de BES eilanden, waarin het Koninkrijk, in overeenstemming met het internationale recht, jurisdictie of soevereine rechten uitoefent met betrekking tot de zeebodem, de ondergrond daarvan, het bovenliggende water en luchtruim.

Artikel 1.3

Artikel 1.4

Hoofdstuk II. Formele bepalingen

Titel 1. Algemene bepalingen

Artikel 2.1

Artikel 2.2

Artikel 2.3

Artikel 2.4

Artikel 2.5

Artikel 2.6

Artikel 2.7

Artikel 2.8

Artikel 2.9

Titel 2. In-, uit- en doorvoer

Afdeling 1. Douanestelsel

Artikel 2.10
Artikel 2.11
Artikel 2.12
Artikel 2.13
Artikel 2.14
Artikel 2.15
Artikel 2.16
Artikel 2.17
Artikel 2.18
Artikel 2.19
Artikel 2.20
Artikel 2.21
Artikel 2.22
Artikel 2.23
Artikel 2.24
Artikel 2.25
Artikel 2.26

Afdeling 2. Aangiften

Artikel 2.27
Artikel 2.28
Artikel 2.29
Artikel 2.30
Artikel 2.31
Artikel 2.32
Artikel 2.33
Artikel 2.34
Artikel 2.35
Artikel 2.36
Artikel 2.37
Artikel 2.38

Afdeling 3. Controle van aangiften, vrijgave en wegvoering van goederen

Artikel 2.39
Artikel 2.40
Artikel 2.41
Artikel 2.42
Artikel 2.43
Artikel 2.44
Artikel 2.45

Afdeling 4. Bijzondere regelingen

Artikel 2.46
Artikel 2.47

Afdeling 5. Geautoriseerde marktdeelnemer

Artikel 2.48

Titel 3. Ambtelijke bevoegdheden en verplichtingen van personen

Afdeling 1. Algemeen

Artikel 2.49
Artikel 2.50
Artikel 2.51
Artikel 2.52
Artikel 2.53
Artikel 2.54
Artikel 2.55
Artikel 2.56
Artikel 2.57

Afdeling 2. Controle van goederen, bescheiden, personen, gebouwen en vervoermiddelen

Artikel 2.58
Artikel 2.59
Artikel 2.60
Artikel 2.61
Artikel 2.62
Artikel 2.63
Artikel 2.64
Artikel 2.65
Artikel 2.66

Afdeling 3. Inbewaringneming en inbeslagneming

Artikel 2.67
Artikel 2.68

Titel 4. Heffing, inning en invordering

Afdeling 1. Ontstaan douaneschuld en schuldenaar

Artikel 2.69
Artikel 2.70
Artikel 2.70a
Artikel 2.71
Artikel 2.72
Artikel 2.73
Artikel 2.74
Artikel 2.75
Artikel 2.76
Artikel 2.77

Afdeling 2. Inning en invordering

Artikel 2.78
Artikel 2.79
Artikel 2.80
Artikel 2.81
Artikel 2.82
Artikel 2.83

Titel 5. Beschikking, bezwaar en beroep

Artikel 2.84

Artikel 2.85

Artikel 2.86

Artikel 2.87

Titel 6. Zekerheid

Artikel 2.88

Artikel 2.89

Artikel 2.90

Artikel 2.91

Artikel 2.92

Artikel 2.93

Artikel 2.94

Artikel 2.95

Artikel 2.96

Artikel 2.97

Artikel 2.98

Titel 7. Douane-entrepots

Artikel 2.99

Artikel 2.100

Artikel 2.101

Artikel 2.102

Artikel 2.103

Artikel 2.104

Artikel 2.105

Artikel 2.106

Titel 8. Bestuurlijke boeten en strafrechtelijke bepalingen

Afdeling 1. Bestuurlijke boeten

Artikel 2.107
Artikel 2.108
Artikel 2.109
Artikel 2.110
Artikel 2.111
Artikel 2.112
Artikel 2.113
Artikel 2.114
Artikel 2.115
Artikel 2.116

Afdeling 2. Voorschriften inzake het opleggen van bestuurlijke boeten

Artikel 2.117
Artikel 2.118
Artikel 2.119
Artikel 2.120
Artikel 2.121
Artikel 2.122
Artikel 2.123
Artikel 2.124
Artikel 2.125

Afdeling 3. Strafrechtelijke bepalingen

Artikel 2.126
Artikel 2.127
Artikel 2.128
Artikel 2.129
Artikel 2.130
Artikel 2.131
Artikel 2.132
Artikel 2.133
Artikel 2.134
Artikel 2.135
Artikel 2.136
Artikel 2.137
Artikel 2.138
Artikel 2.139
Artikel 2.140
Artikel 2.141
Artikel 2.142

Afdeling 4. Algemene bepalingen van strafrecht

Artikel 2.143
Artikel 2.144
Artikel 2.145

Afdeling 5. Algemene bepalingen van strafvordering

Artikel 2.146
Artikel 2.147
Artikel 2.148
Artikel 2.149
Artikel 2.150
Artikel 2.151
Artikel 2.152
Artikel 2.153
Artikel 2.154
Artikel 2.155

Titel 9. Geheimhouding en bijzondere bepalingen

Artikel 2.156

Artikel 2.157 [Vervallen per 01-01-2012]

Hoofdstuk III. Invoerrechten

Titel 1. Algemene bepalingen

Artikel 3.1

Artikel 3.2

Artikel 3.3

Artikel 3.4

Artikel 3.5

Titel 2. Douanewaarde

Afdeling 1. Algemene bepalingen

Artikel 3.6
Artikel 3.7
Artikel 3.8
Artikel 3.9
Artikel 3.10
Artikel 3.11
Artikel 3.12
Artikel 3.13

Afdeling 2. Methoden van bepaling douanewaarde

Paragraaf 1. Algemene bepalingen
Artikel 3.14
Artikel 3.15
Paragraaf 2. De transactiewaarde
Artikel 3.16
Artikel 3.17
Artikel 3.18
Artikel 3.19
Paragraaf 3. De transactiewaarde van identieke goederen
Artikel 3.20
Paragraaf 4. De transactiewaarde van soortgelijke goederen
Artikel 3.21
Paragraaf 5. De terugrekenmethode
Artikel 3.22
Paragraaf 6. De methode van de berekende waarde
Artikel 3.23
Paragraaf 7. De methode van redelijke middelen
Artikel 3.24

Titel 3. Vrijstellingen

Afdeling 1. Begripsbepalingen

Artikel 3.25
Artikel 3.26

Afdeling 2. Algemene bepalingen

Artikel 3.27
Artikel 3.28
Artikel 3.29
Artikel 3.30
Artikel 3.31

Afdeling 3. Vrijstellingen van invoerrechten

Paragraaf 1. Vrijstellingen bij definitieve invoer
Artikel 3.32. Verhuisgoederen
Artikel 3.33
Artikel 3.34
Artikel 3.35
Artikel 3.36. Persoonlijke goederen, verkregen in het kader van een erfopvolging
Artikel 3.37
Artikel 3.38
Artikel 3.39. Roerende goederen studenten
Artikel 3.40
Artikel 3.41. Zendingen met een te verwaarlozen waarde
Artikel 3.42
Artikel 3.43. Door particulieren aan particulieren gerichte zendingen
Artikel 3.44
Artikel 3.45. Persoonlijke bagage van reizigers
Artikel 3.46
Artikel 3.47
Artikel 3.48. Goederen van opvoedkundige, wetenschappelijke of culturele aard
Artikel 3.49
Artikel 3.50
Artikel 3.51. Goederen voor gehandicapten
Artikel 3.52
Artikel 3.53. Testsera voor bloedgroepenonderzoek
Artikel 3.54
Artikel 3.55. Farmaceutische producten, gebruikt ter gelegenheid van internationale sportevenementen
Artikel 3.56
Artikel 3.57. Goederen voor bestrijding van rampen
Artikel 3.58
Artikel 3.59
Artikel 3.60. Eerbewijzen
Artikel 3.61
Artikel 3.62. In het kader van buitenlandse betrekkingen ontvangen geschenken
Artikel 3.63
Artikel 3.64. Voor vorsten en staatshoofden bestemde goederen
Artikel 3.65
Artikel 3.66. Monsters van goederen
Artikel 3.67. Tentoonstellingsgoederen
Artikel 3.68
Artikel 3.69. Zendingen voor het Bureau Intellectuele Eigendom
Artikel 3.70
Artikel 3.71. Toeristisch materiaal
Artikel 3.72. Diverse goederen
Artikel 3.73. Hulpmateriaal voor de stuwing en bescherming van goederen tijdens vervoer
Artikel 3.74
Artikel 3.75. Brandstoffen en smeermiddelen in motorvoertuigen en containers
Artikel 3.76
Artikel 3.77
Artikel 3.78. Lijkkisten, urnen en grafornamenten
Artikel 3.79
Artikel 3.80. Passieve veredeling
Artikel 3.81
Artikel 3.82
Artikel 3.83
Artikel 3.84
Artikel 3.85
Artikel 3.86. Terugkerende goederen
Artikel 3.87
Artikel 3.88
Artikel 3.89
Artikel 3.90. Provisie, scheepsbehoeften, brandstoffen en smeermiddelen in schepen en luchtvaartuigen
Artikel 3.91
Artikel 3.92. Diplomatieke vrijstellingen
Artikel 3.93
Artikel 3.94
Artikel 3.95
Paragraaf 2. Vrijstellingen bij tijdelijke invoer
Artikel 3.96. Actieve veredeling
Artikel 3.97
Artikel 3.98
Artikel 3.99. Tijdelijk ingevoerde vervoermiddelen
Artikel 3.100
Artikel 3.101
Artikel 3.102
Artikel 3.103
Artikel 3.104
Artikel 3.105. Tijdelijk ingevoerde containers
Artikel 3.106
Artikel 3.107
Artikel 3.108. Tijdelijk ingevoerde laadborden
Artikel 3.109
Artikel 3.110. Tijdelijk ingevoerd beroepsmateriaal
Artikel 3.111
Artikel 3.112. Tijdelijk ingevoerde tentoonstellingsgoederen
Artikel 3.113
Artikel 3.114
Artikel 3.115. Tijdelijk ingevoerd opvoedkundig materiaal
Artikel 3.116
Artikel 3.117. Tijdelijk ingevoerd wetenschappelijk materiaal
Artikel 3.118. Tijdelijk ingevoerd medisch-chirurgisch en laboratoriummateriaal
Artikel 3.119. Tijdelijk ingevoerd rampenbestrijdingsmateriaal
Artikel 3.120
Artikel 3.121. Tijdelijk ingevoerde verpakkingen
Artikel 3.122
Artikel 3.123
Artikel 3.124
Artikel 3.125. Tijdelijk ingevoerde gietvormen, meetinstrumenten, monsters en andere goederen
Artikel 3.126
Artikel 3.127. Tijdelijk ingevoerde vervangende machines
Artikel 3.128
Artikel 3.129. Tijdelijk ingevoerde films, informatie- en geluidsdragers
Artikel 3.130. Tijdelijk ingevoerde persoonlijke bagage van reizigers
Artikel 3.131
Artikel 3.132
Artikel 3.133. Tijdelijk ingevoerd toeristisch reclamemateriaal
Artikel 3.134
Artikel 3.135. Tijdelijk ingevoerde welzijnsgoederen voor zeelieden
Artikel 3.136
Artikel 3.137. Tijdelijk ingevoerde goederen in bijzondere omstandigheden en zonder economische consequenties
Artikel 3.138
Artikel 3.139. Tijdelijk ingevoerde provisie, scheepsbehoeften, brandstoffen en smeermiddelen
Artikel 3.140
Artikel 3.141
Artikel 3.142. Tijdelijke invoer zware machines; rollend, drijvend en ander materieel
Artikel 3.143

Titel 4. Teruggaaf van invoerrechten

Afdeling 1. Algemene bepalingen

Artikel 3.144
Artikel 3.145
Artikel 3.146
Artikel 3.147
Artikel 3.148

Afdeling 2. Gevallen van teruggaaf

Paragraaf 1. Geen verschuldigdheid; bedrag van invoerrechten hoger dan verschuldigd
Artikel 3.149
Paragraaf 2. Bij vergissing aangegeven goederen
Artikel 3.150
Paragraaf 3. Geweigerde goederen
Artikel 3.151
Artikel 3.152
Paragraaf 4. Goederen in bijzondere situaties
Artikel 3.153
Artikel 3.154

Hoofdstuk IV. Accijnzen

Titel 1. Inleidende bepalingen

Afdeling 1. Belastbaar feit

Artikel 4.1
Artikel 4.2
Artikel 4.3
Artikel 4.4
Artikel 4.5

Afdeling 2. Algemene verbodsbepaling

Artikel 4.6

Titel 2. Definities accijnsgoederen en tarieven

Artikel 4.7

Artikel 4.8

Artikel 4.9

Artikel 4.10

Artikel 4.11

Artikel 4.12

Artikel 4.13

Artikel 4.14

Artikel 4.14a

Artikel 4.15

Artikel 4.16

Artikel 4.17

Artikel 4.18

Artikel 4.19

Artikel 4.20

Artikel 4.21

Titel 3. Uitslag

Afdeling 1. Accijnsgoederenplaats

Artikel 4.22
Artikel 4.23
Artikel 4.24

Afdeling 2. Vergunning accijnsgoederenplaats

Artikel 4.25
Artikel 4.26
Artikel 4.27
Artikel 4.28
Artikel 4.29
Artikel 4.30
Artikel 4.31
Artikel 4.32
Artikel 4.33

Afdeling 3. Wijze van heffing en voldoening

Artikel 4.34
Artikel 4.35
Artikel 4.36
Artikel 4.37
Artikel 4.38

Afdeling 4. Zekerheid

Artikel 4.39
Artikel 4.40
Artikel 4.41
Artikel 4.42
Artikel 4.43
Artikel 4.44
Artikel 4.45

Titel 4. Invoer

Artikel 4.46 [Vervallen per 01-01-2013]

Artikel 4.47 [Vervallen per 01-01-2013]

Titel 5. Vrijstellingen

Artikel 4.48

Artikel 4.49

Artikel 4.50

Titel 5a. Teruggaaf

Artikel 4.50a

Titel 6. Bijzondere bepalingen

Afdeling 1. Accijnszegels

Artikel 4.51
Artikel 4.52
Artikel 4.53
Artikel 4.54
Artikel 4.55
Artikel 4.56
Artikel 4.57

Afdeling 2. Controlebepalingen

Artikel 4.58
Artikel 4.59

Afdeling 3. Controlebevoegdheden

Artikel 4.60
Artikel 4.61
Artikel 4.62
Artikel 4.63
Artikel 4.64
Artikel 4.65

Titel 7. Verbodsbepalingen

Artikel 4.66

Artikel 4.67 [Vervallen per 01-01-2013]

Artikel 4.68

Artikel 4.69

Artikel 4.70

Hoofdstuk V. Handels- en dienstenentrepots

Afdeling 1. Algemene bepalingen

Artikel 5.1

Artikel 5.2

Afdeling 2. Instelling handels- en dienstenentrepot

Artikel 5.3

Afdeling 3. Toelating tot een handels- en dienstenentrepot

Artikel 5.4

Artikel 5.5

Afdeling 4. Beheer en exploitatie handels- en dienstenentrepots

Artikel 5.6

Artikel 5.7

Afdeling 5. Vergunning overige leveringen van goederen en diensten

Artikel 5.8

Afdeling 6. Slotbepalingen

Artikel 5.9

Artikel 5.10

Hoofdstuk VI. Slotbepalingen

Artikel 6.1

Artikel 6.2