Home

Wachtgeldbesluit overheidsdienaren BES

Geldig vanaf 25 december 2018
Geldig vanaf 25 december 2018

Wachtgeldbesluit overheidsdienaren BES

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 25-12-2018]

§ 1. Definities

Artikel 1

De in deze paragraaf vastgestelde begripsbepalingen zijn mede van toepassing op de uit kracht van dit besluit gegeven regelgeving.

Artikel 2

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • bevoegd gezag:

    1. Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, indien de overheidsdienaar, belanghebbende of wachtgelder in dienst van deze rechtspersoon aangesteld is of is geweest;

    2. het bestuurscollege, indien de overheidsdienaar, belanghebbende of wachtgelder in dienst van het openbaar lichaam Bonaire, Sint Eustatius of Saba is of is geweest,.

  • overheidsdienaren:

    1. ambtenaren in de zin van de Ambtenarenwet BES, die in vaste dienst of gedurende ten minste vijf jaren onafgebroken in tijdelijke dienst werkzaam zijn geweest. Voor de berekening van de in de vorige volzin bedoelde termijn van vijf jaren wordt de tijd vóór de inwerkingtreding van dit besluit, waarin de ambtenaar in dienst was van de Nederlandse Antillen of van het eilandgebied Bonaire, Sint Eustatius of Saba, meegeteld.

    2. werknemers met wie een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht is gesloten om in dienst van het openbaar lichaam Bonaire, Sint Eustatius of Saba werkzaam te zijn, indien deze overeenkomst is aangegaan voor onbepaalde tijd.

  • belanghebbende:

    de overheidsdienaar, bedoeld in artikel 4.

  • wachtgelder:

    de belanghebbende die in het genot is gesteld van een wachtgeld.

Artikel 3

In dit besluit wordt voorts verstaan onder:

  • Diensttijd:

    De tijd, door een overheidsdienaar doorgebracht in dienst van de staat of van het openbaar lichaam Bonaire, Sint Eustatius of Saba, alsmede de tijd waarin de overheidsdienaar vóór de inwerkingtreding van dit besluit in dienst was van de Nederlandse Antillen, het eilandgebied Bonaire, Sint Eustatius of Saba of bij enig ander binnen de Nederlandse Antillen gevestigd openbaar lichaam, daarbij inbegrepen de tijd gedurende welke hij als werknemer bij een door een openbaar lichaam in het leven geroepen en op grond van zijn doelstelling en in financieel opzicht tot zulk een lichaam in een bijzondere verhouding staande rechtspersoon in dienst geweest is; zulks met dien verstaande dat:

    1. indien aan de belanghebbende reeds eerder een wachtgeld is toegekend, de diensttijd welke voor de berekening van dat eerdere wachtgeld in aanmerking genomen is, opnieuw wordt medegeteld;

    2. de tijd, gedurende welke de belanghebbende met gehele of gedeeltelijke inhouding van inkomen geschorst is of anders dan ter vervulling van een openbare functie of wegens een studieopdracht op non-activiteit is gesteld, voor berekening van de diensttijd niet in aanmerking wordt genomen.

  • Inkomen:

    De bezoldiging of het loon van de overheidsdienaar, verhoogd met de hem toekomende persoonlijke toelage, kostwinnerstoelage, toelage op grond van artikel 23 van het Rechtspositiebesluit ambtenaren BES, de voor het onderwijzend personeel geldende, wettelijk vastgestelde vaste toelagen, en de compensatietoeslag krachtens de Wet algemene ouderdomsverzekering BES en de Wet algemene weduwen- en wezenverzekering BES; in bijzondere gevallen, ter beoordeling van het bevoegd gezag, wordt een standplaatstoelage voor berekening van het inkomen mede in aanmerking genomen.

  • Laatstelijk genoten inkomen:

    Het inkomen vermeerderd met de vakantie-uitkering, waarop de overheidsdienaar ingevolge de voor hem toepasselijke wettelijke bepalingen gedurende de periode van een jaar onmiddellijk voorafgaande aan de dag waarop het hem verleende ontslag ingaat aanspraak heeft gehad, gedeeld door twaalf; indien de overheidsdienaar gedurende de bedoelde periode gehele of gedeeltelijke inhouding van bezoldiging of loon wegens schorsing of een vermindering daarvan in verband met vrijstelling van dienst wegens ziekte heeft ondergaan, wordt het inkomen in aanmerking genomen dat hij zou hebben genoten, indien de inhouding of vermindering niet was geschied.

  • Pensioen:

    1. 1°.

      het pensioen in de zin van de Pensioenwet ambtenaren BES;

    2. 2°.

      [vervallen;]

    3. 3°.

      elke ander vorm van pensioen, bedoeld voor de voorziening in de oude dag en de verzorging van weduwen, weduwnaars en wezen van overheidsdienaren en ten laste komend van de geldmiddelen van de Staat, gevestigd openbaar lichaam of van van enig door de overheid ingesteld fonds, met uitzondering van de fondsen, bedoeld in de Landsverordening Sociale Verzekeringsbank (P.B. 1960, 154);

      In alle gevallen met inbegrip van de daarop bij enige wettelijke bepaling verleende ander toeslagen en bijslagen.

    4. 4°.

      voor zover een uitkering bij wijze van pensioen, dan wel in overeenstemming met de bestaande praktijk een onderstand bij wijze van pensioen blijft of wordt toegekend, deze uitkering, onderscheidenlijk onderstand;

    5. 5°.

      voor zover ingevolge een wettelijke regeling aan een pensioen of een uitkering of onderstand bij wijze van pensioen een duurtetoeslag is verbonden, het betreffende pensioen, onderscheidenlijk de betreffende uitkering of onderstand tezamen met de eraan verbonden duurtetoeslag als één geheel beschouwd.

§ 2. Het wachtgeld

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9

§ 3. Bijzondere verplichtingen van de wachtgelder

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 12

Artikel 13

Artikel 14

§ 4. Weigering, vermindering en intrekking van wachtgeld en wachtgeldtoeslag

Artikel 15

Artikel 16

Artikel 17

Artikel 18

Artikel 19

Artikel 20

Artikel 21

Artikel 21a

Artikel 22

Artikel 23

Artikel 24

Artikel 25

Artikel 26

Artikel 27

§ 5. Opschorting van een wachtgeld

Artikel 28

Artikel 29

Artikel 30

§ 6. Einde en verval van de aanspraak op wachtgeld

Artikel 31

Artikel 32

§ 7. Verschillende bepalingen

Artikel 33

Artikel 34 [Vervallen per 30-08-2011]

Artikel 35

Artikel 36

Artikel 37

Artikel 38

Artikel 39

Artikel 40

Artikel 41

§ 7a. Tegemoetkoming werkgever

Artikel 41a

§ 8. Slotbepalingen.

Artikel 41b

Artikel 42

Artikel 43

Artikel 44

Artikel 45