Home

Besluit bodemkwaliteit

Geldig van 6 mei 2022 tot 1 januari 2024
Geldig van 6 mei 2022 tot 1 januari 2024

Besluit bodemkwaliteit

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 06-05-2022 tot 01-01-2024]

Aanhef

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 2 juli 2007, nr. DJZ2007057947, Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving, gedaan mede namens de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

Gelet op richtlijn nr. 89/106/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 december 1988 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der lidstaten inzake de voor de bouw bestemde produkten (PbEG L 40), zoals gewijzigd bij richtlijn nr. 93/68/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 22 juli 1993 (PbEG L 220);

Gelet op richtlijn nr. 06/12/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 5 april 2006 betreffende afvalstoffen (PbEG, L 114), ter vervanging van richtlijn nr. 75/442/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 15 juli 1975 betreffende afvalstoffen (PbEG L 194), zoals deze laatstelijk is gewijzigd bij verordening nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Gemeenschap van 29 september 2003 (PbEU L 284);

Gelet op de artikelen 1.1, zevende lid, 8.1, tweede lid, 8.5, 8.40, 8.45, 8.49, vijfde lid,10.2, tweede lid, 10.15, eerste lid, 10.17, eerste lid, 10.52, 11.1, 11.2 en 11.3 van de Wet milieubeheer, de artikelen 6, 7, 8, 12a, 12b, 15, 16a, 17, 36, 38, 39b, 70, 71, 72, 76o en 91 van de Wet bodembescherming, de artikelen 1 derde lid, 2a, eerste en tweede lid, 2b en 2c van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren, artikel 24 van de Wet milieugevaarlijke stoffen, artikel 12, tweede lid van de Wet belastingen op milieugrondslag en artikel 40a van de Woningwet;

De Raad van State gehoord (advies van 10 september 2007, nr. W08.07.0189/IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 19 november 2007, nr. DJZ2007113029, Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving, uitgebracht mede namens de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt, tenzij anders bepaald, verstaan onder:

Achtergrondwaarden: bij regeling van Onze Ministers vastgestelde gehalten aan chemische stoffen voor een goede bodemkwaliteit, waarvoor geldt dat er geen sprake is van belasting door lokale verontreinigingsbronnen;

Accreditatie: bewijs waarmee de Raad voor Accreditatie kenbaar maakt dat gedurende een bepaalde periode een gerechtvaardigd vertrouwen bestaat dat de hierin genoemde persoon of instelling competent is voor het uitvoeren van de desbetreffende werkzaamheid;

Baggerspecie: materiaal dat is vrijgekomen uit de bodem of oever van een oppervlaktewaterlichaam en dat bestaat uit minerale delen met een maximale korrelgrootte van 2 millimeter en organische stof in een verhouding en met een structuur zoals deze in de bodem van nature worden aangetroffen, alsmede van nature in de bodem voorkomende schelpen en grind met een korrelgrootte van 2 tot 63 millimeter;

Beheerder: bestuursorgaan dat bevoegd is tot vergunningverlening ingevolge artikel 6.2 van de Waterwet;

Bodembeheergebied: aaneengesloten, door het bestuursorgaan, bedoeld in artikel 44, 45 of 46, afgebakend deel van de oppervlakte van een of meer gemeenten of het beheergebied van een of meer beheerders;

Bodemfuncties: gebruik van de bodem, niet zijnde de bodem of oever van een oppervlaktewaterlichaam, zoals dat is vastgesteld door de gemeenteraad, overeenkomstig een bij regeling van Onze Ministers vastgestelde indeling;

Bodemfunctieklassen: bij regeling van Onze Ministers vastgestelde indeling van bodemfuncties in de categorieën, bedoeld in artikel 55, eerste lid;

Bouwstof: materiaal waarin de totaalgehalten aan silicium, calcium of aluminium tezamen meer dan 10 gewichtsprocent van dat materiaal bedragen, uitgezonderd vlakglas, metallisch aluminium, grond of baggerspecie, dat is bestemd om te worden toegepast;

Certificaat: verklaring waarmee een door Onze Minister erkende certificeringsinstelling kenbaar maakt dat gedurende een bepaalde periode een gerechtvaardigd vertrouwen bestaat dat de hierin genoemde persoon voldoet aan het voor de certificering geldende normdocument;

Erkende kwaliteitsverklaring: schriftelijke verklaring die is afgegeven door een instelling die daartoe beschikt over een erkenning, waarin wordt verklaard dat de bijbehorende partij die afkomstig is van een persoon of instelling die is erkend voor het produceren op basis van een nationale Beoordelingsrichtlijn, voldoet aan de bij of krachtens dit besluit gestelde eisen met betrekking tot de milieuhygiënische kwaliteit, mits toegepast op de in de verklaring aangegeven wijze;

Erkenning: beschikking van Onze Ministers waarbij wordt vastgesteld dat een persoon of een instelling voor een werkzaamheid voldoet aan de bij of krachtens dit besluit geldende voorwaarden;

Fabrikant-eigenverklaring: schriftelijke verklaring, afgegeven door de producent van een bouwstof, grond of baggerspecie, waarin deze verklaart dat de bijbehorende partij voldoet aan de bij of krachtens dit besluit gestelde eisen met betrekking tot de milieuhygiënische kwaliteit. Uit de verklaring blijkt op welke wijze is vastgesteld dat de partij voldoet aan de bij of krachtens dit besluit gestelde eisen;

Grond: vast materiaal dat bestaat uit minerale delen met een maximale korrelgrootte van 2 millimeter en organische stof in een verhouding en met een structuur zoals deze in de bodem van nature worden aangetroffen, alsmede van nature in de bodem voorkomende schelpen en grind met een korrelgrootte van 2 tot 63 millimeter, niet zijnde baggerspecie;

IBC-bouwstof: bouwstof die vanwege de mate van emissie alleen met isolatie-, beheers-, en controlemaatregelen mag worden toegepast;

Instelling: certificeringsinstelling, inspectie-instelling, laboratorium of andere instelling, die beoordeelt of een persoon, een stof, een product, een installatie, een voorziening of een ander object overeenstemt met een normdocument;

Interventiewaarden: bij regeling van Onze Ministers vastgestelde generieke waarden die aangeven dat bij overschrijding sprake is van potentiële ernstige vermindering van de functionele eigenschappen die de bodem voor mens, plant of dier heeft, als bedoeld in artikel 36 van de Wet bodembescherming;

Isolatie, beheers- en controlemaatregelen: maatregelen waardoor bij toepassing van een bouwstof nagenoeg geen contact optreedt van die bouwstof met hemelwater en grondwater;

Kwaliteitsklasse: bij regeling van Onze Ministers vastgestelde indeling in categorieën van de kwaliteit van de bodem, grond of baggerspecie;

Landbouwbedrijf: bedrijf als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel i, van de Meststoffenwet;

Mijnsteen: bouwstof, in hoofdzaak bestaande uit gebroken schalie en zandsteen met bijmengingen van kolengruis, die als nevengesteente is vrijgekomen bij winning van steenkool;

Milieuhygiënische verklaring:

  1. voor bouwstoffen, grond of baggerspecie: partijkeuring, fabrikant-eigenverklaring of erkende kwaliteitsverklaring, en

  2. voor grond, baggerspecie of de bodem, waarop of waarin de grond of baggerspecie wordt toegepast: verklaring omtrent de milieuhygiënische kwaliteit van een specifieke partij of de bodem, die is afgegeven op basis van een kaart als bedoeld in artikel 47, onder a, of 57, tweede lid of een bij regeling van Onze Ministers aangewezen normdocument of onderzoeksprotocollen;

Milieuverklaring bodemkwaliteit: overeenkomstig dit besluit afgegeven schriftelijke verklaring over de kwaliteit van een partij bouwstof, grond, baggerspecie, mijnsteen, vermengde mijnsteen of de bodem en die bedoeld is om, behoudens bewijs van onjuistheid of onvolledigheid, als wettig bewijsmiddel te dienen dat aan de toepasselijke kwaliteitseisen is voldaan;

Normdocument: een voor een werkzaamheid op grond van artikel 25 aangewezen beoordelingsrichtlijn, protocol of andere richtlijn, code, aanbeveling of norm die of dat eisen bevat ter bevordering van de kwaliteit van werkzaamheden of de uitvoering daarvan;

Onze Minister: Onze Minister van Infrastructuur en Milieu;

Parameter: chemische stof of een fysische eigenschap;

Partij: identificeerbare hoeveelheid bouwstof, grond of baggerspecie van vergelijkbare milieuhygiënische kwaliteit, die is bedoeld om als geheel te worden verhandeld of toegepast;

Partijkeuring: schriftelijke verklaring op basis van een eenmalig onderzoek, dat wordt uitgevoerd door een persoon of instelling die daartoe beschikt over een erkenning, en waarin wordt vermeld of een partij onder het regime van het besluit kan worden toegepast en hoe dit is vastgesteld;

Persoon: natuurlijk persoon of rechtspersoon;

Raad voor Accreditatie: de Stichting Raad voor Accreditatie te Utrecht;

Toepassen van bouwstoffen: in een werk aanbrengen of houden van bouwstoffen, alsmede het laten verrichten daarvan. Voor de toepassing van de bij of krachtens dit besluit gestelde regels wordt onder «het toepassen van bouwstoffen in een oppervlaktewaterlichaam» mede verstaan het toepassen van bouwstoffen op of in de bodem of oever van een oppervlaktewaterlichaam;

Toepassen van grond of baggerspecie: het aanbrengen, verspreiden of tijdelijk opslaan van grond of baggerspecie als bedoeld in artikel 35, het houden van de aangebrachte of tijdelijk opgeslagen grond of baggerspecie in die toepassing, alsmede het laten verrichten daarvan. Voor de toepassing van de bij of krachtens dit besluit gestelde regels wordt onder het toepassen van grond of baggerspecie in een oppervlaktewaterlichaam mede verstaan het toepassen van grond of baggerspecie op of in de bodem of oever van een oppervlaktewaterlichaam;

Vestigingsplaats: adres en woonplaats van een persoon of adres en woonplaats waar een instelling zetelt;

Vormgegeven bouwstof: bouwstof met een volume per kleinste eenheid van ten minste 50 cm3, die onder normale omstandigheden een duurzame vormvastheid heeft;

Werk: bouwwerk, weg- of waterbouwkundig werk of anderszins functionele toepassing van een bouwstof, uitgezonderd het verondiepen of het dempen van een oppervlaktewaterlichaam en het ophogen van de bodem ten behoeve van woonwijken en industrieterreinen.

Werkzaamheid: een bij regeling van Onze Minister aangewezen handeling als bedoeld in artikel 11A.2, tweede lid, van de Wet milieubeheer, die wordt uitgevoerd met betrekking tot bodem, grond, baggerspecie, bouwstoffen of bodemenergiesystemen.

Artikel 1a

Dit besluit berust mede op de artikelen 3.11, tweede lid, 6.2, eerste lid, onderdeel b, 6.6 en 6.7 van de Waterwet.

Artikel 2

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

Hoofdstuk 2. Kwaliteit van de uitvoering van een werkzaamheid

Afdeling 1. Erkenning van personen en instellingen

Artikel 8a [Nog niet in werking]

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 12

Artikel 13

Artikel 14 [Vervallen per 14-04-2012]

Afdeling 2. Verboden en verplichtingen

Artikel 15

Artikel 16

Artikel 17

Artikel 18

Artikel 19

Artikel 20

Artikel 21

Artikel 22

Afdeling 3. Sancties

Artikel 23

Artikel 24

Artikel 25

Hoofdstuk 2a. Afgifte van milieuverklaringen bodemkwaliteit

Artikel 25a [Nog niet in werking]

Artikel 25b [Nog niet in werking]

Artikel 25c [Nog niet in werking]

Artikel 25d [Nog niet in werking]

Artikel 25e [Nog niet in werking]

Artikel 25f [Nog niet in werking]

Artikel 25g [Nog niet in werking]

Hoofdstuk 3a. Handelingen met bouwstoffen

Artikel 25h [Nog niet in werking]

Hoofdstuk 3. Bouwstoffen

Afdeling 1. Algemeen

Artikel 26

Artikel 27

Artikel 28

Artikel 29

Artikel 30

Artikel 31

Artikel 32

Artikel 33

Afdeling 2. Bijzondere bepalingen voor mijnsteen

Artikel 33a

Artikel 33b

Artikel 33c

Artikel 33d

Hoofdstuk 4. Grond en baggerspecie

Afdeling 1. Algemene bepalingen

Paragraaf 1. Algemeen

Artikel 34
Artikel 35
Artikel 36
Artikel 37

Paragraaf 2. Algemene voorschriften voor degene die grond of baggerspecie toepast

Artikel 38
Artikel 39
Artikel 40
Artikel 41
Artikel 42
Artikel 43

Afdeling 2. Toetsingskaders voor het toepassen van grond en baggerspecie

Paragraaf 1. Gebiedsspecifiek toetsingskader voor de algemene toepassing

Artikel 44
Artikel 45
Artikel 46
Artikel 47
Artikel 48
Artikel 49
Artikel 50
Artikel 51
Artikel 52
Artikel 53

Paragraaf 2. Generiek toetsingskader voor de algemene toepassing

Artikel 54
Artikel 55
Artikel 56
Artikel 57
Artikel 58
Artikel 59
Artikel 60
Artikel 61

Paragraaf 3. Toetsingskader voor grootschalige toepassingen

Artikel 62
Artikel 63
Artikel 64

Hoofdstuk 5. Slot- en overgangsbepalingen

Artikel 65

Artikel 66

Artikel 67 [Vervallen per 26-10-2010]

Artikel 68 [Vervallen per 26-10-2010]

Artikel 69 [Vervallen per 26-10-2010]

Artikel 70 [Vervallen per 26-10-2010]

Artikel 71 [Vervallen per 26-10-2010]

Artikel 72 [Vervallen per 26-10-2010]

Artikel 73 [Vervallen per 26-10-2010]

Artikel 74 [Vervallen per 26-10-2010]

Artikel 75

Artikel 76

Artikel 77

Artikel 78

Artikel 79

Artikel 80 [Vervallen per 26-10-2010]

Artikel 81 [Vervallen per 26-10-2010]

Artikel 82

Artikel 82a

Artikel 83 [Vervallen per 26-10-2010]

Artikel 84

Bijlage 1. behorende bij artikel 28, eerste en tweede lid en 41