Home

Besluit inburgering

Geldig van 12 oktober 2007 tot 14 november 2007
Geldig van 12 oktober 2007 tot 14 november 2007

Besluit inburgering

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 12-10-2007 tot 14-11-2007]
[Regeling ingetrokken per 01-01-2022]

Aanhef

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen

Artikel 1.1

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  1. wet: de Wet inburgering;

  2. inburgeringsdiploma: het diploma, bedoeld in artikel 14, tweede lid, van de wet;

  3. Kwaliteitscentrum examinering inburgering: de krachtens artikel 3.17, eerste lid, aangewezen rechtspersoon;

  4. onderzoek: het onderzoek, bedoeld in artikel 25 van de wet;

  5. Informatiesysteem Inburgering: het informatiesysteem, bedoeld in artikel 47 van de wet;

  6. Bestand Potentiële Inburgeringsplichtigen: het bestand, bedoeld in artikel 48 van de wet;

  7. potentiële inburgeringsplichtige: een persoon als bedoeld in artikel 48, eerste lid, tweede volzin, van de wet;

  8. rijksbijdrage: de rijksbijdrage, bedoeld in artikel 52 van de wet;

  9. handhavingsbeschikking: de beschikking, bedoeld in artikel 26 van de wet, die niet tevens is gegeven op grond van artikel 22, tweede lid, van de wet;

  10. inburgeringsvoorziening: de inburgeringsvoorzieningen, bedoeld in hoofdstuk 5, paragraaf 2, van de wet, de Regeling inburgering allochtone vrouwen G31, de Regeling inburgering allochtone vrouwen niet-G31 en het extensieve deel van de Pilot inburgering allochtone vrouwen Taal Totaal;

  11. gecombineerde inburgeringsvoorziening: een inburgeringsvoorziening, gecombineerd met een voorziening gericht op arbeidsinschakeling als bedoeld in artikel 20, eerste lid, van de wet;

  12. lening: de lening, bedoeld in artikel 16 van de wet;

  13. prognose: de opgave van het college met betrekking tot:

    1. 1°.

      het aantal inburgeringsplichtigen, bedoeld in artikel 19, eerste lid, onderdeel a, van de wet aan wie geen lening is verstrekt, tenzij die lening in zijn geheel is terugbetaald, en ten behoeve van wie het college in het jaar waarop de prognose betrekking heeft voor de eerste keer een inburgeringsvoorziening zal vaststellen;

    2. 2°.

      het aantal inburgeringsplichtigen, bedoeld in artikel 19, eerste lid, onderdeel a, van de wet aan wie geen lening is verstrekt, tenzij die lening in zijn geheel is terugbetaald, en ten behoeve van wie het college in het jaar waarop de prognose betrekking heeft voor de eerste keer een gecombineerde inburgeringsvoorziening zal vaststellen;

    3. 3°.

      het aantal inburgeringsplichtigen, bedoeld in artikel 19, eerste lid, onderdeel b, van de wet aan wie geen lening is verstrekt, tenzij die lening in zijn geheel is terugbetaald, en ten behoeve van wie het college in het jaar waarop de prognose betrekking heeft voor de eerste keer een inburgeringsvoorziening zal vaststellen;

    4. 4°.

      het aantal inburgeringsplichtigen, bedoeld in artikel 19, tweede lid, onderdeel a, van de wet aan wie geen lening is verstrekt, tenzij die lening in zijn geheel is terugbetaald, en ten behoeve van wie het college in het jaar waarop de prognose betrekking heeft voor de eerste keer een inburgeringsvoorziening zal vaststellen;

    5. 5°.

      het aantal inburgeringsplichtigen, bedoeld in artikel 19, tweede lid, onderdeel a, van de wet aan wie geen lening is verstrekt, tenzij die lening in zijn geheel is terugbetaald, en ten behoeve van wie het college in het jaar waarop de prognose betrekking heeft voor de eerste keer een gecombineerde inburgeringsvoorziening zal vaststellen;

  14. budget: het budget dat in het jaar waarop de prognoses betrekking hebben beschikbaar is voor de verstrekking aan gemeenten van de voorschotten op het prestatie-afhankelijke deel van de rijksbijdragen;

  15. inburgeringscursus: een door een cursusinstelling aangeboden cursus welke een inburgeringsplichtige in staat stelt mondelinge en schriftelijke vaardigheden in de Nederlandse taal en kennis van de Nederlandse samenleving te verwerven, teneinde het inburgeringsexamen te behalen.

Hoofdstuk 2. Inburgeringsplicht

Afdeling 1. Inburgeringsplicht

Artikel 2.1

Artikel 2.2

Afdeling 2. Vrijstellingen

Artikel 2.3

Artikel 2.4

Artikel 2.5

Afdeling 3. Verblijf in Nederland tijdens de leerplichtige leeftijd

Artikel 2.6

Afdeling 4. Vrijstelling bij evidente inburgering

Artikel 2.7

Afdeling 5. Ontheffing

Artikel 2.8

Afdeling 6. Niveau van kennis en vaardigheden

Artikel 2.9

Artikel 2.10

Afdeling 7. Verlenging van de termijn

Artikel 2.11

Hoofdstuk 3. Inburgeringsexamen

Afdeling 1. Het inburgeringsexamen

§ 1. Algemeen

Artikel 3.1
Artikel 3.2
Artikel 3.3
Artikel 3.4
Artikel 3.5
Artikel 3.6

§ 2. Inhoud van het inburgeringsexamen

Artikel 3.7
Artikel 3.8
Artikel 3.9
Artikel 3.10

§ 3. Examencommissies en commissies van beroep

Artikel 3.11
Artikel 3.12

§ 4. Kwaliteit van het inburgeringsexamen

Artikel 3.13

Afdeling 2. Aanwijzing exameninstellingen

Artikel 3.14

Artikel 3.15

Artikel 3.16

Afdeling 3. Toezicht op de exameninstellingen

§ 1. Kwaliteitscentrum examinering inburgering

Artikel 3.17
Artikel 3.18
Artikel 3.19
Artikel 3.20

§ 2. De uitvoering van het toezicht op de exameninstellingen

Artikel 3.21
Artikel 3.22
Artikel 3.23
Artikel 3.24
Artikel 3.25
Artikel 3.26

Hoofdstuk 4. Faciliteiten

Afdeling 1. Lening

§ 1. Vaststelling van de lening

Artikel 4.1
Artikel 4.2
Artikel 4.3
Artikel 4.4

§ 2. Terugbetaling van de lening

Artikel 4.5
Artikel 4.6
Artikel 4.7
Artikel 4.8
Artikel 4.9
Artikel 4.10
Artikel 4.11
Artikel 4.12
Artikel 4.13
Artikel 4.14
Artikel 4.15

§ 3. Slotbepaling

Artikel 4.16

Afdeling 2. Vergoeding

Artikel 4.17

Artikel 4.18

Artikel 4.19

Artikel 4.20

Artikel 4.21

Artikel 4.22

Afdeling 3. Gemeentelijk aanbod aan bijstands- en uitkeringsgerechtigden

Artikel 4.23

Afdeling 4. Gemeentelijk aanbod aan geestelijke bedienaren

Artikel 4.24

Afdeling 5. Inburgeringsalternatief bij verval inburgeringsvoorziening

Artikel 4.25

Hoofdstuk 5. Handhaving

Afdeling 1. Oproepen van personen

Artikel 5.1

Artikel 5.2

Artikel 5.3

Afdeling 2. Termijnverlenging en ontheffing van de inburgeringsplicht

Artikel 5.4

Artikel 5.5

Hoofdstuk 6. Informatiebepalingen

Afdeling 1. Het informatiesysteem inburgering

Artikel 6.1

Artikel 6.2

Artikel 6.3

Afdeling 2. Het bestand potentiële inburgeringsplichtigen

Artikel 6.4

Artikel 6.5

Artikel 6.6

Artikel 6.7

Afdeling 3. Overige bepalingen

Artikel 6.8

Artikel 6.9

Hoofdstuk 7. Financiële bepalingen

Artikel 7.1

Artikel 7.2

Artikel 7.3

Artikel 7.4

Artikel 7.5

Artikel 7.6

Artikel 7.7

Artikel 7.8

Artikel 7.9

Artikel 7.10

Hoofdstuk 8. Wijziging van andere besluiten

Artikel 8.1

Artikel 8.2

Artikel 8.3

Hoofdstuk 9. Overgangs- en slotbepalingen

Afdeling 1. Overgangsbepalingen

Artikel 9.1

Artikel 9.2

Artikel 9.3

Artikel 9.4

Artikel 9.5

Artikel 9.6

Artikel 9.7

Afdeling 2. Slotbepalingen

Artikel 9.8

Artikel 9.9

Bijlage bij artikel 6.1, tweede lid