Home

Wet marktordening gezondheidszorg

Geldig van 1 januari 2023 tot 1 oktober 2023
Geldig van 1 januari 2023 tot 1 oktober 2023

Wet marktordening gezondheidszorg

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-01-2023 tot 01-10-2023]

Aanhef

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is regels te stellen inzake de ontwikkeling en ordening van markten op het gebied van de gezondheidszorg en het toezicht daarop, mede met het oog op een doelmatig en doeltreffend stelsel van de zorg en de beheersing van de kostenontwikkeling van de zorg, en dat het tevens wenselijk is in verband met de informatieachterstand van de consument en het machtsverschil tussen partijen in de zorg, de positie van de consument te beschermen en te bevorderen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen

Artikel 1

1.

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  1. Onze Minister: Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

  2. zorg:

    1. 1°.

      zorg of dienst als omschreven bij of krachtens de Zorgverzekeringswet en de Wet langdurige zorg;

    2. 2°.

      individuele gezondheidszorg als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidzorg, voor zover uitgevoerd, al dan niet onder eigen verantwoordelijkheid, door personen, ingeschreven in een register als bedoeld in artikel 3 van die wet of door personen als bedoeld in artikel 34 van die wet en voor zover die handelingen niet zijn begrepen onder 1°;

  3. zorgaanbieder:

    1. 1°.

      de natuurlijke persoon of rechtspersoon die beroeps- of bedrijfsmatig zorg verleent;

    2. 2°.

      de natuurlijke persoon of rechtspersoon voor zover deze tarieven in rekening brengt namens, ten behoeve van of in verband met het verlenen van zorg door een zorgaanbieder als bedoeld onder 1°;

  4. zorgverzekeraar: een zorgverzekeraar als bedoeld in de Zorgverzekeringswet;

  5. Wlz-uitvoerder: een rechtspersoon als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet langdurige zorg;

  6. ziektekostenverzekeraar:

    1. 1°.

      een zorgverzekeraar;

    2. 2°.

      een Wlz-uitvoerder;

    3. 3°.

      een particuliere ziektekostenverzekeraar, zijnde een financiële onderneming die ingevolge de Wet op het financieel toezicht in Nederland het bedrijf van verzekeraar mag uitoefenen;

  7. verzekerde: degene die een verzekeringsovereenkomst betreffende het risico van ziektekosten heeft gesloten met een ziektekostenverzekeraar dan wel van rechtswege verzekerd is op grond van de Wet langdurige zorg;

  8. verzekeringsplichtige: degene die op grond van artikel 2 van de Zorgverzekeringswet verplicht is zich krachtens een zorgverzekering te verzekeren of te laten verzekeren;

  9. consument: verzekeringsplichtige, verzekerde of patiënt;

  10. prestatie: de levering van zorg door een zorgaanbieder als bedoeld in onderdeel c, onder 1°;

  11. tarief: prijs voor een prestatie, een deel van een prestatie of geheel van prestaties van een zorgaanbieder;

  12. zorgautoriteit: de Nederlandse Zorgautoriteit, genoemd in artikel 3;

  13. Zorginstituut: het Zorginstituut Nederland, genoemd in artikel 58, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet;

  14. financiële derivaten:

    1. 1°.

      financiële contracten waarvan de waarde is afgeleid van een onderliggende waarde of een referentieprijs;

    2. 2°.

      onderdelen van financiële contracten die, op zichzelf beschouwd, financiële contracten als bedoeld onder 1° zijn;

  15. College sanering: het College sanering zorginstellingen, genoemd in de Wet toelating zorginstellingen;

  16. FIOD-ECD: de Belastingdienst/Fiscale Inlichtingen- en opsporingsdienst en Economische Controledienst van het Ministerie van Financiën;

  17. Zorgverzekeringsfonds: het fonds, genoemd in artikel 39 van de Zorgverzekeringswet;

  18. het CAK: het CAK, genoemd in artikel 6.1.1, eerste lid, van de Wet langdurige zorg;

  19. socialezekerheidsverordening: Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004, betreffende de coördinatie van socialezekerheidsstelsels (PbEU 2004, L 166);

  20. toepassingsverordening: Verordening (EG) nr. 987/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (PbEU 2009, L 284);

  21. orgaan van de woonplaats: rechtspersoon die door Onze Minister is aangewezen als orgaan van de woonplaats in de zin van de socialezekerheidsverordening of, voor zover het zorg betreft, een verdrag inzake sociale zekerheid waarbij Nederland partij is;

  22. orgaan van de verblijfplaats: rechtspersoon die door Onze Minister is aangewezen als orgaan van de verblijfplaats in de zin van de socialezekerheidsverordening of, voor zover het zorg betreft, een verdrag inzake sociale zekerheid waarbij Nederland partij is;

  23. bevoegd orgaan: rechtspersoon, niet zijnde het CAK, die door Onze Minister is aangewezen voor bepaalde taken van bevoegd orgaan als bedoeld in artikel 1, onderdeel q, onder iii, van verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de sociale zekerheidsstelsels (PbEU 2004, L 166) en in verdragen inzake sociale zekerheid ten behoeve van personen bedoeld in artikel 69, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet.

2.

Onder zorg bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, wordt mede begrepen forensische zorg als omschreven in artikel 1.1, tweede lid, van de Wet forensische zorg.

3.

Voor de toepassing van deze wet wordt, voor zover het betreft de inkoop van forensische zorg, Onze Minister van Veiligheid en Justitie met een ziektekostenverzekeraar gelijkgesteld.

Artikel 2

1.

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen, indien dat voor een goede uitvoering van deze wet nodig is, werkzaamheden die geheel of gedeeltelijk liggen op het gebied van de gezondheidszorg of geheel of gedeeltelijk ten behoeve van de gezondheidszorg worden verricht, worden aangewezen als zorg in de zin van deze wet.

2.

Bij algemene maatregel van bestuur kan een vorm van zorg dan wel een categorie van zorgaanbieders of geen rechtspersoonlijkheid bezittende organisatorische verbanden van zorgaanbieders worden uitgezonderd van deze wet of een deel daarvan.

3.

Deze wet is niet van toepassing op een zorgaanbieder voor zover deze jeugdhulp als bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet aanbiedt.

4.

Deze wet niet is van toepassing op:

  1. aanbieders als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;

  2. derden van wie een cliënt, aan wie een persoongebonden budget in de zin van die wet is verstrekt, de diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen die tot de maatwerkvoorziening behoren betrekt.

5.

Voor zover een rechtspersoon handelt als het orgaan van de woonplaats, het orgaan van de verblijfplaats of het bevoegd orgaan wordt deze voor de toepassing van deze wet niet aangemerkt als een ziektekostenverzekeraar.

Hoofdstuk 2. De Nederlandse Zorgautoriteit

Paragraaf 2.1. Algemene bepalingen

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6 [Vervallen per 01-07-2011]

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9 [Vervallen per 01-07-2011]

Artikel 10 [Vervallen per 01-07-2011]

Paragraaf 2.2. Planning, verslaglegging en financiering

Artikel 11

Artikel 12

Artikel 13 [Vervallen per 01-07-2011]

Artikel 14

Artikel 15

Hoofdstuk 3. Taken en bevoegdheden Nederlandse Zorgautoriteit

Paragraaf 3.1. Algemeen

Artikel 16

Artikel 16a

Artikel 17

Artikel 18

Artikel 19

Artikel 19a

Artikel 20

Artikel 21

Artikel 22

Artikel 22a

Artikel 23

Paragraaf 3.2. Toezicht Zorgverzekeringswet

Artikel 24

Artikel 25

Artikel 26

Artikel 27

Paragraaf 3.3. Toezicht Wet langdurige zorg

Artikel 28

Artikel 29

Artikel 30

Artikel 31

Paragraaf 3.4. Toezicht socialezekerheidsverordening

Artikel 31a

Artikel 31b

Artikel 31c

Artikel 31d

Artikel 31e

Hoofdstuk 4. Marktontwikkeling en -ordening

Paragraaf 4.1. Marktonderzoek

Artikel 32

Artikel 33

Paragraaf 4.2. Algemene verplichtingen van zorgaanbieders en ziektekostenverzekeraars

Artikel 34

Artikel 35

Artikel 35a

Artikel 35b

Artikel 36

Artikel 36a

Artikel 37

Artikel 38

Artikel 39

Artikel 40

Artikel 40a

Artikel 40b

Artikel 41

Artikel 42

Artikel 43

Artikel 43a

Artikel 44

Paragraaf 4.2.a. Invloed op overeenkomsten

Artikel 45

Artikel 46

Paragraaf 4.3. Ontwikkeling zorgverzekeringsmarkt, zorgverleningsmarkt en zorginkoopmarkt

Artikel 47

Artikel 48

Artikel 49

Artikel 49a

Artikel 49b

Artikel 49c

Artikel 49d

Paragraaf 4.4. Vaststelling van tarieven en prestatiebeschrijvingen

Artikel 49e

Artikel 50

Artikel 51

Artikel 52

Artikel 53

Artikel 54

Artikel 55

Artikel 56

Paragraaf 4.5. Vaststelling van bijdragen en vereffeningen

Artikel 56a

Artikel 56b

Paragraaf 4.6. Beleidsregels

Artikel 57

Artikel 58

Artikel 59

Hoofdstuk 5. Informatie

Artikel 60

Artikel 61

Artikel 62

Artikel 63

Artikel 64

Artikel 65

Artikel 66

Artikel 67

Artikel 68

Artikel 68a

Artikel 69

Artikel 70

Artikel 70a

Artikel 71

Hoofdstuk 6. Handhaving

Paragraaf 6.1. Algemeen

Artikel 72

Artikel 73

Artikel 74

Artikel 75

Paragraaf 6.2. Aanwijzingen

Artikel 76

Artikel 77

Artikel 78

Artikel 78a

Artikel 78c

Artikel 78d

Artikel 78e

Artikel 78f

Artikel 78g

Artikel 79

Artikel 80

Artikel 81

Artikel 81a

Artikel 81b

Paragraaf 6.3. Bestuursdwang en last onder dwangsom

Artikel 82

Artikel 83

Artikel 84

Artikel 84a

Artikel 84b

Paragraaf 6.4. Bestuurlijke boete

Artikel 85

Artikel 86

Artikel 87

Artikel 88

Artikel 89

Artikel 90

Artikel 91

Artikel 92

Artikel 93 [Vervallen per 01-07-2009]

Artikel 94 [Vervallen per 01-07-2009]

Artikel 95 [Vervallen per 01-07-2009]

Artikel 96 [Vervallen per 01-07-2009]

Artikel 97 [Vervallen per 01-07-2009]

Artikel 98 [Vervallen per 01-07-2009]

Artikel 99 [Vervallen per 01-07-2009]

Artikel 100 [Vervallen per 01-07-2009]

Artikel 101 [Vervallen per 01-07-2009]

Artikel 102 [Vervallen per 01-07-2009]

Artikel 103 [Vervallen per 01-07-2009]

Paragraaf 6.5. Afdracht dwangsommen, boetes en andere invorderingen

Artikel 104

Paragraaf 6.6. Rechtsbescherming

Artikel 105

Artikel 106 [Vervallen per 01-01-2013]

Artikel 107

Hoofdstuk 7. Wijzigingen in andere wetten

Artikel 108

Artikel 109

Artikel 110

Artikel 111

Artikel 112

Artikel 113

Artikel 114

Artikel 115

Artikel 116

Artikel 117

Artikel 118

Artikel 119

Artikel 120

Artikel 121

Hoofdstuk 8. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 122

Artikel 123

Artikel 124

Artikel 125

Artikel 126

Artikel 127

Artikel 128

Artikel 129