Home

Wet op de bijzondere opsporingsdiensten

Geldig vanaf 7 mei 2021
Geldig vanaf 7 mei 2021

Wet op de bijzondere opsporingsdiensten

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 07-05-2021]

Aanhef

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in een afzonderlijke wet regels te stellen voor de bijzondere opsporingsdiensten, in verband met de samenhang van de rechtshandhaving en de democratische controle en ter verbetering van de handhaving van de ordeningswetgeving, alsmede de instelling van het functioneel parket;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk I. Algemeen

Artikel 1

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  1. bijzondere opsporingsdienst: een van de diensten, bedoeld in artikel 2;

  2. opsporingsambtenaar: een ambtenaar van een bijzondere opsporingsdienst die is aangewezen voor de uitvoering van de taken, bedoeld in artikel 3;

  3. Onze betrokken Minister: Onze minister onder wie een bijzondere opsporingsdienst ressorteert.

Artikel 2

Er zijn vier bijzondere opsporingsdiensten, te weten:

  1. een bijzondere opsporingsdienst, ressorterend onder Onze Minister van Financiën;

  2. een bijzondere opsporingsdienst, ressorterend onder Onze Minister van Infrastructuur en Milieu;

  3. een bijzondere opsporingsdienst, ressorterend onder Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;

  4. een bijzondere opsporingsdienst, ressorterend onder Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Hoofdstuk II. Taken en bevoegdheden

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 6a

Hoofdstuk III. Toezicht op de bijzondere opsporingsdiensten en opsporingsambtenaren

Artikel 7

Artikel 8

Hoofdstuk IV. Organisatie en beleid

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 12

Hoofdstuk V. Samenwerking met de politie en andere diensten

Artikel 13

Hoofdstuk VI. Behandeling van klachten

Artikel 14

Artikel 15

Artikel 16

Hoofdstuk VII. Slotbepalingen

Artikel 17

Artikel 18

Artikel 19

Artikel 20

Artikel 21

Artikel 22

Artikel 23