Home

Wet laden en lossen zeeschepen

Geldig vanaf 31 december 2010
Geldig vanaf 31 december 2010

Wet laden en lossen zeeschepen

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 31-12-2010]

Aanhef

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het, gelet op richtlijn nr. 2001/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 4 december 2001 tot vaststelling van geharmoniseerde voorschriften en procedures voor veilig laden en lossen van bulkschepen (PbEG 2002, L 13), noodzakelijk is regels te stellen ten aanzien van het veilig laden en lossen van zeeschepen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen

Artikel 1

1.

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt, tenzij daarin anders is bepaald, verstaan onder:

  1. Onze Minister: Onze Minister van Verkeer en Waterstaat;

  2. SOLAS-verdrag: het op 1 november 1974 te Londen totstandgekomen Verdrag voor de beveiliging van mensenlevens op zee (Trb. 1976, 157) en de bij dat verdrag behorende bindende protocollen, aanhangsels en bijlagen;

  3. laden- en lossenrichtlijn of -verordening: richtlijn, onderscheidenlijk verordening, van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie die berust op artikel 80, tweede lid, van het EG-verdrag, betrekking heeft op de zeevaart en regels stelt over procedures, taken en verantwoordelijkheden voor, tijdens en na het laden of lossen van een schip, of over technische eisen, informatieverschaffing of de afhandeling van schade in verband met het laden of lossen;

  4. gedelegeerde richtlijn of verordening: richtlijn of verordening van de Commissie van de Europese Gemeenschappen die berust op een laden- en lossenrichtlijn of -verordening;

  5. vaste bulklading: vaste stortlading als bedoeld in voorschrift XII/1 van het SOLAS-verdrag, met uitzondering van graan;

  6. bulkschip: een schip als bedoeld in voorschrift IX/1 van het SOLAS-verdrag en resolutie 6 van de SOLAS-Conferentie van 1997, waaronder wordt verstaan:

    1. 1°.

      een schip geconstrueerd met enkel dek, top-zijtanks en hopper-zijtanks in de laadruimen, dat voornamelijk bestemd is voor het vervoer van vaste lading in bulk;

    2. 2°.

      een ertsschip: een zeeschip met enkel dek, met twee langsschotten en een dubbele bodem in het gehele ladinggedeelte, dat bestemd is om uitsluitend in de middenruimten ertsladingen te vervoeren; of

    3. 3°.

      een «combination carrier» als bedoeld in voorschrift II-2/3 van het SOLAS-verdrag;

  7. terminal: een vaste, drijvende of mobiele voorziening die is uitgerust voor het laden of lossen van vaste bulklading in of uit bulkschepen en die daarvoor wordt gebruikt;

  8. terminalexploitant: de eigenaar van een terminal, of een andere organisatie of persoon aan wie de eigenaar de verantwoordelijkheid voor de laad- en losverrichtingen in de terminal voor een bepaald bulkschip heeft overgedragen;

  9. kapitein: de gezagvoerder van een bulkschip of de scheepsofficier die door de gezagvoerder voor laad- of losverrichtingen is aangewezen;

  10. ISO: Internationale Organisatie voor Standaardisatie;

  11. laad- of losplan: het plan, bedoeld in artikel 9, eerste lid;

  12. toezichthouder: degene die, tenzij anders is bepaald, krachtens artikel 15, eerste of tweede lid, is aangewezen, voorzover hij een taak uitoefent waarmee hij is belast;

  13. klassenbureau: rechtspersoon die gemachtigd is om namens de vlaggenstaat onderzoeken te verrichten ten behoeve van de certificering van een schip;

  14. inspecteur-generaal: inspecteur-generaal van de Inspectie Verkeer en Waterstaat;

  15. ambtenaren van de Inspectie Verkeer en Waterstaat: de door Onze Minister aangewezen ambtenaren van de Inspectie Verkeer en Waterstaat.

2.

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt, tenzij daarin anders is bepaald, onder graan mede verstaan: tarwe, mais, haver, rogge, gerst, rijst, peulvruchten, zaden en hun bewerkte vormen, waarvan het gedrag gelijk is aan dat van graan in onbewerkte staat.

Artikel 2

1.

Deze wet is van toepassing op:

  1. zeegaande bulkschepen die een terminal aandoen voor het laden of lossen van vaste bulklading;

  2. terminals die worden aangedaan door bulkschepen waarop deze wet van toepassing is.

2.

Deze wet is niet van toepassing op voorzieningen die slechts in uitzonderlijke omstandigheden gebruikt worden voor het laden of lossen van vaste bulklading in of uit bulkschepen, noch wanneer voor het laden of lossen uitsluitend gebruik wordt gemaakt van de uitrusting van het bulkschip.

Hoofdstuk 2. Voorschriften voor laden of lossen

§ 1. Verplichtingen van de terminalexploitant

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

§ 2. Verplichtingen van de kapitein en de terminalvertegenwoordiger

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 12

Artikel 13

Artikel 14

Hoofdstuk 3. Toezicht

Artikel 15

Hoofdstuk 4. Sancties

Artikel 16

Artikel 17

Artikel 18

Artikel 19

Hoofdstuk 5. Rechtsbescherming

Artikel 20

Hoofdstuk 6. Overige bepalingen

Artikel 21

Artikel 22

Artikel 23

Artikel 24

Artikel 25

Hoofdstuk 7. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 26

Artikel 27

Artikel 28

Artikel 29