Home

Mandaatbesluit LNV Bureau Heffingen

Geldig van 29 juli 2004 tot 8 augustus 2004
Geldig van 29 juli 2004 tot 8 augustus 2004

Mandaatbesluit LNV Bureau Heffingen

Opschrift

[Regeling treedt in werking op 08-08-2004 met twk t/m 01-01-2004 ]
[Regeling ingetrokken per 01-01-2005]

Aanhef

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Besluit:

Artikel 1 [Nog niet in werking]

De directeur en de plaatsvervangend directeur van het Bureau Heffingen zijn gemachtigd om namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende:

  1. het dwangbevel, bedoeld in artikel 49, eerste lid, van de Landbouwwet en de aanmaning, bedoeld in artikel 49, tweede lid, van de Landbouwwet, voor zover betrekking hebbend op het besluit, bedoeld in artikel 2 van de Regeling tarieven oormerken I&R runderen 2002, het besluit, bedoeld in artikel 13 van de Regeling tarieven I&R 2002 of het besluit, bedoeld in artikel 14 van de Regeling tarieven I&R;

  2. het dwangbevel, bedoeld in de artikelen 5:26 en 5:33 van de Algemene wet bestuursrecht, voor zover betrekking hebbend op het besluit tot toepassing van bestuursdwang als bedoeld in artikel 71a van de Meststoffenwet of artikel 28 van de Wet herstructurering varkenshouderij, dan wel betrekking hebbend op een in verband met artikel 71a van de Meststoffenwet of artikel 28 van de Wet herstructurering varkenshouderij opgelegde verbeurde dwangsom;

  3. het sluiten van overeenkomsten voor uitgaven van materiële aard;

  4. de afdoening van klachten betreffende gedragingen van ambtenaren van het Bureau Heffingen, voor zover de klacht niet van politieke betekenis is, terwijl ook overigens uit de aard en inhoud van de desbetreffende klachten niet voortvloeit dat de beantwoording door de Minister persoonlijk of namens deze door de Secretaris-Generaal dient te worden ondertekend;

  5. de beantwoording van aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit gerichte brieven die betrekking hebben op het werkterrein van het Bureau Heffingen, indien het antwoord zich beperkt tot een beschrijving van vigerend beleid en indien het niet betreft een brief die vanwege zijn politieke betekenis of overigens, gelet op zijn aard en inhoud, door de Minister persoonlijk of namens hem door de Secretaris-Generaal of een Directeur-Generaal dient te worden afgedaan.

Artikel 2 [Nog niet in werking]

De divisiemanagers van het Bureau Heffingen zijn gemachtigd om namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende:

  1. de bevoegdheid, bedoeld in artikel 15, eerste lid, van het Besluit administratieve verplichtingen Meststoffenwet;

  2. de registratie van een persoonlijke gebruikerscode, bedoeld in artikel 16h van de Regeling administratieve verplichtingen Meststoffenwet;

  3. de weigering van elektronisch verschafte gegevens, bedoeld in artikel 16i, eerste lid, van de Regeling administratieve verplichtingen Meststoffenwet;

  4. de bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 2, tweede en derde lid, en 7, eerste lid, van de Regeling erkenning monsternemers Meststoffenwet;

  5. de bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 2 en 8, derde lid, van de Kaderregeling ontheffingen experiment ‘Het Zuivere Ei’;

  6. de bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 2 en 14, tweede lid, van de Kaderregeling ontheffingen experiment ‘Golden Harvest’;

  7. de mededeling van hetgeen in de administratie van het Bureau Heffingen staat geregistreerd ten aanzien van de op een bedrijf rustende mestproductie-, varkens- en pluimveerechten, alsmede van de mestplaatsingsruimte en de mestaanvoerruimte;

  8. de bepaling van de rechten, bedoeld in artikel 4 van de Wet herstructurering varkenshouderij en artikel 58g van de Meststoffenwet;

  9. beschikkingen op grond van het Besluit erkenning tussenpersonen, mestverwerkers en exporteurs Meststoffenwet;

  10. de beantwoording van brieven waarin de Staat der Nederlanden aansprakelijk wordt gesteld voor schade die verband houdt met de invoering van de Wet herstructurering varkenshouderij of het stelsel van mestafzetovereenkomsten, indien het antwoord zich beperkt tot een gestandaardiseerde afwijzing van aansprakelijkheid;

  11. het besluit tot toepassing van bestuursdwang van artikel 71a van de Meststoffenwet en artikel 28 van de Wet herstructurering varkenshouderij, alsmede de aanwijzing van ambtenaren van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit die de beslissing tot bestuursdwang uitvoeren;

  12. het besluit om in plaats van de bestuursdwang van artikel 71a van de Meststoffenwet en artikel 28 van de Wet herstructurering varkenshouderij toe te passen een last onder dwangsom als bedoeld in artikel 5:32 van de Algemene wet bestuursrecht op te leggen;

  13. het besluit, bedoeld in artikel 27, eerste lid, van de Wet herstructurering varkenshouderij;

  14. het besluit, bedoeld in artikel 2 van de Regeling tarieven oormerken I&R runderen 2002 alsmede het versturen van herinneringen ten aanzien van dit besluit;

  15. het besluit, bedoeld in artikel 13 van de Regeling tarieven I&R 2002 alsmede het versturen van herinneringen ten aanzien van dit besluit;

  16. het besluit, bedoeld in artikel 14 van de Regeling tarieven I&R alsmede het versturen van herinneringen ten aanzien van dit besluit.

Artikel 3 [Nog niet in werking]

De directeur en de plaatsvervangend directeur van het Bureau Heffingen zijn gemachtigd om namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende:

  1. het niet-ontvankelijk verklaren van een op het werkterrein van het Bureau Heffingen betrekking hebbend bezwaarschrift waarin geen sprake is van een besluit dat vatbaar is voor bezwaar of beroep;

  2. het niet-ontvankelijk, dan wel gegrond of ongegrond verklaren van een bezwaarschrift dat gericht is tegen een besluit als bedoeld in artikel 2, indien het niet betreft een bezwaarschrift dat vanwege zijn politieke betekenis of overigens, gelet op zijn aard en inhoud, door de Minister persoonlijk of namens hem door de Secretaris-Generaal of een Directeur-Generaal dient te worden afgedaan;

  3. de verdaging van een beslissing op een bezwaarschrift als bedoeld in onderdeel a of b;

  4. verzoeken tot heroverweging van op bezwaarschriften genomen beslissingen;

  5. verweerschriften en andere stukken in gedingen aanhangig bij de bestuursrechter, voortvloeiende uit besluiten, genomen krachtens onderdeel a of b;

  6. het instellen van hoger beroep of verzet, het indienen van een verzoek om voorlopige voorziening of een verzoek om opheffing of schorsing van een voorlopige voorziening of het instellen van een ander rechtsmiddel tegen rechterlijke uitspraken in gedingen, voortvloeiend uit besluiten genomen krachtens onderdeel a of b.

Artikel 4 [Nog niet in werking]

Artikel 5 [Nog niet in werking]

Artikel 6 [Nog niet in werking]

Artikel 7 [Nog niet in werking]

Artikel 8

Artikel 9