De korpschef is bevoegd tot het in naam van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties uitoefenen van het beheer van het Korps landelijke politiediensten, bedoeld in artikel 38, derde lid, van de Politiewet 1993, alsmede van de taken en bevoegdheden ten aanzien van de verwerkingen van persoonsgegevens alsmede de politieregisters bij het Korps landelijke politiediensten, met uitzondering van hetgeen is opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage.
Mandaatregeling Korps landelijke politiediensten 2003
Mandaatregeling Korps landelijke politiediensten 2003
Opschrift
Aanhef
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
Gelet op artikel 38, derde lid, van de Politiewet 1993 alsmede artikel 1, derde lid, van het Besluit gemandateerd beheerder KLPD;
Besluit:
Artikel 1
In deze regeling wordt verstaan onder:
korpschef: de korpschef van het Korps landelijke politiediensten;
directeur: de directeur Politie (tevens plaatsvervangende korpschef), de directeur Recherche en de directeur Bedrijfsvoering;
diensthoofd: het hoofd van de dienst Recherche Onderzoeken, dienst Specialistische Recherche Toepassingen, dienst Internationale Netwerken, dienst Nationale Recherche Informatie, dienst Verkeerspolitie, dienst Waterpolitie, dienst Spoorwegpolitie, dienst Luchtvaartpolitie, dienst Operationele Ondersteuning en Coördinatie, dienst Levende Have Politie, dienst Koninklijke en Diplomatieke Beveiliging, de dienst Logistiek en de dienst Nationale Recherche;
concerndiensthoofd: het hoofd van de concerndienst Personeel & Organisatie, de concerndienst Financiële Economische Zaken, de concerndienst Informatisering en de concerndienst Facilitair Bedrijf;
hoofd stafafdeling: het hoofd van het bureau Korpsleiding, het bureau Concern Control, het bureau Communicatie en het bureau Veiligheid en Integriteit.
Artikel 2
Artikel 3
Met uitzondering van civiele procedures, anders dan de verzoekschriftprocedures die voortvloeien uit de Wet politieregisters, is de korpschef bevoegd de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in rechte te vertegenwoordigen ten aanzien van besluiten die betrekking hebben op het Korps landelijke politiediensten.