Home

Regeling aanvullende vergoeding vernieuwingen AOC’s en categoriaal vbo-groen

Geldig van 5 december 1999 tot 24 januari 2004
Geldig van 5 december 1999 tot 24 januari 2004

Regeling aanvullende vergoeding vernieuwingen AOC’s en categoriaal vbo-groen

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 05-12-1999 tot 24-01-2004]
[Regeling ingetrokken per 24-01-2004]

Aanhef

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

Gelet op de artikelen 85a, eerste lid, en 89, eerste lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs en artikel 12.3. 48, derde lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs,

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  1. leerwegondersteunend onderwijs: onderwijs als bedoeld in artikel 10e van de Wet op het voortgezet onderwijs;

  2. school: uit ’s Rijks kas bekostigde school, waar voorbereidend beroepsonderwijs wordt gegeven, als bedoeld in artikel 10a van de Wet op het voortgezet onderwijs, met uitsluitend een afdeling landbouw en natuurlijke omgeving, alsmede een Agrarische Opleidingscentrum als bedoeld in artikel 1.3.3. van de Wet educatie en beroepsonderwijs, voor zover het betreft het voorbereidend beroepsonderwijs in de afdeling landbouw en natuurlijke omgeving, bedoeld in artikel 10c, onderdeel d, van de Wet op het voortgezet onderwijs.

Artikel 2

1.

Het bevoegd gezag van een school heeft ten behoeve van het voorbereidend beroepsonderwijs aanspraak op een aanvullende vergoeding van f 98,- per leerling in het schooljaar 1999-2000 en van f 131,- per leerling in het schooljaar 2000-2001. De vergoeding wordt aangewend ten behoeve van de onderwijskundige vernieuwingen in het kader van het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs en het leerwegondersteunend onderwijs.

2.

Bij de vaststelling van de vergoeding, bedoeld in het eerste lid, worden de leerlingen in aanmerking genomen, die op 1 oktober 1998 op de school zijn ingeschreven, met dien verstande dat:

  1. voor zover het voorbereidend beroepsonderwijs betreft, slechts meetellen de leerlingen in de leerjaren 3 en 4;

  2. voor zover het leerwegondersteunend onderwijs betreft, alle leerlingen meetellen.

Artikel 3

De minister zendt het bevoegd gezag van de school in december 1999 een beschikking omtrent de vaststelling van de vergoeding bedoeld in artikel 2. Voor de vaststelling van de vergoeding behoeft het bevoegd gezag van de school geen aanvraag in te dienen.

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6