de actuele windrichting en snelheid op de grond, inclusief belangrijke wisselingen,
Regeling luchtverkeersdienstverlening
Regeling luchtverkeersdienstverlening
Opschrift
Aanhef
De Minister van Verkeer en Waterstaat en de Staatssecretaris van Defensie;
Gelet op de artikelen 3, 7, 8, 9, 10, 42, tweede lid, onder b, 43, tweede lid, 44, derde en achtste lid, en 50, tweede lid, van het Luchtverkeersreglement;
Besluit:
Artikel 1. Begripsbepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
above mean sea level (AMSL): boven gemiddeld zeeniveau;
aerodrome control tower (TWR):
verlener van luchtverkeersdiensten belast met het verlenen van luchtverkeersleidingsdiensten aan luchthavenverkeer;
aerodrome flight information service (AFIS):
onderdeel van het verlenen van luchtverkeersdiensten dat voorziet in vluchtinformatieverstrekking en alarmering voor het luchthavenverkeer van de luchthaven waar de diensten worden verleend;
AFIS-unit:
vluchtinformatiedienst, belast met het geven van AFIS;
AFIS-unit Budel:
het onderdeel van de LVNL dat op grond van artikel 10 belast is met het geven van AFIS op de luchthaven Budel;
aerodrome flight information zone (AFIZ):
luchtruimte met vastgestelde begrenzingen waarbinnen AFIS wordt verstrekt;
aerodrome traffic zone (ATZ): luchtverkeersgebied aangewezen rondom een luchthaven dat is vastgesteld om het luchthavenverkeer te beschermen;
Air Operations Control Station Nieuw Milligen (AOCS Nieuw Milligen):
dienstonderdeel van het Ministerie van Defensie, belast met het verlenen van luchtverkeersleidingsdiensten;
airway (AWY):
algemeen luchtverkeersleidingsgebied of een deel daarvan, vastgesteld in de vorm van een corridor, uitgerust met radionavigatiehulpmiddelen;
AIS-unit:
vluchtvoorlichtingsdienst die is belast met het geven van luchtvaartinlichtingen vóór de vlucht en het in ontvangst nemen daarvan na de vlucht;
approach control office (APP):
verlener van luchtverkeersdiensten, belast met het verlenen van luchtverkeersleidingsdiensten aan luchtverkeer dat een gecontroleerde luchthaven nadert, dan wel daarvan vertrekt;
Area Control Centre Amsterdam (ACC Amsterdam):
verlener van luchtverkeersdiensten belast met het verlenen van luchtverkeersleidingsdiensten, vluchtinlichtingendiensten, alarmeringsdiensten en adviesdiensten voor het luchtverkeer;
control area (CTA):
algemeen luchtverkeersleidingsgebied;
control zone (CTR):
plaatselijk luchtverkeersleidingsgebied;
Essential traffic:
gecontroleerd luchtverkeer dat door een verlener van luchtverkeersdiensten gesepareerd wordt, waarbij minder dan de voorgeschreven separatie wordt toegepast;
Flight Information Centre (FIC Amsterdam): luchtverkeersdienst belast met de uitoefening van vluchtinformatieverstrekking en alarmering;
General Air Traffic (GAT):
vluchten die worden uitgevoerd overeenkomstig de ICAO-regelgeving en -procedures;
Global Navigation Satellite System (GNSS):
wereldwijd positie- en tijdbepalingsysteem bestaande uit een of meer satellietconstellaties, vliegtuigontvangers en controlemiddelen op systeemintegriteit, waar nodig uitgebreid om de vereiste navigatieperformance te ondersteunen voor de voorgenomen operatie;
grondkoers:
projectie op het aardoppervlak van de vliegbaan van een luchtvaartuig waarvan de richting op enig punt wordt uitgedrukt in graden ten opzichte van het ware (T), het magnetische (M) of het kaartnetnoorden (G);
helicopter main route (HMR):
luchtverkeersroute, waar civiele helikopters opereren op een geregelde en herhaalde basis;
helicopter protection zone (HPZ): luchtverkeersgebied, ingesteld rond twee of meer boor- of productieplatforms ter bescherming van helikopters die manoeuvres uitvoeren, verbonden aan de nadering of het vertrek en voor helikopters die tussen zodanige platforms vluchten uitvoeren
helicopter traffic zone (HTZ): luchtverkeersgebied ingesteld rond een boor- of productieplatform ter bescherming van helikopters die manoeuvres uitvoeren, verbonden aan de nadering of het vertrek;
hoogte:
verticale afstand tussen een vlak, een punt of als een punt te beschouwen voorwerp en een referentievlak, referentiepunt of als referentiepunt te beschouwen voorwerp;
luchtverkeersmeldingspost:
verlener van luchtverkeersdiensten, belast met het ontvangen van vliegplannen vóór de vlucht en rapporten betreffende de verlening van luchtverkeerdiensten;
militaire vlucht:
vlucht uitgevoerd onder militair gezag;
minister: Minister van Infrastructuur en Waterstaat, respectievelijk Minister van Defensie;
North Sea Area Amsterdam (NSA Amsterdam): luchtverkeersgebied als opgenomen in de luchtvaartgids, hoofdstuk ENR 6;
Operational Air Traffic (OAT): vluchten die niet worden uitgevoerd overeenkomstig de ICAO-regelgeving en -procedures en waarvoor specifieke regels en procedures zijn opgesteld door de Minister van Defensie of de Minister van Infrastructuur en Waterstaat.
Radio Mandatory Zone (RMZ): luchtverkeersgebied waarbinnen het meenemen en gebruiken van radioapparatuur verplicht is;
RVSM-luchtruim:
het luchtruim vanaf FL290 tot en met FL410 waarin een reductie van de verticale separatie van 2000 naar 1000 voet tussen vliegtuigen wordt toegepast (reduced vertical separation minimum);
Security flight:
vlucht uitgevoerd door een staatsluchtvaartuig in het kader van nationale veiligheid;
Shaded Area: gebied binnen de Amsterdam UTA, opgenomen in bijlage 1;
Temporary Segregated Area (TSA):
luchtruimte met vastgestelde begrenzingen, waarvoor reserveren van luchtruim vereist is, voor het exclusief gebruik door specifieke gebruikers gedurende een vastgestelde tijdsperiode;
terminal control area (TMA):
naderingsluchtverkeersleidingsgebied;
Transponder Free Zone (TFZ):
luchtruimdeel van vastgestelde afmetingen waarin het meenemen van een werkende SSR-transponder niet verplicht is gesteld;
Transponder Mandatory Zone (TMZ):
luchtruimdeel van vastgestelde afmetingen als bedoeld in artikel 2, punt 136 van verordening (EU) nr. 923/2012;
Upper Area Control Centre Maastricht (UAC Maastricht):
verlener van luchtverkeersdiensten voor de hogere luchtruimte, belast met het verlenen van luchtverkeersleidingsdiensten, vluchtinlichtingendiensten, alarmeringsdiensten en adviesdiensten voor het luchtverkeer;
upper control area (UTA):
algemeen luchtverkeersleidingsgebied in de hogere luchtruimte;
voet (ft):
gelijke lengte aan 0,3048 m.
Artikel 1a. Grondslagen
Deze regeling berust op de artikelen 4, 5, eerste, tweede en derde lid, 6, 7, eerste lid, 8 en 17 van het Besluit luchtverkeer 2014.
Artikel 1b. AFIS-vluchtinformatie
De instantie, belast met het geven van AFIS, verstrekt in ieder geval de volgende vluchtinformatie:
meteorologische inlichtingen voor startende en landende vliegtuigen, inclusief de ongecodeerde waarschuwing voor weersomstandigheden die van invloed kunnen zijn op een veilige vluchtuitvoering, over:
- 1º.
- 2º.
de hoogtemeterinstelling ten opzichte van het gemiddeld zeeniveau en, standaard wanneer dat ter plaatse gebruikelijk is of anders op verzoek, de hoogtemeterinstelling ten opzichte van het terrein,
- 3º.
de luchttemperatuur op de in gebruik zijnde baan, bij een start van een vliegtuig met turbinemotor(en),
- 4º.
het actuele zicht, representatief voor de startrichting en eerste klim, of in de naderings- en landingsfase, wanneer dit minder is dan 10 km of, indien beschikbaar, de zichtbare baanlengte op de te gebruiken baan,
- 5º.
een aanduiding van belangrijke meteorologische omstandigheden in het start- en uitklimgebied, of in het naderings- en landingsgebied,
- 6º.
het huidige weer en de hoeveelheid en hoogte van de basis van lage wolken, wanneer een vliegtuig een nadering uitvoert onder instrumentweersomstandigheden;
- 1º.
inlichtingen die de vlieger in staat stellen de best bruikbare start- of landingsbaan te kiezen, inclusief de aanbevolen baan en het luchtverkeerscircuit en, op verzoek van de vlieger, de lengte van de baan en de afstand tussen een snij- of kruispunt en het eind van de baan;
inlichtingen over bekend luchtverkeer, voertuigen of personeel op of bij dat deel van de luchthaven dat is bedoeld om van op te stijgen, om op te landen en met luchtvaartuigen op te taxiën, met uitzondering van de platforms, of over luchtvaartuigen in de omgeving van de luchthaven die een risico voor het betrokken luchtvaartuig zouden kunnen vormen;
inlichtingen over de omstandigheden op de luchthaven die essentieel zijn voor een veilige vluchtuitvoering, waaronder in ieder geval informatie over:
- 1º.
bouw- en onderhoudswerkzaamheden op en in de directe omgeving van het deel van het terrein dat wordt gebruikt voor het opstijgen, landen en taxiën, met uitzondering van de platformen;
- 2º.
hobbelige of oneffen delen van een baan of taxibaan, al dan niet gemarkeerd,
- 3º.
sneeuw, half gesmolten sneeuw of ijs op een baan of taxibaan,
- 4º.
water op een baan,
- 5º.
sneeuwbanken of jachtsneeuw op een baan of taxibaan,
- 6º.
andere tijdelijke gevaren, inclusief geparkeerde luchtvaartuigen en vogels op de grond of in de lucht,
- 7º.
het niet of niet volgens de regels werken van de verlichting van de luchthaven;
- 1º.
inlichtingen over de status of veranderingen in de gebruiksmogelijkheden van de elektronische navigatiehulpmiddelen en visuele hulpmiddelen die essentieel zijn voor het luchthavenverkeer;
inlichtingen over peilingen en peillijnen, wanneer daarvoor apparatuur beschikbaar is en is voorgeschreven en toegelaten op basis van de daarvoor geldende eisen uit bijlage 10 bij het op 7 december 1944 te Chicago tot stand gekomen Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart (Trb. 1954, 18);
berichten, inclusief klaringen, ontvangen van andere luchtverkeersdiensten en bestemd voor het betreffende luchtvaartuig;
andere inlichtingen die bijdragen aan vliegveiligheid.