Home

Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden

Geldig van 1 januari 2021 tot 1 oktober 2023
Geldig van 1 januari 2021 tot 1 oktober 2023

Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-01-2021 tot 01-10-2023]

Aanhef

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is regels vast te stellen omtrent de beginselen waarop de verpleging in inrichtingen voor verpleging van ter beschikking gestelden en de rechtspositie van verpleegden, in het bijzonder van de ter beschikking gestelden die in justitiële inrichtingen als bedoeld in artikel 90quinquies, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, worden verpleegd, berusten en in verband daarmee enige bepalingen van het Wetboek van Strafrecht en de Beginselenwet gevangeniswezen te wijzigen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

HOOFDSTUK I. BEGRIPSBEPALINGEN

Artikel 1

In deze wet en de daarop rustende bepalingen wordt verstaan onder:

  1. a.

    Onze Minister: Onze Minister voor Rechtsbescherming;

  2. b.

    instelling voor verpleging van ter beschikking gestelden: een instelling bedoeld in artikel 1.1, onderdeel f, van de Wet forensische zorg;

  3. c.

    [vervallen;]

  4. d.

    [vervallen;]

  5. e.

    [vervallen;]

  6. f.

    hoofd van de instelling: het hoofd van de instelling, waarin de verpleegde is opgenomen, alsmede diens vervanger als bedoeld in artikel 3.1, vijfde lid, Wet forensische zorg;

  7. g.

    hoofd van de instelling voor verpleging van ter beschikking gestelden: het hoofd van de instelling als bedoeld onder f, of, ingeval een ter beschikking gestelde in een private instelling is opgenomen, het hoofd van de private instelling met een bijzondere aanwijzing als bedoeld in artikel 3.3, eerste lid, van de Wet forensische zorg alsmede de voor de behandeling van de ter beschikking gestelde verantwoordelijke persoon;

  8. h.

    private instelling: een instelling als bedoeld in artikel 3.2, eerste lid, van de Wet forensische zorg;

  9. i.

    ter beschikking gestelde: een ter beschikking gestelde ten aanzien van wie een bevel tot verpleging van overheidswege als bedoeld in artikel 37b van het Wetboek van Strafrecht of artikel 6:6:10, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering is gegeven;

  10. j.

    verpleegde: een persoon die in een instelling is opgenomen;

  11. k.

    personeelslid of medewerker: een persoon, die een taak uitvoert in het kader van de tenuitvoerlegging van een vrijheidsbenemende straf of maatregel in een instelling voor verpleging van ter beschikking gestelden;

  12. l.

    reclasseringswerker: een reclasseringswerker als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de Reclasseringsregeling 1995;

  13. m.

    rechtsbijstandverlener: de advocaat of de medewerker van de stichting, bedoeld in artikel 22, eerste lid, van de Wet op de rechtsbijstand;

  14. n.

    Raad: de Raad voor strafrechtstoepassing en jeugdbescherming;

  15. o.

    beroepscommissie: een commissie als bedoeld in artikel 67, tweede lid;

  16. p.

    commissie van toezicht: een commissie als bedoeld in artikel 10;

  17. q.

    uitspraak: een door een beklag- of beroepscommissie naar aanleiding van een door een ter beschikking gestelde of anderszins verpleegde ingediend klaag- of beroepschrift genomen beslissing;

  18. r.

    beklagcommissie: een commissie als bedoeld in artikel 59, eerste lid;

  19. s.

    bestuur: het bestuur van de rechtspersoon die een private instelling beheert;

  20. t.

    gevaar:

    1. gevaar voor de verpleegde, die het veroorzaakt, hetgeen onder meer bestaat uit:

      1. het gevaar dat de verpleegde zich van het leven zal beroven of zichzelf ernstig lichamelijk letsel zal toebrengen;

      2. het gevaar dat de verpleegde maatschappelijk te gronde gaat;

      3. het gevaar dat de verpleegde zichzelf in ernstige mate zal verwaarlozen;

      4. het gevaar dat de verpleegde met hinderlijk gedrag agressie van anderen zal oproepen.

    2. gevaar voor een of meer anderen, hetgeen onder meer bestaat uit:

      1. het gevaar dat verpleegde een ander van het leven zal beroven of hem ernstig lichamelijk letsel zal toebrengen;

      2. het gevaar voor de psychische gezondheid van een ander;

      3. het gevaar dat de verpleegde een ander, die aan zijn zorg is toevertrouwd, zal verwaarlozen.

    3. gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen;

  21. u.

    verpleging: het samenstel van handelingen, gericht op:

    1. 1°.

      de bescherming van de maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de verpleegde voor de veiligheid van anderen dan de verpleegde of de algemene veiligheid van personen of goederen, en

    2. 2°.

      de verzorging van de verpleegde tijdens de tenuitvoerlegging van de vrijheidsbenemende straf of maatregel, waaronder begrepen het doen van een aanbod aan de verpleegde tot en het bevorderen en vergemakkelijken van zijn behandeling;

  22. v.

    behandeling: het samenstel van handelingen, gericht op een dusdanige vermindering van de uit de psychische stoornis, psychogeriatrische aandoening of verstandelijke handicap voortvloeiende gevaarlijkheid van de verpleegde voor de veiligheid van anderen dan de verpleegde of de algemene veiligheid van personen of goederen dat het doen terugkeren van de verpleegde in de maatschappij verantwoord is;

  23. w.

    verplegings- en behandelingsplan: een plan als bedoeld in artikel 16, eerste lid, zoals dat ten aanzien van een verpleegde wordt toegepast;

  24. x.

    verpleegdedossier: een dossier als bedoeld in artikel 19, eerste lid;

  25. y.

    evaluatieverslag: een verslag als bedoeld in artikel 18, tweede lid;

  26. z.

    persoonlijke verblijfsruimte: de verblijfsruimte als bedoeld in artikel 16, eerste lid;

  27. aa.

    afzondering: het insluiten van een verpleegde in een gangbare woon- of verblijfsruimte, de persoonlijke verblijfsruimte daaronder begrepen, in afwijking van de in de instelling geldende regels;

  28. bb.

    separatie: het insluiten van een verpleegde in een speciale voor separatie bestemde verblijfsruimte;

  29. cc.

    huisregels: regels als bedoeld in artikel 7, eerste lid.

HOOFDSTUK II. DOELSTELLING, BESTEMMING EN BEHEER, TOEZICHT

Paragraaf 1. Doelstelling

Artikel 2

Paragraaf 2. [Vervallen per 01-01-2019]

Artikel 3 [Vervallen per 01-01-2019]

Artikel 4 [Vervallen per 01-01-2019]

Artikel 5 [Vervallen per 01-01-2019]

Artikel 6 [Vervallen per 01-01-2019]

Artikel 7 [Vervallen per 01-01-2019]

Artikel 7a [Vervallen per 01-01-2019]

Artikel 7b [Vervallen per 01-01-2019]

Paragraaf 3. Toezicht

Artikel 8 [Vervallen per 01-01-2019]

Artikel 9

Artikel 10

HOOFDSTUK III. Vervoer

Artikel 11

Artikel 12

Artikel 13 [Vervallen per 01-01-2019]

Artikel 14 [Vervallen per 01-01-2019]

Artikel 15 [Vervallen per 01-01-2019]

HOOFDSTUK IV. VERPLEGING, BEHANDELING EN EVALUATIE

Artikel 16

Artikel 16a

Artikel 16b

Artikel 16c

Artikel 17

Artikel 18

Artikel 19

Artikel 20

HOOFDSTUK V. CONTROLE EN GEWELDGEBRUIK

Artikel 21

Artikel 22

Artikel 23

Artikel 24

Artikel 25

Artikel 26

Artikel 27

Artikel 28

Artikel 29

Artikel 30

HOOFDSTUK VI. BEWEGINGSVRIJHEID BINNEN DE INRICHTING

Artikel 31

Artikel 32

Artikel 33

Artikel 34

Artikel 34a

HOOFDSTUK VII. CONTACT MET DE BUITENWERELD

Artikel 35

Artikel 36

Artikel 37

Artikel 38

Artikel 39

HOOFDSTUK VIII. VERZORGING, ACTIVITEITEN, WERKZAAMHEDEN EN ARBEID

Paragraaf 1. Verzorging en activiteiten

Artikel 40

Artikel 41

Artikel 42

Artikel 43

Artikel 44

Artikel 45

Paragraaf 2. Werkzaamheden en arbeid

Artikel 46

HOOFDSTUK IX. ONDERBRENGING VAN EEN KIND IN DE INRICHTING

Artikel 47

HOOFDSTUK X. DISCIPLINAIRE STRAFFEN

Artikel 48

Artikel 49

HOOFDSTUK XI. VERLOF EN PROEFVERLOF

Artikel 50

Artikel 51

HOOFDSTUK XII. INFORMATIE EN HOORPLICHT

Artikel 52

Artikel 53

Artikel 54

HOOFDSTUK XIII. BEMIDDELING

Artikel 55

HOOFDSTUK XIV. BEKLAG

Artikel 56

Artikel 57

Artikel 58

Artikel 59

Artikel 60

Artikel 61

Artikel 62

Artikel 63

Artikel 64

Artikel 65

Artikel 66

HOOFDSTUK XIVa. Beklag inzake vervoer

Artikel 66a

Artikel 66b

HOOFDSTUK XV. BEROEP TEGEN DE UITSPRAAK VAN DE BEKLAGCOMMISSIE

Artikel 67

Artikel 68

HOOFDSTUK XVa. Beroep inzake vervoer

Artikel 68a

HOOFDSTUK XVI. BEROEP TEGEN BESLISSINGEN WAARTEGEN GEEN BEKLAG OPENSTAAT

Artikel 69

HOOFDSTUK XVII. MEDEZEGGENSCHAP EN VERTEGENWOORDIGING

Artikel 70

Artikel 71

HOOFDSTUK XVIII. BIJZONDERE BEPALING TEN AANZIEN VAN MET HUN INSTEMMING OPGENOMEN VERPLEEGDEN

Artikel 72

HOOFDSTUK XVIIIA. [Vervallen per 01-01-2019]

Artikel 73 [Vervallen per 01-01-2019]

Artikel 74 [Vervallen per 01-01-2019]

Artikel 75 [Vervallen per 01-01-2019]

Artikel 76 [Vervallen per 01-01-2019]

Artikel 77 [Vervallen per 01-01-2019]

HOOFDSTUK XIX. OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 78

Artikel 79

Artikel 80

Artikel 81

Artikel 82

Artikel 83 [Vervallen per 17-02-1999]

Artikel 84

Artikel 85

Artikel 86

Artikel 87