Home

Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren

Geldig van 1 juli 2021 tot 1 juli 2023
Geldig van 1 juli 2021 tot 1 juli 2023

Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-07-2021 tot 01-07-2023]

Aanhef

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het, mede ter uitvoering van artikel 117, vierde lid, van de Grondwet, wenselijk is de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren uit te breiden met onder meer de onderwerpen omvang van de taak, arbeidstijd, vakantie en verlof, en dat het in verband daarmee gewenst is deze wet opnieuw vast te stellen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk 1. Algemeen

Artikel 1

1.

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  1. Onze Minister: Onze Minister van Veiligheid en Justitie;

  2. rechterlijke ambtenaren: de rechterlijke ambtenaren, bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Wet op de rechterlijke organisatie;

  3. salaris: het bedrag waarop de rechterlijk ambtenaar in verband met het vervullen van een ambt, met inachtneming van het bij of krachtens de artikelen 7, 9, eerste en derde lid, en 13 tot en met 16 van deze wet bepaalde, aanspraak heeft;

  4. bezoldiging: het salaris van de rechterlijk ambtenaar, vermeerderd met een periodieke schadeloosstelling of geldelijke tegemoetkoming als bedoeld in artikel 46 van deze wet, en met de toelagen, die in de op deze wet berustende regelgeving zijn aangewezen als tot de bezoldiging behorende toelagen, waarop hij aanspraak heeft;

  5. ambt: de door de rechterlijk ambtenaar te vervullen functie;

  6. burgerlijke rijksambtenaren: degenen die door het Rijk zijn aangesteld om in burgerlijke openbare dienst werkzaam te zijn.

2.

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder functionele autoriteit:

  1. ten aanzien van de rechterlijke ambtenaren die werkzaam zijn bij een rechtbank: het bestuur van die rechtbank;

  2. ten aanzien van de rechterlijke ambtenaren die werkzaam zijn bij een gerechtshof: het bestuur van dat gerechtshof;

  3. ten aanzien van de vice-presidenten van, de raadsheren in, de raadsheren in buitengewone dienst bij, de griffier en substituut-griffier van, en de gerechtsauditeurs bij de Hoge Raad: de president van de Hoge Raad;

  4. ten aanzien van de plaatsvervangend procureur-generaal, de advocaten-generaal, de advocaten-generaal in buitengewone dienst en de plaatsvervangende advocaten-generaal bij de Hoge Raad: de procureur-generaal bij de Hoge Raad;

  5. ten aanzien van de rechterlijke ambtenaren die werkzaam zijn bij een arrondissementsparket: het hoofd van dat arrondissementsparket;

  6. ten aanzien van de rechterlijke ambtenaren die werkzaam zijn bij het landelijk parket: het hoofd van het landelijk parket;

  7. ten aanzien van de rechterlijke ambtenaren die werkzaam zijn bij het functioneel parket: het hoofd van het functioneel parket;

  8. ten aanzien van de rechterlijke ambtenaren die werkzaam zijn bij het parket centrale verwerking openbaar ministerie: het hoofd van het parket centrale verwerking openbaar ministerie;

  9. ten aanzien van de rechterlijke ambtenaren die werkzaam zijn bij het ressortsparket: het hoofd van het ressortsparket;

  10. ten aanzien van de hoofden van de in de onderdelen e tot en met i bedoelde parketten en de rechterlijke ambtenaren die werkzaam zijn bij het parket-generaal: het College van procureurs-generaal;

  11. ten aanzien van de leden van het College van procureurs-generaal: Onze Minister.

Artikel 1a

Het in deze wet bepaalde ten aanzien van de leden van het College van procureurs-generaal is niet van toepassing op de procureur-generaal, bedoeld in artikel 130, vierde lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie.

Artikel 1aa

Hoofdstuk 1A. [Vervallen per 01-07-2010]

§ 1A.1. [Vervallen per 01-01-2017]

Artikel 1b [Vervallen per 01-07-2010]

Artikel 1c [Vervallen per 01-07-2010]

Artikel 1d [Vervallen per 01-07-2010]

Artikel 1e [Vervallen per 01-07-2010]

Artikel 1f [Vervallen per 01-07-2010]

§ 1A.2. [Vervallen per 01-07-2010]

Artikel 1g [Vervallen per 01-07-2010]

§ 1A.3. [Vervallen per 01-07-2010]

Artikel 1h [Vervallen per 01-07-2010]

Hoofdstuk 2. Benoeming, plaatsing en beëdiging

Artikel 2

Artikel 3 [Vervallen per 01-01-2011]

Artikel 4

Artikel 4a

Artikel 5

Artikel 5a

Artikel 5b

Artikel 5c

Artikel 5d

Artikel 5e

Artikel 5f

Artikel 5g

Hoofdstuk 3. Salaris en andere financiële arbeidsvoorwaarden

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8 [Vervallen per 01-07-2010]

Artikel 9

Artikel 10 [Vervallen per 01-07-2010]

Artikel 11 [Vervallen per 01-01-2002]

Artikel 12 [Vervallen per 01-07-2010]

Artikel 13

Artikel 14

Artikel 15

Artikel 16

Artikel 17

Artikel 18

Artikel 18a

Artikel 19

Artikel 19a

Artikel 19b

Hoofdstuk 3A. Beslag, terugvordering, verrekening en korting

Artikel 19c

Artikel 19d

Artikel 19e

Artikel 19f

Artikel 19g

Artikel 19h

Artikel 19i

Artikel 19j

Artikel 19k

Hoofdstuk 4. [Vervallen per 01-07-2010]

Artikel 20 [Vervallen per 01-07-2010]

Artikel 21 [Vervallen per 01-07-2010]

Artikel 22 [Vervallen per 01-07-2010]

Hoofdstuk 5. [Vervallen per 01-07-2010]

Paragraaf 5.1. [Vervallen per 01-07-2010]

Artikel 23 [Vervallen per 01-07-2010]

Artikel 24 [Vervallen per 01-07-2010]

Artikel 25 [Vervallen per 01-07-2010]

Artikel 26 [Vervallen per 01-07-2010]

Artikel 27 [Vervallen per 01-07-2010]

Artikel 27a [Vervallen per 01-07-2010]

Artikel 28 [Vervallen per 01-07-2010]

Artikel 29 [Vervallen per 01-07-2010]

Artikel 30 [Vervallen per 01-07-2010]

Artikel 31 [Vervallen per 01-07-2010]

Artikel 32 [Vervallen per 01-07-2010]

Paragraaf 5.2. [Vervallen per 01-07-2010]

Artikel 33 [Vervallen per 01-07-2010]

Artikel 34 [Vervallen per 01-07-2010]

Artikel 35 [Vervallen per 01-07-2010]

Artikel 36 [Vervallen per 01-07-2010]

Artikel 37 [Vervallen per 01-07-2010]

Artikel 38 [Vervallen per 01-07-2010]

Artikel 39 [Vervallen per 01-07-2010]

Hoofdstuk 6. Overige rechten en plichten

Artikel 40

Artikel 41

Artikel 42

Artikel 43

Artikel 44

Artikel 44a

Artikel 45

Artikel 46

Artikel 46a [Vervallen per 01-07-2010]

Hoofdstuk 6A. Disciplinaire maatregelen, schorsing en ontslag

§ 6A.1. Algemeen

Artikel 46b

§ 6A.2. Disciplinaire maatregelen

Artikel 46c

Artikel 46ca

Artikel 46d

Artikel 46e

§ 6A.3. Schorsing als ordemaatregel

Artikel 46f

Artikel 46fa

Artikel 46g

§ 6A.4. Ontslag en herplaatsing

Artikel 46h

Artikel 46ha

Artikel 46i

Artikel 46j

Artikel 46k

Artikel 46ka

Artikel 46kb

Artikel 46l

Artikel 46m

Artikel 46n

§ 6A.5. Procedure bij de Hoge Raad

Artikel 46o

Artikel 46p

Artikel 46q

Hoofdstuk 7. Beroep

Artikel 47 [Vervallen per 01-01-2013]

Hoofdstuk 8. Overleg

Artikel 48

Artikel 49

Artikel 50

Artikel 51

Artikel 52 [Vervallen per 01-07-2010]

Artikel 53 [Vervallen per 01-07-2010]

Hoofdstuk 9. Slotbepalingen

Artikel 54

Artikel 55

Artikel 56 [Vervallen per 01-06-1999]

Artikel 57 [Vervallen per 01-06-1999]

Artikel 58 [Vervallen per 01-06-1999]

Artikel 59 [Vervallen per 01-06-1999]

Artikel 60 [Vervallen per 01-06-1999]

Artikel 61 [Vervallen per 01-06-1999]

Artikel 62 [Vervallen per 01-06-1999]

Artikel 63 [Vervallen per 01-06-1999]

Artikel 64 [Vervallen per 01-06-1999]

Artikel 65 [Vervallen per 01-06-1999]

Artikel 66 [Vervallen per 01-06-1999]

Bijlage als bedoeld in artikel 5g, eerste lid , van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren

Bijlage Tweede [Vervallen per 01-07-2010]

Bijlage Derde [Vervallen per 01-07-2010]