opleiding waarvoor een student het collegegeld, bedoeld in artikel 7.45, eerste lid, van de wet, is verschuldigd en waarvoor geen vermindering of vrijstelling van het betalen van collegegeld op grond van de wet is verkregen, tenzij er sprake is van een vermindering als bedoeld in artikel 7.48, derde en vierde lid, of,
Uitvoeringsbesluit WHW 2008
Uitvoeringsbesluit WHW 2008
Opschrift
Aanhef
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs en Wetenschappen, van 28 mei 1993, nr. 92077964/4685, directie Wetgeving en Juridische Zaken, gedaan mede namens Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;
Gelet op artikel 6.13, derde lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;
Gezien het advies van de Onderwijsraad (advies van 21 december 1992, nr. OR 92000271/3 T);
De Raad van State gehoord (advies van 2 augustus 1993, No. W05.93.0338);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Onderwijs en Wetenschappen, van 21 september 1993, nr. 93064058/4685, directie Wetgeving en Juridische Zaken, uitgebracht mede namens Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Hoofdstuk 1. Algemene Bepalingen
Artikel 1.1. Begripsbepalingen
In dit besluit wordt verstaan onder:
academisch ziekenhuis: academisch ziekenhuis als bedoeld in onderdeel j van de bijlage van de wet;
accreditatieorgaan: de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie, bedoeld in artikel 1 van het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Vlaamse Gemeenschap van België inzake de accreditatie van opleidingen binnen het Nederlandse en Vlaamse hoger onderwijs, met bijlage; Den Haag, 3 september 2003 (Trb. 2003, 167);
associate degree-opleiding: associate degree-opleiding als bedoeld in artikel 7.3a van de wet;
bacheloropleiding: bacheloropleiding als bedoeld in artikel 7.3a van de wet;
bekostigde graad: een graad als bedoeld in artikel 4.9;
bekostigingsniveau: bekostigingsniveau als bedoeld in artikel 4.10, derde lid en artikel 4.20, tweede lid;
erkenning ITK: erkenning als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel s, van de wet;
graad: een blijkens het register onderwijsdeelnemers verleende graad Bachelor of graad Master als bedoeld in artikel 7.10a, eerste of tweede lid, van de wet, die is verleend aan een persoon;
hogeschool: hogeschool als bedoeld in de onderdelen c, e en g van de bijlage van de wet;
inspectie: de inspectie, bedoeld in artikel 1 van de Wet op het onderwijstoezicht;
instelling: instelling voor hoger onderwijs als bedoeld in de onderdelen a tot en met i van de bijlage van de wet;
instellingsbestuur: instellingsbestuur als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel j, van de wet;
kwaliteitsbekostiging: een aanvullende rijksbijdrage als bedoeld in artikel 2.6, vijfde lid, van de wet;
kwaliteitsthema: aandachtsgebied voor het verbeteren van onderwijskwaliteit;
masteropleiding: masteropleiding als bedoeld in artikel 7.3a van de wet;
onderwijsdeel hbo: onderdeel van de landelijk beschikbare rijksbijdrage, bedoeld in artikel 4.1, tweede lid, onderdeel b;
onderwijsdeel wo: onderdeel van de landelijk beschikbare rijksbijdrage, bedoeld in artikel 4.1, tweede lid, onderdeel a;
onderwijseenheid: onderwijseenheid als bedoeld in artikel 7.3, tweede lid, eerste volzin, van de wet;
onderzoekdeel wo: onderdeel van de landelijk beschikbare rijksbijdrage, bedoeld in artikel 4.1, tweede lid, onderdeel c;
ongedeelde opleiding: opleiding als bedoeld in artikel 18.15 van de wet;
ontwerperscertificaat: getuigschrift uitgereikt aan een technologisch ontwerper na het met goed gevolg afronden van onderwijs als bedoeld in bijlage 7 bij dit besluit;
opleiding: opleiding als bedoeld in de wet;
opleiding van eerste inschrijving:
- 1°
- 2°
opleiding waarvoor een persoon die het collegegeld, bedoeld in artikel 7.45, tweede lid, van de wet is verschuldigd, zich als eerste heeft ingeschreven;
- 1°
Onze Minister: Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;
peildatum: 1 oktober in het tweede kalenderjaar voorafgaand aan het begrotingsjaar waarvoor de rijksbijdrage wordt vastgesteld;
peilperiode: periode van 2 oktober in het derde kalenderjaar voorafgaand aan het begrotingsjaar waarvoor de rijksbijdrage wordt vastgesteld, tot en met 1 oktober in het tweede kalenderjaar voorafgaand aan het begrotingsjaar waarvoor de rijksbijdrage wordt vastgesteld;
peilperiode onderzoek: peilperiode vermeerderd met twee onmiddellijk hieraan voorafgaande peilperiodes;
promotie: promotie als bedoeld in artikel 7.18 van de wet;
register: de Registratie instellingen en opleidingen, bedoeld in artikel 6.13, eerste lid, van de wet;
register onderwijsdeelnemers: register onderwijsdeelnemers als bedoeld in artikel 4 van de Wet register onderwijsdeelnemers;
student: persoon die behoort tot een van de groepen van studerenden, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, van de Wet studiefinanciering 2000 of de Surinaamse nationaliteit bezit en is ingeschreven voor:
- 1°.
een bekostigde associate degree-opleiding en blijkens het register onderwijsdeelnemers sedert 1 september 1991 niet eerder bij een instelling in verband met het volgen van initieel onderwijs een graad Associate degree, een graad Bachelor of een graad Master als bedoeld in artikel 7.10a, van de wet heeft behaald; of
- 2°.
een bekostigde bacheloropleiding en blijkens het register onderwijsdeelnemers sedert 1 september 1991 niet eerder bij een instelling in verband met het volgen van initieel onderwijs een graad Bachelor als bedoeld in artikel 7.10a, van de wet heeft behaald; of
- 3°.
een bekostigde masteropleiding en blijkens het register onderwijsdeelnemers sedert 1 september 1991 niet eerder bij een instelling in verband met het volgen van initieel onderwijs een graad Master als bedoeld in artikel 7.10a, van de wet heeft behaald;
- 1°.
studiejaar: studiejaar als bedoeld in de wet;
universiteit:
- 1°.
universiteit als bedoeld in de onderdelen a en b van de bijlage van de wet,
- 2°.
de Open Universiteit, bedoeld in onderdeel h van de bijlage van de wet, en
- 3°.
levensbeschouwelijke universiteit als bedoeld in onderdeel i van de bijlage van de wet;
- 1°.
wet: Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;
wettelijke studielast: aantal studiepunten dat een opleiding omvat, bedoeld in de artikelen 7.4a, eerste tot en met zevende lid, en 7.4b, eerste tot en met zevende lid, van de wet.